Kerstverhaal: Ankie’s grote verdriet
Ankie’s grote verdriet.
Kennismaking met Ankie en Olaf.
“Pffff, het is pas mei maar jongens wat is het warm”. Ankie vertraagt haar pas wat en slentert verder, een zware boodschappentas meezeulend. Ze hoeft niet ver te lopen, het winkelcentrum is vlakbij haar huis, vandaar dat ze haar fiets niet meegenomen had voor dat kleine eindje, hoewel ze daar nu toch wel wat spijt van heeft. Wellicht was het toch makkelijker geweest om de boel in haar fietstas te transporteren met deze hitte. Aan het einde van de straat doemt de bungalow op waar ze woont, “gelukkig” mompelt ze zachtjes. Als ze thuiskomt zet ze de zware tas met een zucht op de grond in het halletje en loopt meteen door naar de tuin. Daar ploft ze in de schaduw van de bomen in haar tuinstoel neer. Ankie’s gezicht staat somber, moedeloos zit ze daar in haar stoel en verzinkt in diep gepeins…
Ankie Schouten is 43 jaar oud en sinds 19 jaar getrouwd met Olaf Schouten. Financieel hebben ze niet te klagen, Ankie werkt als doktersassistente en Olaf heeft een goede baan bij een advocatenkantoor. Samen brengen ze genoeg geld binnen om er een leuk leven van te leiden. Ze hebben een hele mooie woning, alles lekker gelijkvloers, een prachtig aangelegde tuin met een grote vijver en heerlijke bomen waardoor ze lekker beschut zijn als ze in de tuin zitten. Ja, vroeger zaten ze veel buiten, gezellig met vrienden barbecueën, een lekker drankje erbij, dat waren goede tijden. Ze gingen ook meerdere malen per jaar op vakantie, meestal met een stel vrienden, in het begin van het jaar naar de wintersport, in de zomer naar een warm oord en in de herfst gingen ze dikwijls ook nog een weekje weg maar dan ergens in Nederland, ook gezellig hoor. Ankie heeft daar goede herinneringen aan, maar de jaren die achter haar liggen hebben ook hun scherpe kantjes. Ankie en Olaf wilden heel graag een kindje en het liefst meerdere kinderen. De eerste jaren van hun huwelijk waren ze er niet erg mee bezig geweest, hun carrière stond toen op de eerste plaats en er was eigenlijk niet eens echt ruimte geweest voor kinderen in hun leven. Na 5 jaar huwelijk werd de kinderwens toch wel groter, vooral bij Ankie, en daar waren ze toch wel heel gericht mee bezig gegaan maar tot hun verdriet werd Ankie maar niet zwanger. Uiteindelijk besloten ze zich te laten onderzoeken om te zien waar het aan lag of aan wie het lag. Van te voren hadden ze er uitvoerig over gesproken en beiden waren het erover eens dat ze het de ander niet kwalijk zouden gaan nemen als het euvel bij hem of haar zou liggen en zo zijn ze eensgezind de molen van onderzoeken in gegaan.
Als Ankie hier is aanbeland sluit ze even in een gevoel van pijn haar ogen. Ze ziet het nog zo duidelijk voor zich, hand in hand gingen ze door de draaideuren van het ziekenhuis naar binnen om de uitslag te horen van alle onderzoeken. Hand in hand zaten ze in de wachtkamer en hand in hand zaten ze in de spreekkamer van de gynaecoloog. Dokter van Garderen zat met een ernstig gezicht achter zijn bureau en keek hen aan. “Ik heb de uitslagen binnen” sprak hij terwijl hij de papieren uit het mapje haalde. “Om jullie niet langer in spanning te houden, het probleem ligt bij jou Ankie, er is iets niet goed, er is een aangeboren afwijking gevonden waardoor het heel lastig is om op een natuurlijke manier zwanger te worden. We kunnen het wel proberen met kunstmatige bevruchting maar ook in dat proces is de kans uiterst klein dat je zwanger wordt”. De boodschap was heel hard aangekomen. Ankie was er kapot van en ook Olaf was lamgeslagen. Geen kinderen, misschien zelfs nooit een kindje, verslagen zijn ze naar huis gegaan, hand in hand…
De jaren die volgden werden gekenmerkt door ziekenhuisbezoeken, hormonen slikken en zelfs via injecties inspuiten, enorme stemmingswisselingen, pijn, narigheid en keer op keer de teleurstelling dat Ankie weer niet zwanger was. Hun huwelijk heeft daar erg onder geleden en werd er zeker niet beter op. Na een aantal jaren behandeling hebben ze er, samen met de arts, voor gekozen ermee op te houden. Dit was niet vol te houden, het ontwrichtte hun hele leven. In eerste instantie bracht deze beslissing rust maar na een tijdje begon het te knagen bij Ankie van binnen. Ze werd achterdochtig, ging overal iets achter zoeken, als mensen praatten dacht ze dat ze het over haar hadden, als Olaf een keer wat later thuiskwam dacht ze dat hij waarschijnlijk wel met een leuke vrouwelijke collega op stap was, eentje die gezelliger was dan zij. Ze raakte steeds meer in zichzelf gekeerd en voelde zich depressief.
Ankie slaakt een diepe zucht, nou zit ze hier alweer te piekeren terwijl ze zich zó voorgenomen had om dat niet meer te doen. Maar ja, het ging gewoon vanzelf, ze kón ook gewoon nergens anders aan denken dan hieraan. Inmiddels is ze 43 en veel te oud om nog een kindje te krijgen. Tot nu toe had ze altijd nog een, weliswaar kleine, maar stille hoop gehad dat ze op een dag tóch zwanger zou blijken te zijn. Ze hadden er immers ook om gebeden, en in de kerk waar zij en Olaf komen leefde iedereen ook enorm mee en bad voor hen. Dan kon God toch een wonder doen en hen alsnog een kindje geven? Ja, zo had ze haar hoop toch nog op God gesteld, maar ook die hoop zonk de bodem in naarmate ze ouder werd en nu had ze uiteindelijk haar verlangen begraven, heel diep begraven.
Ankie staat traag op uit de stoel, ze gaat naar binnen om haar boodschappen uit te pakken en eten te koken. Olaf komt over een uurtje thuis en dan wil ze toch graag het eten op tafel hebben staan. Verdrietig gaat ze aan de slag, ze ruimt de boodschappen op, schilt de aardappels en maakt de groente schoon. Ze zet een pan op het vuur om voor hen beiden een lekker stukje vlees te braden en reddert zo wat in de keuken. Als alles aan de kook is zet ze de pitten wat lager en gaat de tafel dekken. Na al die 19 jaren eten ze nog altijd netjes aan tafel samen, een goede gewoonte die ze beiden waardevol vinden. Het ruikt lekker in huis, ze kijkt op de klok, Olaf zal zo wel komen.
Na tien minuten stopt de auto van Olaf voor de deur, hij rijdt de auto de oprit naar de garage op en stapt uit. Hij loopt achterom en loopt de keuken binnen. “Dag schat, wat ruikt het lekker, heerlijk, ik heb honger. Hoe was je dag?” Hij geeft Ankie een kus en blijft even met zijn arm om haar heen staan. Bij het binnenkomen had hij al gezien dat ze weer van streek is, ze heeft weer gepiekerd en het doet hem pijn dat hij zo weinig kan doen om haar te helpen. Zij neemt het zichzelf kwalijk dat het aan haar ligt dat zij beiden geen kinderen hebben, terwijl ze er toch helemaal niets aan kan doen. Hoewel het voor Olaf ook een heel moeizaam proces was heeft hij het wel een plaatsje kunnen geven en kan er vrede mee hebben dat ze geen kinderen hebben. Maar Ankie kan dat niet, nog niet, en Olaf heeft geduld met haar, heel veel geduld…
Als ze tegenover elkaar aan tafel zitten kijkt hij Ankie eens liefdevol aan, “gaat het lieverd, heb je een moeilijke dag gehad vandaag?” Ankie knikt, de ogen waarmee ze Olaf aankijkt zijn boordevol pijn en Olaf ziet het. Hij zegt alleen maar: “Ik begrijp het meisje, ik houd van je”. Twee tranen lopen langs de wangen van Ankie naar beneden en vallen in haar bord, ze kan niets zeggen nu, ze heeft zo’n verdriet. Het eten op haar bord blijft onaangeroerd en verdwijnt in de vuilnisbak als ze na het eten gezamenlijk de tafel afruimen. Als ze samen hebben afgewassen pakt Olaf de hand van Ankie en trekt haar mee naar de kamer, waar ze samen op de bank gaan zitten. Olaf trekt haar tegen zich aan en begint zacht te praten. “Weet je Ank, toen we al die onderzoeken hebben laten doen hebben we van te voren zoveel gesprekken gehad daarover toch? We hebben toen ook samen afgesproken dat de één de ander nooit verwijten zou maken en ik heb jou nooit één moment verweten dat we geen kindje konden krijgen, het is zelfs nooit in mijn gedachten opgekomen, ik houd van je en ik vind het fijn dat we het samen goed mogen hebben en van elkaar mogen genieten, dat is zoiets kostbaars. Voor jou toch ook Ank?” Ankie knikt, ja natuurlijk is dat voor haar ook kostbaar en ze is er ook wel dankbaar voor maar toch…
Olaf ziet hoe op haar gezicht de uitdrukkingen elkaar afwisselen en hij is blij dat hij een beetje tot haar door kan dringen maar hij weet tegelijkertijd dat er toch ergens een ondoordringbare muur rondom haar hart zit die ze daar zelf gebouwd heeft, een muur van zelfbescherming. Oh wist hij toch maar hoe hij daar doorheen kon dringen. Op momenten zoals dit blijft hij uiterlijk heel rustig maar van binnen voelt hij zich machteloos omdat hij niet meer kan doen. Ankie’s hoofd rust tegen zijn schouder en hij voelt hoe ze zich wat ontspant, hij is er blij mee en in zijn hart is een stil gebed naar God.
