Kerstvervolgverhaal (2)
Simone van de bakker.
Simone is de dochter van de dorpsbakker en als ze de deur opendoet komt de heerlijke geur van brood en gebak haar al tegemoet. Ze snuift behaaglijk en nadat ze haar jas aan de kapstok heeft gehangen loopt ze de heerlijke warme woonkamer binnen waar mama al op haar wacht. Terry, hun hond, komt vrolijk op haar afgelopen, ze geeft hem een aai over de kop. Ze ziet dat Job, haar broer van 14, al thuis is en ze laat zich naast hem op een stoel aan de eettafel zakken. “Ah lekker mam, verse broodjes vandaag, mmmmm” zegt Simone. Nadat haar moeder een gebed heeft uitgesproken genieten ze van de heerlijke broodjes. Papa eet straks, hij heeft het juist om deze tijd altijd druk en geen tijd om even te lunchen dus wordt het meestal wat later en op echt hele drukke dagen hapt hij tijdens het werk wat boterhammen of broodjes weg. Ach, hij heeft daar geen moeite mee, hij is blij met alle klandizie en hem hoor je er niet over mopperen.
“Mam? wat vind jij nou eigenlijk van al die vluchtelingen in de sporthal?” vraagt Simone. Haar moeder kijkt haar dochter nadenkend aan en zegt dat ze het fijn vindt voor deze mensen dat ze een plekje hebben waar er voor hen gezorgd wordt. “Stel je voor Simone, dat wij in een land zouden wonen waar je elke dag bang zou moeten zijn dat je gedood zou kunnen worden. Een land waar oorlog en geweld is en waar je geen minuut veilig bent. Dat zou toch vreselijk zijn?” Simone knikt, “deze mensen hebben dikwijls een afschuwelijke reis achter de rug, hebben alles achter moeten laten, ook vrienden en familie, en komen dan in een vreemd land waar ze niemand kennen, niemand kunnen verstaan en waar ze eigenlijk helemaal opnieuw moeten beginnen”. Simone is er stil van, ja dat zijn echt hele erge dingen. Ze vertelt maar niet aan mama hoe Emma op het meisje bij het hek had gereageerd, maar opnieuw voelt ze zich ongelukkig met haar eigen gedrag tegenover het meisje. Het laat haar niet meer los.
Als ze gegeten hebben biedt Simone vrijwillig aan om met Terry te gaan lopen. “Zo zus, dat hoor ik niet vaak” zegt Job, want meestal is hij degene die de hond uitlaat. “Ach, het sneeuwt zo lekker en ik heb er gewoon zin in om buiten te lopen met dit weer. Benieuwd hoe Terry het vindt” lacht ze. Opgewekt loopt ze even later met de hond de tuin uit, heerlijk die sneeuw, het is alleen jammer dat het er niet uitziet of het lang blijft liggen, jammer vindt Simone dat. Eenmaal buiten de tuin kiest ze de weg naar de sporthal. Het vreemde meisje laat haar niet met rust en ze wil kijken of het meisje er nog steeds staat. Als ze de laan in loopt waaraan de sporthal ligt tuurt ze naar het hek maar er staat niemand, het meisje is er niet en toch wel teleurgesteld loopt Simone verder en maakt haar rondje met Terry af. “Jammer” denkt ze. Als ze Terry heeft thuisgebracht is daar Ariël die haar op komt halen en samen gaan ze op pad om ook de andere twee van huis op te halen. De rest van de middag hebben ze zoveel plezier met z’n vieren dat Simone het meisje vergeten is.
Wordt vervolgd…