———-
Als Ankie de volgende morgen wakker wordt is Olaf al weg. Hij staat altijd vroeg op om naar zijn werk te gaan en hoewel ze vroeger altijd samen ontbeten is dat er de laatste tijd wat vanaf gegaan. Olaf laat haar slapen ‘s morgens en áls Ankie al wakker is dan doet ze net alsof ze nog slaapt, ze wil zo laat mogelijk aan haar dag beginnen. Bah, vandaag is ze vrij en dat vindt ze helemaal niet fijn, zo’n lange lege dag. Het is al half 11 en landerig slaat ze het dekbed terug en stapt uit bed. Heel even voelt ze de verleiding om maar te blijven liggen maar dan wint haar verstand het toch van haar gevoel en gaat ze uit bed. Ze gaat meteen de badkamer maar in, misschien kan een frisse douche haar sombere gevoel wat verdrijven. Met trage gebaren smeert ze een boterham en zet ze een kop koffie. Even later zit ze in haar eentje aan de keukentafel en eet, zonder iets te proeven, haar boterham op. Haar gedachten malen alweer op volle toeren en af en toe wordt ze er zelf helemaal gek van. Kon ze dat toch maar stoppen, ze is het zo verschrikkelijk beu allemaal. Eigenlijk is ze alles beu, haar werk, haar huwelijk, haar leven…
Als ze zich bewust wordt van deze gedachten schrikt ze toch wel, hoe ver is ze al gezonken, ze roept zichzelf meteen tot de orde en bedenkt wat ze vandaag eens kan gaan doen. Misschien de boel hierbinnen eens een goede beurt geven? De rommel in huis wordt ook steeds meer, ze heeft er gewoon geen moed voor om het op te ruimen dus blijft er veel liggen. In het begin deed Olaf nog weleens wat maar die heeft het zo druk dat hij er echt niet aan toe komt. Ankie neemt het hem niet kwalijk, Olaf werkt heel hard en zet zich met hart en ziel in voor zijn cliënten en dat kost hem een hoop energie dus als hij thuiskomt gunt ze hem ook best zijn rust. Er komt een zachte glimlach om haar mond, Olaf, haar beste maatje, haar alles, ze heeft hem tekort gedaan de laatste tijd. Weet je wat? Ze zal voor vanavond eens zijn lievelingskostje klaarmaken en misschien kunnen ze na het eten samen nog even lekker buiten zitten met een glaasje wijn en een stukje Franse kaas waar hij zo van houdt. Ineens heeft Ankie zichzelf herpakt en ze zet de vaat in de vaatwasser en pakt haar tas om de ingrediënten voor het lievelingsmaal van Olaf in huis te halen.
Bij het winkelcentrum aangekomen loopt ze langs de bloemenzaak en trakteert zichzelf op een fleurig bosje bloemen, gezellig. Daarna doet ze alle inkopen voor het eten, lekkere biefstuk, gekruide krielaardappeltjes en verse asperges. Voor na het eten neemt ze nog even een bakje chocolade ijs mee, daar is Olaf dol op en blij stapt ze even later de winkel uit.
“Ankie, hé Ankie” Wordt ze geroepen? Ankie kijkt zoekend rond en ziet dan Marleen, een oud klasgenote van vroeger die ze al een hele tijd niet meer gezien heeft. Vroeger op school konden ze het altijd heel goed met elkaar vinden maar na de schooltijd zijn ze elkaar toch wat uit het oog verloren. En nu staat Marleen ineens voor haar en kijkt haar blij aan. “Wat leuk om je hier te zien, hoe is het met jou?” vraagt Marleen. “Ja goed, en met jou?” vraagt Ankie. “Oh met mij gaat het super, ik woon sinds een maand of twee weer hier in de buurt. Mijn man kon overgeplaatst worden en die kans wilden we ons niet laten ontgaan en zo zijn we verhuisd. De kinderen zijn ook al helemaal ingeburgerd op school dus daar ben ik ook wel blij om” praat Marleen verder. “Hoeveel kinderen hebben jullie?” vraagt Ankie. “We hebben 3 kinderen van onszelf en 2 geadopteerde kinderen”. “Geadopteerd?” vraagt Ankie, “ja, 2 kindjes uit China, heerlijke meisjes die door de ouders ter adoptie afgegeven zijn. Daar zijn jongens veel belangrijker en gebeurt het maar al te vaak dat de meisjes ter adoptie afgestaan worden. Echt triest vind je niet?” Ankie knikt, “heel triest” zegt ze. “Maar voor ons zijn het kleine zonnestraaltjes, zo lief en zo blij, ze zijn een verrijking voor ons gezin”. Marleen straalt als ze vertelt over de kinderen en Ankie ziet het. Dan steekt ineens de jaloezie de kop op en ze wil Marleen kwetsen. Daarom zegt ze geveinsd bezorgd: “Vind je dat eigenlijk niet griezelig? dat adopteren? Je weet maar nooit welk karakter er in zo’n kind naar boven komt, je kent de achtergronden niet en er kan van alles in die familie zitten. Of ziektes, nou het lijkt mij maar niks hoor”. Ankie ziet dat haar woorden doel treffen, de glans verdwijnt uit de ogen van Marleen en die kijkt haar niet begrijpend aan. Voordat ze verder nog iets kan zeggen maakt Ankie aanstalten door te lopen en zegt nog haastig: “Nou, misschien zie ik je nog wel eens, ik moet nu gaan hoor, heb haast”, en snel loopt ze, zonder nog een keer om te kijken, bij Marleen weg. Deze kijkt haar na en gaat dan, in gedachten, ook op weg naar huis.
Als Ankie doorloopt heeft ze meteen al spijt van haar woorden en haar weglopen. Dit was niet goed en niet eerlijk, het was puur de jaloezie die in haar hart was, waarom zij wel een leuk gezin en Ankie niet? Geïrriteerd haalt ze haar schouders op, ze wil helemaal niet nadenken over haar verkeerde handelen, ze heeft diep medelijden met zichzelf en terecht vindt ze zelf. Thuisgekomen mikt ze de boodschappen in de koelkast en vriezer, legt een briefje op tafel en duikt haar bed in. Eenmaal in bed komen de tranen en Ankie huilt zich in slaap. Als Olaf uren later uit zijn werk komt vindt hij een briefje op de tafel “voel me niet lekker, lig in bed” staat erop geschreven. Hij gaat kijken of hij iets eetbaars kan vinden en in de koelkast ziet hij de biefstukjes, de krieltjes en de asperges liggen. Zijn lievelingseten, ach wat jammer dat Ankie zich nu niet lekker voelt, ze had hem vast willen verrassen, vertederd glimlacht hij en doet de koelkast weer dicht. Hij maakt wel een boterhammetje voor zichzelf dan kunnen ze morgen die andere dingen eten. Hij smeert zijn boterhammen en kruipt ermee voor de tv, hij zal het vanavond ook maar niet al te laat maken. Het is ook niet gezellig zo alleen, hoewel het met z’n tweeën ook vaak niet zo gezellig meer is. En zo wordt het een hele eenzame avond voor 2 mensen die elkaar niet meer goed kunnen vinden.
———–
De volgende morgen moet Ankie weer werken dus staan zij en Olaf even na elkaar op. Olaf heeft wel zin in een ontbijtje samen maar Ankie houdt dat af, ze heeft geen zin in vragen, geen zin in praten en ze wil ook niet dat Olaf erachter komt hoe lelijk ze tegen Marleen is geweest. Daarom treuzelt ze extra lang in de badkamer en als Olaf dan uiteindelijk aan de deur tikt om te vertellen dat hij echt weg moet zegt ze quasi onschuldig: “Ach, nu al? Is het al zo laat? Sorry, ik ben wel lang bezig geweest hier”. Olaf zegt dat het niet geeft, kust haar gedag en haast zich naar zijn werk. Als ze beneden komt ziet ze de ontbijttafel gedekt, 2 bordjes, 2 kopjes, 2 gekookte eitjes, brood, beleg… hete tranen biggelen langs haar wangen, Olaf heeft op haar gewacht, er liggen geen kruimels op zijn bordje en ook zijn eitje staat er nog. Hij heeft zo te zien alleen even een kopje koffie gedronken en is toen in alle haast weggegaan toen zij niet kwam. Op dit moment voelt Ankie zich zo gemeen, hoe had ze dit toch kunnen doen, dit verdient Olaf niet. Ankie is de lust tot eten ook vergaan en zonder ook maar iets te nemen gaat ze naar haar werk.
De dokter groet haar vriendelijk als ze binnenkomt en op haar plaatsje gaat zitten. In de ochtenduren neemt ze meestal de telefoon aan en regelt de afspraken, verder staat ze de patiënten die op het spreekuur komen netjes te woord, meet hier en daar een bloeddrukje, en doet wat kleine dingen. Lekker bezig zijn, dat heeft ze precies nodig vandaag.
Het is druk, de telefoon staat niet stil, veel mensen hebben de dokter nodig en Ankie doet haar best de mensen zo goed mogelijk te helpen. Om een uur of tien wordt het wat rustiger en ze gaat een potje koffie zetten. Als de koffie klaar is brengt ze de dokter een kopje en ze neemt er zelf ook één. Genietend drinkt ze van de hete koffie, even een rustmomentje. Na de koffie gaat ze wat administratieve zaken afhandelen want ook dat hoort bij haar werk. Ze heeft vanaf haar plaats zicht op de mensen in de wachtkamer en af en toe kijkt ze op als er een nieuwe patiënt binnenkomt. Deze mensen hebben allemaal een afspraak en weten dat de dokter hen vanzelf binnen roept.
De deur gaat opnieuw open, er komt nog een late patiënt binnen. Het is en vrij jong meisje en Ankie heeft onmiddellijk in de gaten dat dit geen gewoon patiëntje is. Het meisje, Ankie schat haar op een jaar of 16/17, kijkt angstig en gaat schichtig zitten. Ze houdt haar blik op de grond gericht en kijkt niet op of om. Ankie neemt zich voor om dit meisje een beetje in de gaten te houden. Als laatste deze ochtend wordt ze door de dokter naar binnen geroepen en ze blijft behoorlijk lang daarbinnen. Normaal gesproken neemt de dokter zo’n kwartiertje per patiënt maar dit meisje is al een half uur binnen en er is nog geen beweging in de spreekkamer. Dit bevestigt Ankie’s gevoel dat er iets niet klopt met dit meisje. Na 50 minuten komt het meisje eindelijk uit de spreekkamer van de dokter. Ankie ziet meteen dat ze gehuild heeft en het kind straalt zo’n wanhoop uit dat Ankie haar niet zo de deur uit wil laten gaan. Ze loopt op het meisje af en vraagt haar of het wel gaat? Ze slaat een arm om het meisje heen en dat is teveel voor het kind, ze snikt het uit en kan geen woord zeggen, Ankie laat haar stil begaan, er zijn op dit moment geen patiënten dus ze hebben het rijk alleen. De dokter kijkt even om een hoekje van zijn spreekkamer als hij het wanhopige gehuil hoort, maar als hij ziet dat Ankie zich over het meisje ontfermd heeft knikt hij haar toe en sluit de deur. Bij Ankie is ze in goede handen en hij hoopt dat zij het meisje wat kan kalmeren. Hij trekt een zorgelijk gezicht, zo’n jong kind en dan al zó in de problemen.
———–
Na een hele tijd wordt het meisje wat rustiger, Ankie haalt een glas water voor haar en zegt vriendelijk: “Wil je mij vertellen waarom je zo’n verdriet hebt? Je ziet er zo verloren en wanhopig uit, kan ik je misschien helpen?” Het meisje is bleek en mat en op zachte toon begint ze te vertellen. “Ik ben zwanger… maar ik wil helemaal nog geen kind, ik ben nog veel te jong en ik kan helemaal niet voor een kind zorgen. Ik ben pas 17 en mijn vriend, degene van wie ik zwanger ben geraakt, is zelf ook nog maar net 19 geworden, we zijn beiden veel te jong voor een kind”. De laatste woorden komen er heftig uit maar direct daarop valt ze weer in haar matte houding terug. “Ik weet me geen raad, niemand weet het verder en ik heb de dokter gevraagd of ik een abortus kan laten doen, maar hij wil dat ik daarvoor eerst met mijn ouders samen een gesprek met hem zal voeren. Ik heb hem gezegd dat mijn ouders het helemaal niet weten en dat ik ook niet wil dat ze het te weten komen. Ik wil het weg hebben en dan hoeft verder niemand er vanaf te weten”. Opstandig kijkt ze Ankie aan. Deze luistert naar wat het meisje haar vertelt en bidt intussen om wijsheid want met alles wat er in haar is zal ze proberen dit meisje zover te krijgen dat ze inziet dat een abortus geen oplossing is voor haar probleem. “Erg eigenlijk dat je een kindje “een probleem” noemt” denkt Ankie. Ze blijft erg kalm en pakt de hand van het meisje, “hoe heet je eigenlijk?” vraagt ze, “Ik heet Tanja” zegt het meisje. “Oké Tanja, laten we samen eens proberen de zaken op een rijtje te zetten. Waarom wil jij je ouders niet vertellen dat je zwanger bent? Ze kunnen je dan toch helpen hiermee?”. Tanja schudt haar hoofd, “dan kent u mijn ouders niet, ze zullen woedend zijn en dit zien als een grote schande. Ik weet zeker dat mijn ouders dan net zo goed een abortus zouden willen”. Hier komt er een kleine glimlach om de mond van Ankie, nu heeft het meisje toch iets van haar binnenste laten zien waarvan ze zichzelf blijkbaar niet bewust is. “Dan is het toch juist goed?” zegt Ankie, “als je ouders ook een abortus zouden willen zitten jullie toch allemaal op één lijn? Of is het misschien tóch zo dat je diep in je hart het kindje eigenlijk wél zou willen houden?” Tanja kijkt Ankie aan met ogen vol verwondering, “zou je denken?” vraagt ze, ze raakt in de war van deze gedachte. Zou ze het kindje willen houden? Op dit moment kan ze daar niet eens een antwoord op geven, ze weet het niet, ze was hier toch gekomen voor een abortus? Maar als ze er dan aan denkt dat haar ouders dat ook van haar zouden verlangen raakt ze in paniek… ja misschien wil ze het kindje dan toch liever dan ze gedacht had. Tanja slaakt een hele diepe wanhopige zucht en kijkt Ankie met betraande ogen aan. “Ik weet het allemaal niet meer hoor, mijn hele leven ligt overhoop en ik heb er een vreselijke puinhoop van gemaakt. Hoe moet dit nou ooit weer goed komen?” Ankie heeft te doen met dit jonge meisje en opnieuw slaat ze een arm om haar heen. Zacht praat ze tegen het gebogen hoofdje, “lieverd, ga naar huis en ga er nog eens in alle rust over nadenken. Nu weet niemand het nog en je kunt het nog wel een paar dagen voor je houden totdat je er zelf achter bent wat jij wilt. Laten we afspreken dat we er morgen, als je wat uitgerust bent en alles misschien weer een beetje helderder ziet, samen verder over praten, is dat goed?” Tanja knikt, ze is moe, ze wil niets liever dan nu naar huis gaan en regelrecht haar bed in kruipen, alleen zijn met haar verdriet en wanhoop. Ankie knikt haar nog eens bemoedigend toe, “morgen maak ik tijd voor je zodat we in alle rust kunnen praten, ik ben morgen om 3 uur al klaar, kom je dan rond die tijd naar hier? dan zoeken we samen een rustig plekje voor een kop koffie en een gesprek”. Tanja knikt dankbaar, “dat is goed, tot morgen” zegt ze. Ankie kijkt haar na als ze de deur uitloopt, toch iets minder gebroken dan daarnet. Ze bidt of de Here God zich over dit meisje wil ontfermen en op dit moment is ze haar eigen zorgen helemaal vergeten.
Welgemoed stapt Ankie naar huis als ze klaar is met haar werk. Onderweg zijn haar gedachten nog bezig met Tanja, ze heeft diep medelijden met dit ontredderde meisje en ze probeert te bedenken hoe ze haar zou kunnen helpen. Straks maar eens overleggen met Olaf. Thuis aangekomen inspecteert ze de koelkast om te zien wat ze zal gaan koken. O ja, ze heeft gisteren immers van die heerlijke dingen gekocht? Ze gaat meteen aan de slag, ze heeft er zin in. Tijdens het bereiden van het eten is haar hart warm, wat houdt ze toch veel van haar lieve man die altijd voor haar klaarstaat en die zo roerend zijn best doet om haar te begrijpen. Met liefde maakt ze er een waar feestmaal van, ze dekt zorgvuldig de tafel, zet er een paar kaarsen op en een klein vaasje met bloemen. In een karaf fonkelt een verleidelijke rode wijn en het hele huis is doortrokken van de heerlijkste etensgeuren. Ankie kijkt met genoegen naar het resultaat.
“Zo, dát is nog eens thuiskomen” zegt Olaf verheugd als hij binnenkomt. Hij omhelst zijn vrouw en geeft haar een warme kus. “Het ruikt heerlijk en het ziet er zo gezellig uit, tjonge Ank, wat heb je je best gedaan”. Hij lacht blij en Ankie voelt zich schuldig over gisteravond. Ze kijkt hem aan en zegt: “Sorry dat ik gisteravond al in bed lag toen je thuiskwam, ik had zo’n moeilijke dag gehad en wilde alleen maar slapen, niks voelen, niet denken, het spijt me Olaf. Olaf kijkt haar aan en zegt niets, hij neemt haar alleen maar in zijn armen en laat haar voelen dat hij van haar houdt. Als je erover praten kunt en wilt dan mag dat maar als je er nog even niet toe in staat bent dan mag dat ook lieverd, ik ben er voor je, dat weet je wel hè?” Ankie knikt stil, in deze momenten loopt haar hart over van liefde en heeft ze niets meer te wensen. Als ze even later aan tafel zitten doen ze het heerlijk bereidde feestmaal alle eer aan. “Het was héééérlijk!!” zegt Olaf nadrukkelijk als ze klaar zijn met eten. “Oh maar dit was nog niet alles” zegt Ankie geheimzinnig en ze loopt naar de keuken. Even later komt ze terug met 2 ijscoupes waarin ze het lekkere chocolade-ijs heeft geschept met nog een mooie toef slagroom er bovenop. “Wow” Olaf is onder de indruk dat Ankie blijkbaar echt helemaal aan hem heeft gedacht met het voorbereiden van deze maaltijd, al zijn lievelingskostjes heeft ze vanavond voor hem op tafel gezet en ook hier is hij dol op. Ze smullen er samen van en na nog een poosje nagetafeld te hebben ruimen ze eensgezind de boel in de vaatwasser. “Zullen we lekker een bakje koffie buiten doen?” vraagt Ankie, “het is nog heerlijk buiten”, Olaf stemt toe, het is inderdaad nog heerlijk, de temperatuur was vandaag aangenaam en nu de avondschemering langzaam invalt is het goed toeven buiten. Olaf zegt: “Ga jij maar alvast zitten dan kom ik zo met de koffie”. Ankie knikt en loopt naar buiten. Heerlijk, de geur van het gras, de aarde die rond de avond altijd iets vochtig ruikt, ze geniet er zomaar van. Als Olaf met de koffie naar buiten komt is ze helemaal in gedachten verzonken. Hij zet de koffie op de tuintafel en gaat naast haar op de bank zitten. Ze kijkt hem aan en begint te vertellen over wat er vandaag op haar werk voorgevallen is. Olaf luistert stil en aandachtig en als Ankie uitverteld is zijn ze beiden even stil. “Hoe kan ik dit meiske helpen Olaf?” vraagt ze. Olaf kijkt haar aan, hij weet het ook niet zo snel en hij zegt: “Dat zou ik ook niet zo één, twee, drie weten Ank, maar ik denk dat het het beste is als je eerst eens rustig met Tanja gaat praten, zoals je haar voorgesteld hebt. Dán is het natuurlijk belangrijk dat ze haar ouders vertelt dat ze zwanger is en ik denk dat je het dan van de gesprekken moet laten afhangen hoe dit zich ontwikkelt. Laar je maar leiden lieverd, laten wij hier samen voor bidden en aan de Here God vragen of Hij jou hierin wil helpen en je wijsheid wil geven”. Ankie knikt, hier is ze het helemaal mee eens, wat is Olaf toch altijd wijs. Ze drinken stil hun koffie en genieten van de rust, het leven is goed zo. Als ze wat later naar bed gaan bidden ze samen voor Tanja.
———–
Het is druk in de dokterspraktijk, ondanks het mooie zomerweer zijn er toch genoeg zieken die de wachtkamer van de dokter bevolken. Als ze tijdens de lunch even een rustig momentje hebben vraagt de dokter aan Ankie hoe haar gesprek met Tanja gisteren verlopen is. Ankie vertelt hem uitgebreid wat ze samen besproken hebben en vraagt hem mee te denken hoe ze dit meisje kunnen helpen. De dokter knikt instemmend. Na de lunch gaan ze weer aan het werk, de dokter gaat de huisbezoekjes afwerken en Ankie zit achter de computer haar administratie bij te werken. Prompt om 3 uur stapt Tanja binnen. “Hallo” groet ze schuw. Ze durft Ankie niet goed aan te kijken. Ankie groet haar hartelijk terug en zegt: “Nog even deze paar mappen wegzetten en dan ga ik met je mee”. Tanja gaat zolang in de wachtkamer zitten. Ankie is snel klaar en samen verlaten ze de praktijk. Ankie sluit secuur de deuren af en op het stoepje van de praktijk vraagt ze Tanja of ze zin heeft een eindje te lopen en een rustig hoekje in een restaurantje of koffietentje te zoeken zodat ze kunnen praten. Tanja vindt het allemaal goed, ze heeft niet zoveel in te brengen, ze laat maar een beetje met zich doen. Doelbewust loopt Ankie naar een weg die net buiten het centrum van het stadje ligt. Ze kent hier een leuk tentje waar het meestal vrij rustig is. Ze wordt niet teleurgesteld, op het terras zitten wat mensen en ook binnen zitten er een paar, maar de zaak is zo ingedeeld dat je er heerlijk kunt zitten zonder door anderen gehoord of gestoord te worden. Ze zoeken een plekje bij het raam, de airco zorgt voor een aangename temperatuur en ze bestellen iets te drinken. “Voor mij koffie en wat wil jij?” vraagt Ankie als de serveerster bij hun tafeltje komt. “Eh, mag ik een cola alstublieft?” vraagt Tanja. De serveerster noteert de bestelling en belooft het bestelde zo dadelijk te brengen. Over het tafeltje heen bekijkt Ankie het meisje dat met neergeslagen ogen tegenover haar zit. Ze wachten zwijgend tot de bestelling gebracht wordt en dan opent Ankie het gesprek. “Hoe is het nu Tanja? Een beetje tot rust gekomen?” Tanja slikt eens en slaat haar ogen op naar Ankie, Ankie ziet die ogen, het zijn 2 kleine poeltjes vol van een diepe wanhoop en pijn. “Vertel het maar meiske” zegt Ankie zacht en ze legt liefdevol haar hand op de hand van het meisje dat nerveus aan het tafellaken plukt. Heel even kijkt Tanja naar die hand die zo warm op de hare ligt en dan gooit ze haar hoofd op de tafel en begint met gierende uithalen te huilen. Ankie schrikt hiervan en ook de serveerster komt geschrokken kijken of het wel goed gaat. Ankie knikt haar geruststellend toe waarna de serveerster schoorvoetend weer aan haar werk gaat. Ankie streelt het donkere haar van het meisje tegenover haar, ze schuift haar stoel wat meer naast die van Tanja en laat haar rustig uithuilen. De gierende uithalen worden zachter, het gaat over in een klaaglijk gehuil dat Ankie tot in haar ziel raakt. Ze denkt aan Olaf die gezegd had dat ze zich moest laten leiden en geluidloos bidt ze om hulp. Na een poosje wordt Tanja stil, af en toe snikt ze nog na en nog steeds houdt Ankie haar vast. “Het is goed vrouwtje, laat het allemaal maar naar buiten komen”.
Langzaamaan wordt Tanja stil, Ankie voelt haar af en toe rillen, “dit kind is helemaal aan het einde van haar latijn”, denkt ze. Snel neemt ze een besluit. “Kom, we gaan hier weg en ik neem je mee naar mijn huis, daar kunnen we echt helemaal alleen zijn en daar kun je eerst even liggen en tot jezelf komen. Je hoeft niet bang te zijn, mijn man is op zijn werk en komt voorlopig niet thuis en verder is er ook niemand. Ze legt wat geld op het tafeltje en pakt het meisje bij de hand als ze samen naar buiten lopen. Tanja heeft geen enkele moed meer om ook maar iets te zeggen, willoos laat ze zich meevoeren naar Ankie’s huis. Als ze thuiskomen brengt Ankie Tanja meteen door naar de logeerkamer en daar laat Tanja zich op het bed zakken alsof haar benen haar niet langer willen dragen. Ankie dekt haar zorgzaam toe en streelt het meisje nog even over het haar, “ga maar lekker even slapen, ik maak je over een uurtje wel wakker, oké?” Tanja knikt, ze heeft haar ogen gesloten en Ankie laat haar verder alleen. Ze laat de deur van de kamer op een kiertje staan zodat ze Tanja kan horen voor het geval er iets is. In de woonkamer ploft ze zelf op de bank neer en vraagt zich af hoe dit verder moet. Nou, ze zal eerst maar eens iets te drinken halen en dan alvast het eten voor vanavond voorbereiden, dan heeft ze straks de handen vrij en alle tijd voor Tanja. Hoofdschuddend staat ze op en loopt naar de keuken, waar is ze in beland?
Een uurtje later is het eten voorbereid, de aardappels zijn geschild, de groente is schoongemaakt en de gehaktballen zijn alvast aangebraden. Daar heeft ze straks weinig aan te doen, tevreden droogt ze haar handen en verlaat de keuken. Ze loopt naar de logeerkamer en kijkt voorzichtig om een hoekje. Tanja is wakker en draait haar hoofd naar haar toe als ze gerucht hoort. “Hallo, heb je even kunnen slapen?” vraagt Ankie. “Nee, maar ik ben wel rustig nu, ik heb over alles nagedacht en ik lag hier zo heerlijk, het heeft me wel goed gedaan”. Dankbaar kijkt Tanja Ankie aan, ze staat op van het bed, haalt haar handen door haar haren en loopt met Ankie mee naar de woonkamer. Ankie heeft een verse pot thee gezet die gezellig op een lichtje op de tafel staat. Het doet ouderwets warm aan en Tanja voelt zich ontspannen op dit moment. Ze neemt het kopje thee aan dat Ankie haar overhandigt en dan begint ze te praten.
———-
“Weet je Ankie, ik ben nog zo jong en ik ben zo enorm geschrokken toen ik ontdekte dat ik zwanger was. Er kwam niets anders in mij op dan om het kindje maar weg te laten halen, dan hoeft niemand het te weten en dan heb ik er verder geen problemen over ook. Maar toen jij me gisteren zo confronteerde heb ik me gerealiseerd dat je gelijk had, ergens binnenin mij was er toch een verlangen dit kindje te houden…” Hier stokt ze even, ze staart in haar thee met nietsziende ogen en Ankie laat haar even en wacht geduldig tot Tanja verder vertelt. “De vader van het kindje weet het ook nog niet en ik wil het hem eigenlijk ook helemaal niet vertellen. Ik houd niet eens van hem op die manier, hij is gewoon een vriend met wie ik veel plezier heb maar meer ook niet. Dit was eigenlijk nooit de bedoeling geweest maar op een avond waren we samen thuis, mijn ouders waren weg en we keken tv. En ja, van het ene kwam het andere en die avond zijn we te ver gegaan. Ik had er meteen spijt van, en hij ook, maar nooit had ik verwacht dat ik van die ene keer meteen zwanger zou zijn geraakt. Hoe stom ben ik geweest. Ik had eerst niets in de gaten maar toen ik almaar zo misselijk bleef en me ook verder niet goed bleef voelen kwam de gedachte aan een zwangerschap in me op. Ik raakte in paniek en kon alleen maar denken: Nee, nee, nee!! Ik heb een test gekocht en toen dus bleek dat ik inderdaad zwanger was ben ik helemaal radeloos geworden. Mijn ouders durf ik het niet te vertellen, die zullen zo vreselijk boos zijn en misschien sturen ze me wel weg als ze horen dat ik het kindje wil houden want ik weet zeker dat ze willen dat ik het laat weghalen. En zeg nou zelf, ik ben 17, ik kán toch ook helemaal niet voor een kind zorgen? Ik heb geen geld, geen baan, geen plekje om samen met een kindje te gaan wonen? Oh wat móét ik nou toch!!!” De tranen zitten hoog en Tanja huilt geluidloos en intens verdrietig. En Ankie? Ze kan niet anders doen dat dit kind in haar armen nemen terwijl haar hart om wijsheid van God vraagt.
Na een tijdje begint Ankie zachtjes te praten. Ze stelt Tanja voor om samen met haar naar haar ouders te gaan om het te vertellen maar Tanja zegt dat het beter is dat zij het alleen vertelt want anders zouden haar ouders beledigd zijn dat een wildvreemde eerder weet wat er met hun kind aan de hand is dan zijzelf. “Ik ga vanavond nog met ze proberen te praten Ankie, en dan hoop ik zo dat ze me willen helpen. Ik begrijp het best als ze boos op me zijn, ik heb ze ook heel erg teleurgesteld, mijn ouders vertrouwden me voor 100% en dat vertrouwen heb ik beschaamd”. Tanja zwijgt maar in haar blik is iets strijdlustigs gekomen. Ze is bereid om voor haar kindje te vechten!! Ankie nodigt haar uit om te blijven eten maar Tanja wil nu haast maken, zo snel mogelijk schoon schip maken met haar ouders, dan heeft ze dat maar achter de rug. Haar hart is zwaar als ze denkt aan de mogelijke reactie van haar ouders, maar dit móét ze doen. En zo gaat ze naar huis. Ankie kijkt haar na als ze het tuinpad afloopt en er is een gebed in haar hart voor dit jonge mensenkind.
Als Olaf thuiskomt is het eten nog niet klaar, Ankie vertelt hoe dat komt, ze vertelt wat er die middag allemaal is gebeurd en besproken en ook Olaf hoopt dat het allemaal mee zal vallen voor Tanja als ze thuis vertelt van haar zwangerschap…
Inmiddels is Tanja naar huis gelopen, met trillende handen opent ze het tuinhekje. Ze ziet aan de auto op de oprit dat haar vader al thuis is. De ouders van Tanja zijn mensen die een ruim inkomen hebben en een bepaalde status. Ze bewonen een prachtig vrijstaand huis met een enorme lap grond eromheen. Ze hebben beiden een dure auto en gaan dikwijls in de avonden naar society party’s. Ze zijn bekende verschijningen in die wereld en heel erg op decorum gesteld. Ook Tanja heeft het met de paplepel ingegoten gekregen: je netjes gedragen, eten zonder knoeien, keurig antwoorden als iemand iets vraagt en hóé je je ook voelt, net doen alsof er niets aan de hand is, altijd zorgen voor een fraai buitenkantje. Jaja, denkt Tanja bitter, dat is gemakkelijk gezegd maar binnenkort zal haar binnenkant niet meer door haar buitenkantje verhuld kunnen worden. Dan zal iedereen kunnen zien wat er met haar aan de hand is. Moedeloos doet Tanja de deur open en gaat naar binnen. Haar ouders zitten samen in de kamer, papa leest de krant en mama kijkt tv. Het eten staat op en het is even wachten tot alles gaar is. Tanja groet haar ouders en gaat dan alvast aan tafel zitten. Haar ouders merken het nauwelijks.
———-
Nerveus zit Tanja aan tafel en terwijl ze wacht tot het eten klaar is overdenkt ze steeds weer de zinnen die ze onderweg heeft gerepeteerd. Straks als ze gegeten hebben en haar ouders beiden nog aan tafel zitten zal ze het zeggen. Ja, Ankie heeft haar moed ingesproken en zelf beseft Tanja ook dat het noodzakelijk is om haar ouders op de hoogte te stellen van de zwangerschap, wát er ook van mag komen.
10 Minuten later komt mama met dampende schalen naar binnen en zet ze op de tafel. Ze vraagt haar man, die totaal verdiept is in de krant, aan tafel te komen en dan schept ieder zich wat eten op het bord. Bidden voor de maaltijd doen ze niet, ze zijn niet gelovig en beide ouders zijn ook zelf niet zo opgevoed dus daar wordt ook in het gezin niets aan gedaan. Tanja krijgt nauwelijks een hap door haar keel, ze prikt doelloos in haar bord rond maar ook dat merken haar ouders niet op. Ze eten stilzwijgend, er wordt niet veel gesproken aan tafel en ook verder wordt er weinig gesproken in het gezin. Als haar ouders beiden thuis zijn zijn ze meestal afzonderlijk van elkaar verdiept in de tv, computer of een boek en Tanja gaat grotendeels haar eigen gang. Op feestjes straalt vooral mama aan de arm van papa en lijkt alles heel mooi, maar in de dagelijkse gang van zaken is daar weinig van te merken. Uiteindelijk is de maaltijd ten einde, Tanja heeft alles nog op haar bordje liggen, onder de tafel klemmen haar handen zich ineen en haar gezichtje is wit als ze zegt: “pap, mam, ik moet jullie iets vertellen”. De ogen van Theo en Caroline gaan vragend naar hun dochter als ze haar aankijken. “Eh, eh..” hakkelt Tanja. “eh…” ze is alle woorden en zinnen vergeten die ze bedacht had en op een wilde, wanhopige toon roept ze uit “Ik ben zwanger!!!”
Het wordt doodstil aan de tafel, Caroline kijkt met ogen die groot zijn van ontzetting naar Tanja, sprakeloos is ze. Theo fronst zijn wenkbrauwen en begint meteen met verwijten aan Tanja’s adres. Hoe ze dat nou heeft laten gebeuren, ze is toch zo heel anders opgevoed, ze heeft niet eens echt verkering. “Hoe kun je nou zó stom zijn!!” buldert zijn stem door de kamer. Caroline barst in een hysterische huilbui uit, oh wat zullen de mensen wel zeggen, wat een schande voor hun gezin, ze schaamt zich nu al als ze er aan denkt. Tanja zit verslagen op haar stoel en zegt niets. Geen armen die haar insluiten, geen liefdevolle vraag hoe zij dit ervaart, hoe ze zich voelt, wie de vader is, helemaal niets. Opeens slaat Theo hard met zijn vuist op de tafel en woedend is zijn stem als hij beslist dat Tanja het meteen moet laten weghalen. Dit had Tanja verwacht, maar op dit moment is ze totaal lamgeslagen en zegt niets, doet niets, haar ogen lijken leeg en staren naar de muur. “Zit daar niet zo stom te kijken meid” kijft haar moeder, “je gaat morgen meteen een afspraak maken om dit ongedaan te laten maken!!” Tanja lijkt het totaal niet te horen en nogmaals krijst Caroline: “Héb je me begrepen??” Op dat moment lijkt het of er iets ontwaakt in Tanja, ze richt zich op en ferm klinkt haar stem als ze zegt dat ze er niet over denkt om dit leventje, dit kleine hulpeloze kindje, weg te laten halen, beschermen wil ze het met alles wat in haar is. Vechten zal ze, vechten voor zichzelf en voor haar kindje!! Eén moment zijn beide ouders met stomheid geslagen maar dan barst de bom…
———-
Langzaam en dreigend staat Theo op van zijn stoel, zijn ogen fonkelen van woede, als de wrekende gerechtigheid staat hij daar bij de tafel en met zijn vinger wijst hij naar Tanja als hij zegt: “jij, jij stuk ellende!! Wat denk je nou wel helemaal, dat wij gek zijn? Denk je dat wij jou gaan helpen om dit, dit, kind hier groot te brengen? Denk je dat we tot schande van de buurt en van onze vrienden willen worden? Dat ze ons met de vinger nawijzen omdat wij een minderjarige zwangere dochter hebben? Niks ervan, morgenochtend sleep ik je hoogstpersoonlijk mee naar een kliniek waar ze wel raad weten met zulke meiden als jij!! Je bent minderjarig en je hebt ons maar te gehoorzamen!! En nu verdwijn je uit mijn ogen, weg jij naar boven!!” Totaal ontredderd staat Tanja op van haar stoel en wankelt de kamer uit, de trap op en in haar kamertje laat ze zich huilend op haar bed vallen. Zie je wel, ze had het geweten, haar ouders denken alleen aan zichzelf en de schande die zij hen aandoet. Ze interesseren zich er niet eens voor hoe dit alles voor haar, Tanja, moet zijn. Tanja voelt zich verlaten en zo eenzaam als ze zich nog nooit in haar hele leven gevoeld heeft. Ze weet zich geen raad en het lijkt alsof ze nooit meer kan stoppen met huilen. Uren later ligt ze uitgeput, met haar kleren nog aan, bovenop haar dekbed en langzaam ontfermt de slaap zich over haar. Er is niemand die nog even naar haar komt kijken.
Om 5 uur in de morgen wordt Tanja verstijfd en koud wakker. Even weet ze niet wat er is en waarom ze zo koud en stijf is, maar dan komen alle herinneringen aan de vorige avond weer in alle hevigheid naar boven en opnieuw neemt de wanhoop bezit van haar. Een golf van paniek overvalt haar, straks zal papa haar meenemen naar een kliniek om haar kindje weg te laten halen. Tanja rilt bij de gedachte, ze wil haar kleine kindje beschermen maar hoe? Wat kan ze doen? Ze heeft geen geld, geen baan, geen mogelijkheid om zelf voor haar kindje te zorgen, wat moet ze doen?? Ankie, schiet het door haar heen, ze gaat naar Ankie, misschien dat die haar kan helpen. O ja, snel, snel, voordat papa en mama wakker worden moet ze hier weg zijn. Zo stil als ze kan sluipt ze haar kamertje uit, de trap af en zonder ook maar iets mee te nemen gaat ze zachtjes de deur uit. Vlug vliegen haar voeten door de straten rechtstreeks naar het huis van Ankie. Ze ziet niets, hoort niets, ze loopt en loopt of haar leven ervan af hangt en het duurt niet lang of ze staat hijgend voor de deur van Ankie. Zonder na te denken drukt ze op de bel en hoort hoe de klank luid en helder door de woning klinkt. Schichtig kijkt Tanja om zich heen alsof ze elk moment haar ouders ergens kan zien opdoemen om haar mee te slepen naar de kliniek. Nogmaals drukt ze op de bel en ergens in huis gaat een licht aan. Voetstappen komen naar de deur en als deze open gaat staat Olaf daar met verwilderde haren verbaasd te kijken naar een jong meisje dat hem als een haas voorbij schiet naar binnen.
“Hela, wie ben jij, wat doe je?” schrikt Olaf. Het meisje kijkt hem met wanhopige ogen aan en barst in luid snikken uit. “Het mag niet, het mag niet, ze mogen me niet meenemen” snikt ze en Olaf krijgt medelijden met dit jonge meisje. Dat ze geen kwade bedoelingen heeft kan een kind zien maar wie is ze en wat doet ze hier? Ankie, wakker geworden van alle geluiden komt in haar ochtendjas de kamer binnen en met één oogopslag ziet ze de huilende Tanja en haar ontredderde echtgenoot. Zachtjes zegt ze; “Dit is ze, het meisje waarvan ik je verteld heb, ik denk dat er iets mis is gegaan thuis”. Ah, nu begrijpt Olaf met wie hij van doen heeft en met een knikje naar Ankie zegt hij zachtjes: “Ik laat jullie dan eerst maar even alleen, dat voelt voor haar veiliger denk ik”. Ankie kijkt hem dankbaar na als hij terug gaat naar de slaapkamer.
———
Zachtjes gaat Ankie naast het zielsbedroefde en wanhopige meisje zitten. Ze zegt niets, slaat alleen haar armen om haar heen, strijkt haar zachtjes over het haar en laat haar uithuilen. Langzaam maar zeker komt Tanja tot bedaren en uiteindelijk voelt Ankie dat ze ontspant. Een diepe trillende zucht en dan kijkt Tanja op naar Ankie. “Ik weet niet meer wat ik moet doen, ik ben zo bang” fluistert ze en opnieuw begint ze te huilen. Ankie praat zachtjes tegen haar, zegt geruststellende woorden en als Tanja rustig wordt vraagt ze haar te vertellen wat er zo mis gegaan is thuis. Tanja begint te vertellen, alles, hoe zij had verteld van haar zwangerschap en de reactie van haar ouders hierop. Ankie schrikt als ze hoort hoe deze ouders met hun kind omgaan, van binnen is ze diep verontwaardigd maar tegenover Tanja probeert ze zo neutraal mogelijk over te komen. “Ach weet je lieverd, je ouders zijn natuurlijk vreselijk geschrokken toen ze dit hoorden en hebben impulsief gereageerd. Ze menen het toch vast niet zo?” Moedeloos schudt Tanja haar hoofd, “jij kent ze niet Ankie, ze menen het wel degelijk. Voor hen is alleen de buitenkant belangrijk, alles moet er zo mooi en perfect mogelijk uitzien om anderen de ogen uit te steken. Ze willen demonstreren hoe goed en perfect hun huwelijk is, hoe goed ons gezin het met elkaar heeft, hoe goed we het financieel hebben en ga zo maar door. Maar bij ons thuis is het nooit meer gezellig zoals vroeger, we doen nooit meer iets met elkaar, er is geen aandacht, geen liefde meer, niet tussen mijn ouders maar ook niet voor mij. Echt Ank, het is eigenlijk gewoon een grote puinhoop met een laagje vernis er overheen, toneelspel!”
Ankie weet niets te zeggen, in stilte vraagt ze de Here God om wijsheid want ook zij weet zich op dit moment geen raad met de situatie. Ze helpt Tanja overeind van de bank en zegt dat ze eerst maar eens even lekker tot rust moet komen en een poosje slapen. Ze brengt haar naar de logeerkamer en geeft haar wat nachtkleding van haarzelf. “Voor nu kun je hier wel even blijven, ondertussen zal ik kijken wat wij voor je kunnen doen. Ontspan je maar even”. Tanja kijkt haar dankbaar aan en met een hele diepe zucht duikt ze onder de deken en sluit haar ogen. Zachtjes verlaat Ankie de slaapkamer.
Als ze haar eigen slaapkamer in komt ziet ze Olaf die rechtop in bed op haar zit te wachten. Hij kon niet meer in slaap komen en heeft zich afgevraagd wat er aan de hand was. Ankie vertelt hem wat ze gehoord heeft en dat ze Tanja maar even in bed gestopt heeft. Olaf rimpelt zijn voorhoofd, tja, dat is inderdaad een hele ingewikkelde geschiedenis aan het worden zo. En wat is wijsheid? Ook hij weet dat niet en samen met Ankie vouwt hij de handen en bidden ze of de Here God wijsheid en uitkomst wil geven. Daarna kruipen ze tegen elkaar aan in bed en proberen de slaap nog even terug te pakken, het is immers nog zo vroeg, ze hebben nog even voor de wekker gaat.
———-
Als eerste belt Ankie de volgende morgen naar haar werk om te vragen of ze een dagje vrij mag. Ze krijgt de dokter zelf aan de telefoon en legt hem de geschiedenis uit. Hij weet immers ook van haar bemoeienis met Tanja. De dokter vindt het meteen goed dat ze thuisblijft en hoopt dat ze iets voor het meisje kan betekenen. Daarna ruimt ze zachtjes een beetje op, zet koffie en smeert een boterhammetje. Diep in gedachten eet ze haar ontbijt en drinkt haar koffie. Ondertussen vraagt ze zich af wat ze moet- en kan doen voor Tanja. In ieder geval moet deze straks meteen haar ouders bellen om te vertellen dat ze veilig is want die zullen zich geen raad weten als ze merken dat ze weg is. Maar dan?
Een uurtje later komt een schuwe Tanja de kamer binnen. Het kind ziet wit en haar ogen staan dof. Het is duidelijk dat ze zich ellendig voelt na alles wat er gebeurd is. Ankie gaat eerst maar een ontbijtje voor haar klaarmaken en brengt het haar op de bank. “Hier vrouwtje, eet dit maar eerst eens lekker op en dan gaan we daarna overleggen hoe we dit verder aanpakken, het komt heus goed!!” Het laatste komt er met overtuiging uit en Ankie verbaast zich over haar eigen woorden, oei, ze hoopt maar dat ze het waar kan maken…. Maar meteen met deze gedachte weet ze dat zijzelf niets waar kan maken maar dat er Iemand anders is die dat wél kan, haar grote betrouwbare hemelse Vader! Ze voelt hoe er rust in haar hart komt en in stilte dankt ze Hem daarvoor. Als Tanja met moeite het boterhammetje naar binnen heeft gewerkt en haar thee heeft gedronken zegt Ankie: “Als eerste moet je echt even naar je ouders bellen. Die zullen ondertussen wel heel ongerust zijn en voordat ze overal gaan zoeken en de politie gaan waarschuwen moet je ze laten weten dat het goed met je gaat. Of je hen vertelt wáár je bent dat zou ik maar laten afhangen van het gesprek. Kom meid, ik blijf erbij”. Met trillende vingers toetst Tanja het nummer in van haar ouders op de mobiel van Ankie want die van haar heeft ze thuis achter gelaten. Er wordt meteen opgenomen en met een zenuwachtige stem waarin de spanning doorklinkt noemt haar moeder haar naam. Tanja meldt zich en vertelt dat ze veilig is. Haar moeder ontploft zowat van woede en begint haar meteen uit te kafferen, hoe ze het in haar hoofd haalt weg te lopen en haar ouders zo in ongerustheid te brengen. Ze moet nu metéén zeggen waar ze zit dan komt papa haar halen en brengt haar naar een kliniek. Tanja schudt haar hoofd en zegt opnieuw heel beslist dat ze er niet over denkt om haar kindje te laten weghalen. “Ik wil dit kindje houden mama, en ik wil ervoor vechten. Ik weet nog niet hoe ik het allemaal moet gaan doen maar ik heb hulp en ik zal ervoor zorgen dat dit kindje alles krijgt wat het nodig heeft”. “Kind, doe niet zo onnozel, je hebt niks, geen afgeronde opleiding, geen geld, geen plek om te wonen, helemaal niks!! Je zegt me nu waar je bent!!”. “Nee mama, ik wilde alleen dat jullie weten dat het goed met me gaat. Dag mama”. En meteen sluit ze het gesprek af. Dan, alsof haar krachten het begeven, zakt ze in en huilt bijna geluidloos dikke tranen. Ankie, die er naast heeft gezeten en het gesprek heeft kunnen volgen slaat haar armen om dit verdrietige kind heen en zo zitten die twee daar een hele tijd.
Die verdere dag doen ze niets bijzonders, Ankie laat Tanja ’s middags nog eens lekker even slapen en ondertussen belt ze Olaf. Ze heeft na het telefoongesprek dat Tanja met haar moeder voerde begrepen dat ze thuis op dit moment niet veilig is. Ze zouden haar tegen haar wil meenemen om haar kindje te laten aborteren en Ankie wil dat Tanja eerst rust krijgt om alle dingen goed te overdenken. Ze vraagt Olaf of hij ermee akkoord gaat dat Tanja eerst een poosje bij hen blijft om tot rust te komen. Olaf vindt dat goed en belooft dat ze samen met Tanja die avond de zaken op een rijtje zullen leggen om te kijken wat de mogelijkheden zijn. De verdere dag gaan ook zijn gedachten telkens naar Tanja en haar kindje en als hij ’s avonds thuiskomt en ze aan tafel zitten begint hij te praten…
———-
“Luister Tanja, ik heb begrepen dat je ouders persé jouw kindje willen laten weghalen, maar dat kan niet zomaar, daar heb jij ook nog wel een stem in hoor. Toch vind ik het belangrijk om met je ouders samen te overleggen en ik stel voor dat ikzelf hen bezoek om met hen te praten. Verder is het ook belangrijk om toch de vader van het kindje op de hoogte te stellen en ook daarin wil ik, en Ankie ook, jou steunen en erbij zijn als je het hem én, samen met hem, zijn ouders vertelt”. Tanja knikt, ze vindt alles best zolang ze het maar niet alleen hoeft te doen. Het doet Ankie goed als ze ziet dat Tanja dit keer wat makkelijker haar eten weg krijgt en ze knikt haar bemoedigend toe. Na het eten ruimt ze snel de vaat weg en zitten ze nog een poosjes bij elkaar, ieder verdiept in de eigen gedachten maar in Tanja is een stukje rust gekomen en ze vraagt zich hardop af hoe dat nou kan? Ze dacht dat ze nóóit meer rustig zou kunnen zijn in deze chaos waarin ze terecht was gekomen. Olaf kijkt Ankie aan en zegt dan dat ze voor haar gebeden hebben. “Gebeden?” vraagt Tanja. Ja ze heeft wel gemerkt dat deze mensen bidden voor het eten maar voor haar bidden? “Jazeker, weet je we mogen altijd alles aan de Here God vragen, alles met Hem bespreken, al onze zorgen en problemen, ons verdriet, ook de mooie dingen, en Hij is er altijd om naar ons te luisteren en ons te helpen”. Tanja kijkt hem nadenkend aan, oh ja, natuurlijk kent ze wel mensen die ook gelovig zijn, maar echt verdiept in hun geloof heeft ze zich nooit. Hoewel ze er niets vanaf weet vindt ze het toch wel heel bijzonder dat ze zich zoveel rustiger voelt dan deze morgen en nieuwsgierig naar meer vraagt ze of Olaf er nog iets meer over wil vertellen? En dat doet Olaf graag.
Olaf begint te vertellen hoe de Here God ooit alles heeft geschapen, hoe mooi alles was maar hoe ook alles is misgegaan door de influisteringen van de duivel waardoor er zonde is gekomen en een verwijdering tussen de mensen en de Here God. Hij vertelt ook over de Here Jezus, de Zoon van God die naar de aarde is gekomen om de prijs voor de zonde te betalen. Tanja hangt aan zijn lippen, zoiets heeft ze nog nooit gehoord, hoe bijzonder! “De Here Jezus heeft ervoor gezorgd dat wij weer in contact konden komen met Zijn Vader, de Here God, dat we met Hem mogen praten en dat doen we dus als we bidden”. Het is stil als Olaf is uitgesproken. Tanja moet dit alles even verwerken, ze hoort zoveel nieuwe dingen nu. Een poosje later gaan ze naar bed en doordat ze allemaal vermoeid zijn van deze enerverende dag slapen ze bijna meteen zodra hun hoofd het kussen raakt.
Als Tanja de volgende morgen wakker wordt ziet ze dat het nog vroeg is en stilletjes blijft ze liggen, lekker in het holletje van de dekens. Opnieuw verwondert ze zich over de rust die ze voelt, ze denkt aan het gesprek van de vorige avond, Olaf die vertelde over de Here Jezus, echt heel bijzonder. Zou zij ook… zou zij misschien ook wel met die Here God kunnen praten? Ze heeft geen idee. Zachtjes aan soest ze weer een beetje weg om dan opnieuw wakker te worden als ze de slaapkamerdeur van Ankie en Olaf hoort. Ze spitst haar oren om te horen of de badkamer vrij is en dan glipt ze naar binnen om te douchen. Na zich afgedroogd te hebben trekt ze het ondergoed en de kleding van Ankie aan die haar toch wel een aardig stukje te groot is. Vandaag heeft Olaf beloofd naar haar ouders te gaan en te vragen om wat kleding voor haar. Ze hoopt maar dat het goedkomt.
Olaf houdt zijn belofte en na zijn werk rijdt hij meteen naar het door Tanja opgegeven adres. Hij heeft de ouders van Tanja niet van tevoren op de hoogte gesteld van zijn komst, volgens haar zijn ze elke avond om etenstijd samen thuis dus hij waagt het erop. Als hij aanbelt wordt de deur geopend door een man die hem niet bepaald vriendelijk aankijkt. “Ja?” “Dag meneer, mijn naam is Olaf en ik kom hier namens uw dochter Tanja, kan ik even binnenkomen?” Theo lijkt even uit het veld geslagen maar opent dan toch de deur wat verder om Olaf binnen te laten. “Caroline, we hebben bezoek” bast zijn stem door de hal. Caroline komt uit de keuken, benieuwd wie de gast zal zijn. Als Olaf zich nogmaals heeft voorgesteld zakken de ouders met een vragende blik op de bank. Olaf begint te praten, over Tanja en haar kindje en haar wens om dit kindje geboren te laten worden. Theo springt woedend op van de bank en begint Olaf uit te schelden, waar bemoeit hij zich mee, het is hún dochter en ze moet niet denken dat ze ooit nog een stap in hun huis zal mogen doen als ze dit kind houdt!!! Olaf blijft rustig en vertelt dat hun dochter momenteel bij hem en Ankie verblijft en dat zij er alles aan doen om Tanja hierin te helpen en te steunen. “Je mag haar houden!! Rotmeid!!” roept Theo en kwaad beent hij de kamer uit. Caroline zit als verstijfd op de bank en kijkt Olaf glazig aan. Olaf vraagt of ze wat kleding en persoonlijke spullen voor Tanja bij elkaar zou willen zoeken zodat hij dat mee kan nemen. Caroline gaat naar boven om aan dat verzoek te voldoen en Olaf hoort hoe Theo boven nog steeds aan het schelden is, nu tegen zijn vrouw. Als Caroline even later beneden komt met de gevraagde spullen neemt Olaf ze in ontvangst en maakt aanstalten om het huis te verlaten. Hij ziet dat Caroline tranen in de ogen heeft maar ze zegt verder niets. Geen groet aan Tanja, helemaal niets.
———-
Thuisgekomen overhandigt Olaf de spullen aan Tanja en vertelt dat het gesprek bij haar thuis niet al te gemakkelijk was maar dat haar ouders het goedvinden dat ze voorlopig bij hen blijft. Hij vertelt niet hoe haar vader had gereageerd, het meisje heeft het zo al moeilijk genoeg. Ankie licht hij wel in, als Tanja naar bed is hebben ze samen nog een lang gesprek waarin ze besluiten om Tanja bij hen te houden zolang dat nodig is. Samen bidden ze nog voor ze gaan slapen en ze vragen de Here God of Hij Tanja’s hart verder wil aanraken en ook dat van haar ouders.
De andere dag staat er nog een moeilijke missie op het programma, Tanja moet de vader van haar kindje vertellen dat ze zwanger is maar Ankie heeft beloofd mee te gaan. Tanja is alleen thuis als Ankie naar haar werk is en in die tijd maakt ze een afspraak met Thomas, haar vriendje. Als Ankie uit haar werk komt drinken ze eerst samen een kopje thee en dan is het tijd om naar Thomas te gaan. Hij wilde Tanja gewoon thuis ontvangen, zijn ouders werken en hij is toch alleen thuis tot etenstijd, dus alle ruimte om te praten. thomas is 19 jaar en studeert architectuur. Hij is wel nieuwsgierig waarom Tanja zo officieel en geheimzinnig doet. Ze wilde door de telefoon niet vertellen waarvoor ze kwam en nu hij dan de deur voor hen opent is de spanning duidelijk van zijn gezicht te lezen. “Hoi Tan, dag mevrouw” zegt hij terwijl hij Ankie de hand schudt. “Zeg maar Ankie tegen me hoor, anders voel ik me zo oud”, glimlacht Ankie. Als een echte gastheer noodt hij hen binnen en vraagt of ze iets willen drinken. Tanja schudt haar hoofd en vertelt dat ze net thee op hebben om dan te vervolgen:: “Eh, Tom, ik moet je iets vertellen… eh, je weet dat we een tijdje terug te eh, nou ja, te ehh ver zijn gegaan?” Thomas knikt, niet begrijpend waar Tanja heen wil, en Tanja gaat verder: “Nou eh, ik had nooit gedacht dat het kon van één zo’n keertje maar ik eh, ik ben zwanger…”. Vol ongeloof staart Thomas Tanja aan, nee, dit kon toch niet? Hij is sprakeloos en kan niet anders doen dan naar Tanja blijven staren. Hij is totaal overdonderd door dit nieuws. Ankie ziet hem verbleken en ze houdt hem scherp in de gaten, doktersassistente als ze nou eenmaal is.
Zwijgend zitten de drie daar bij elkaar en dan is het Thomas die zichzelf bijeen raapt. “Wat moeten we nou Tan? Wat mij betreft is het kindje laten weghalen geen optie, hoe denk jij daarover?” Tanja is opgelucht dat Thomas er net zo over blijkt te denken als zij. “Nee, ik wil het ook graag houden maar mijn ouders zijn razend en willen dat ik naar een abortuskliniek ga”. Thomas schudt zijn hoofd, hij kent de ouders van Tanja wel, ze zijn immers al langer vrienden en komen regelmatig bij elkaar over de vloer. “En nu dan?”Tanja vertelt dat ze tijdelijk bij Ankie en Olaf woont en dat die haar proberen verder te helpen. Thomas heeft voor zijn 19 jaar toch al een behoorlijk verantwoordelijkheidsgevoel en behalve die ene keer met Tanja heeft hij nog nooit zoiets gedaan. Hij heeft, behalve Tanja, ook niet echt vriendinnetjes gehad. Hij en Tanja kunnen zo goed met elkaar overweg dat hij daar niet eens behoefte aan heeft gehad. Natuurlijk bestaat hun vriendengroep uit veel meer jongens en meisjes maar zo hecht als met Tanja is hij met niemand en op dit moment beseft hij pas goed hóé zeer hij Tanja mag…
“Ik ga vanavond nog met mijn ouders overleggen, ik ben de vader van ons kindje en ik wil er dan ook voor zorgen!! Dan breek ik mijn studie maar af en ga gewoon werken, het maakt mij niet uit maar ik zál er voor jullie zijn Tan!” Tanja is ontroerd door deze woorden maar ze voelt zich ook bezwaard dat Thomas misschien zijn studie moet afbreken en zijn toekomst in duigen ziet vallen. “Kan het niet anders Tom” vraagt ze. Thomas belooft alles goed te overdenken en met zijn ouders te spreken en daarna ook met haar, Ankie en Olaf de dingen door te spreken.
Met een opgelucht hart gaan Ankie en Tanja even later terug naar huis. “Wat een lieve jongen Tanja, daar mogen we heel dankbaar voor zijn en ik hoop dat zijn ouders ook zo rustig zijn want ook voor hen is dit natuurlijk een hele grote schok en heel iets anders dan ze voor zijn toekomst hadden gehoopt”. Tanja knikt stil. Ja, voor de ouders van Thomas is dit ook een bittere pil.
———-
De andere morgen besluit Thomas om de colleges een dagje te laten schieten en belt hij ’s morgens vroeg Tanja al op. Hij vraagt haar om ’s avonds met Ankie en Olaf bij hem thuis te komen om samen met zijn ouders over de zaken te praten. “Waren ze erg kwaad?” wil Tanja weten. “Nou nee, wel heel erg geschrokken maar ze vinden een kindje ook iets heel kostbaars en ze willen er alles aan doen om ons hierbij te helpen”. Als hij de telefoon heeft neergelegd blijft hij stil en nadenkend zitten. Zoveel dingen gaan er door zijn hoofd, maar dan vouwt hij stil zijn handen en bidt tot God. Hij is gelovig opgevoed en thuis wordt er altijd gebeden en uit de bijbel gelezen maar zelf heeft hij er de afgelopen paar jaar een beetje de brui aan gegeven. Nu hij dan op dit punt van zijn leven in de knoei zit zoekt hij als vanzelf de hulp op waar hij hem al van jongs af aan weet te vinden, bij de Here God.
Diezelfde avond gaan Ankie, Tanja en Olaf op weg naar het huis van Thomas. Tanja kent de ouders van Thomas wel, lieve mensen die altijd vriendelijk en gastvrij zijn. Maar hoe zullen ze haar nu ontvangen? Tanja is bang en loopt met een zwaar hart met de andere twee mee. Als ze hebben aangebeld wordt de deur geopend en het eerste dat Marga, Thomas’ moeder, ziet is Tanja die als een angstig klein meisje half achter Ankie wegschuilt. Bange ogen kijken haar aan en haar hart smelt van medelijden. Ze spreidt haar armen en zegt: “meisje, meisje toch, wat moet jij het moeilijk hebben gehad, kom hier lieverd”. Ze slaat beide armen om Tanja heen en dan voelt Tanja alles van zich afglijden, de angst, de spanning, de eenzaamheid en grote tranen druppelen langs haar gezicht. Marga laat haar even begaan, ach toch, zo’n jong meisje dat al zulke grote problemen heeft. Zij en haar man zijn uiteraard geschrokken van het bericht dat hun zoon vader zal worden, maar ze hebben hem geen verwijten gemaakt en Tanja ook niet. Door verwijten te maken kun je dingen niet ongedaan maken, ze moeten hiermee dealen en voor hen is dit kindje al helemaal hún kleinkind en dat vertedert hun hart en maakt dat ze alles willen doen om deze twee jonge mensen te helpen.
Als ze wat later met een heerlijk geurend bakje koffie bij elkaar zitten worden de zaken van alle kanten belicht, in ieder geval moet Thomas gewoon zijn studie afmaken, dat vinden zijn ouders belangrijk. Het is natuurlijk jammer dat Thomas en Tanja niet echt een liefdespaar zijn, in dat geval zou het gemakkelijker geweest zijn om te helpen door bijv. Tanja en later ook het kindje, onderdak te geven totdat Thomas zijn studie heeft afgerond en zelf de kost kan gaan verdienen. Maar nu is dat wat lastiger. Ze bieden in ieder geval wel aan om financieel bij te springen want Ankie en Olaf kunnen natuurlijk niet alle kosten voor hun rekening nemen voor hun onverwachte logé. Gelukkig studeert Thomas vlakbij zodat hij veel thuis kan zijn en met Tanja samen ook dingen kan gaan kopen voor het kindje, of mee kan gaan naar de verloskundige.
Aan het einde van de avond zijn er veel praktische zaken besproken en als Ankie en Olaf aangeven naar huis te gaan vraagt Johan, de vader van Thomas, of ze het goed vinden om nog met elkaar samen te bidden, hij legt uit dat zij gelovige mensen zijn die hun steun zoeken en vinden bij de Here God. Ankie en Olaf zijn verrast, dit hadden ze niet verwacht maar ze zijn er heel blij mee en vertellen dat ook zij dat gewend zijn te doen. Johan bidt een indringend gebed waarin hij vraagt om wijsheid maar waarin hij ook zijn dank uitspreekt voor het nieuwe leven dat in Tanja groeit. Tanja wordt er helemaal warm van, ze is dit niet gewend maar ze vindt het wel heel mooi en weer komt de gedachte in haar op om ook eens met die God te praten…
———–
De dagen rijgen zich aaneen, de zwangerschap verloopt voorspoedig, de zomer gaat over in de herfst en de bomen verwisselen hun groene bladeren in een herfsttooi. De dagen worden nu ook wat korter, de nachten wat kouder en intussen zijn alle mensen om Tanja heen bezig met de voorbereidingen voor het nieuwe leventje. Marga en Johan komen menig keer met leuke dingetjes voor de baby en ze hebben Tanja ook meegenomen om een kinderwagen uit te zoeken. Ankie en Olaf hebben een kamertje voor het kindje in orde gemaakt. Zachte kleuren aan de wanden, een ledikantje dat al kant en klaar staat te wachten, een commode, stapels luiers en andere dingen die zo’n klein mensje nodig heeft en Tanja is er zo dankbaar voor. Ze heeft haar school weer opgepakt, dit is haar laatste jaar en ze probeert het zo goed en zo kwaad als het gaat toch vol te houden. Thomas ziet ze heel dikwijls en altijd weer is hij vol zorg voor haar, vraagt hoe het gaat, of ze zich goed voelt en of hij iets voor haar kan doen. Meer en meer groeien die twee naar elkaar toe en haast ongemerkt beginnen er binnen in Tanja’s buik toch wat vlindertjes te fladderen en wat voetjes te trappelen. Ja iedereen leeft heel erg mee… behalve Caroline en Theo, Tanja heeft nog een paar keer geprobeerd met haar ouders te praten maar ze hebben haar heel duidelijk gemaakt dat dit alles absoluut tegen hun wil gebeurt en dat zij verder hun handen van haar aftrekken. Dat maakt Tanja heel verdrietig.
Het is een sombere dag in oktober en zoals zo menig keer dwaalt Ankie door het kleine kamertje. Ze streelt met haar handen over het fraaie dekentje, kijkt in de kast waar wat kleine kleertjes liggen en hangen. Neutrale kleertjes want Tanja wil niet van te voren weten of het een jongen of een meisje zal worden en peinzend gaat ze bij het raam in de gemakkelijke stoel zitten. Daar komen dan haar eigen verlangens naar boven, haar pijn en verdriet om haar onvruchtbaarheid, haar diepe wens om toch óók een kindje te mogen hebben, en zelfs is er een spoor van afgunst omdat Tanja wel- en zij niet zwanger mag zijn. Ankies handen klemmen zich even om de leuning van de stoel als ze zover is met haar gedachten. Klaaglijk zegt ze: “Here God, het is toch eigenlijk oneerlijk dat zij wél een kind krijgt en ik niet? Zij wilde het niet eens hebben in eerste instantie, het brengt haar alleen maar problemen en bij mij zou het zoveel beter af zijn geweest. Het zou vanaf het begin meer dan welkom zijn geweest. Waarom toch, waarom??” Zachtjes druppelen er tranen op Ankie’s in haar schoot verstrengelde handen. En zo groeit langzaam maar zeker de jaloezie ten opzichte van Tanja, oh ja, Ankie houdt van het meisje maar ze gunt haar dit kindje niet maar daar is Ankie zich op dit moment nog niet helemaal van bewust. Het is een gevoel dat diep binnenin haar steeds meer gaat woekeren.
Een poosje later zit Ankie met een kopje soep en een boterham aan de keukentafel en doet haar best om haar zinnen te verzetten. Wat zal ze eens te eten maken vanavond? Nadat ze haar lunch heeft opgegeten trekt ze haar jas aan en gaat boodschappen doen. De wind rukt aan haar jas en haar haren wapperen alle kanten uit, het is fris maar Ankie voelt er niet veel van. Nog steeds malen haar gedachten verder en dat maakt dat ze met een somber gezicht de weg naar de supermarkt aflegt. Ze ziet niets of niemand om haar heen totdat ze opeens opkijkt omdat ze haar naam hoort noemen. Het is Marleen die met aan elke kant een schattig meisje op haar af komt lopen. Ankie ziet meteen dat het de geadopteerde Chinese meisjes moeten zijn. Haar hart is vertederd door de aanblik van deze twee kleine dametjes. Ze buigt zich over naar de meisjes en vraagt hoe ze heten. De meisjes noemen verlegen hun naam en Ankie streelt ze even over het haar. “Wat een mooie dames zijn jullie”, zegt ze tegen de twee. Ze kijkt Marleen aan en ze maakt haar excuus voor het feit dat ze de vorige keer nogal kortaf had gedaan. Ze vertelt er niet bij waarom dat zo was maar voor Marleen is het allang goed. “Ach meid, iedereen heeft weleens zijn dag niet, het is oké hoor”, zegt ze hartelijk. Ze blijven nog even staan praten en dan gaat ieder zijns weegs. Marleen naar huis en Ankie naar de supermarkt. Ze is door de afleiding en het gesprekje toch weer wat bijgetrokken en met interesse bekijkt ze de aanbiedingen in de supermarkt en zoekt wat lekkers uit voor het avondeten.
Als ze ’s avonds met zijn drieën aan tafel zitten vraagt Tanja van alles over het geloof. Ze ziet hoe Ankie en Olaf leven, hoe het er bij Thomas thuis aan toe gaat en ze vergelijkt dat met hoe het bij haar thuis was. Ze is oprecht geïnteresseerd en wil heel graag meer weten over wie de Here God is en over het offer dat Zijn Zoon, de Here Jezus heeft gebracht voor alle mensen, ja ook voor haar zo is haar verteld. Ze is al een paar keer mee naar de kerk geweest en ook Thomas heeft deze goede gewoonte weer opgepakt. Ook met hem praat Tanja vaak over deze dingen, ze wil er zo graag alles van weten. Wat ze nog nooit aan iemand heeft verteld is dat ze ’s avonds in haar bed stiekem haar handen vouwt en ook probeert om te bidden. Eigenlijk schaamt ze zich er wel voor want het lijkt nergens naar, ze kan niet zo mooi bidden als de anderen die ze hoort bidden. Haar bidden lijkt meer op een praatje met een buurman ofzo en dat is natuurlijk helemaal niet goed genoeg, maar ondanks dat merkt ze dat het haar toch wel iets van rust geeft.
Als de nacht zich langzaam over het huis en zijn bewoners ontfermt liggen er in 2 slaapkamers een vrouw die met gevouwen handen een gesprek voeren met de Here God. De één zegt: “Eh God, ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen tegen U, ik ken U natuurlijk helemaal niet maar ik vind U toch wel interessant. Ik wil best nog veel meer van U weten, maar ik ben nu moe en ga slapen. Eh, trusten”. Met een hart waarin de laatste tijd veel meer rust is gekomen zakt Tanja weg in een diepe slaap. In de andere kamer ligt Ankie, ook zij heeft haar handen gevouwen maar haar hart is opstandig. Ze kán maar niet aanvaarden dat ze geen kindje mag krijgen, het voelt zo verschrikkelijk oneerlijk en ze zegt: “Here, ik snap er helemaal niks van en ik ben echt boos. U kunt toch alles? Waarom geeft U ons geen kind? Heer alstublieft geef ons toch een kind!!”, onrustig draait ze zich op haar zij en probeert te slapen, maar haar gedachten malen maar door en het duurt nog uren voor de slaap zich eindelijk over haar ontfermt.
———-
“Zeg Thomas, hoe zie jij de toekomst nou eigenlijk? Hoe zal het met ons verder gaan? Ik kan toch niet voor altijd bij Ankie en Olaf blijven wonen? Maar mijn ouders willen me niet zien en ik ben te jong om met een kindje alleen ergens te gaan wonen. Ik heb natuurlijk geen baan en geen inkomen en hoewel ik echt wel mijn best wil doen om voor onszelf te kunnen gaan zorgen heeft dat natuurlijk nog wel tijd nodig”. Thomas kijkt Tanja eens aan, hij ziet hoe haar lichaam verandert doordat er een kindje in haar groeit en hij voelt steeds meer liefde voor dit kindje en voor de moeder van dit kindje. Hij begrijpt best dat ze beiden nog erg jong zijn en niet zomaar samen een gezin kunnen gaan vormen maar hij zou toch graag weten of Tanja voor hem hetzelfde voelt als hij voor haar. Heel voorzichtig zegt hij: “Tan, wij zijn samen de ouders van dit kindje dat we nu nog niet kennen maar dat er wel al is, ik houd nu al van hem of haar en ik zie dat jij dat ook doet. En ondanks dat er nog allerlei moeilijkheden zijn en obstakels omdat we nog zo jong zijn ben ik toch ook heel dankbaar voor zoiets moois”. Tanja knikt, ja zo voelt zij het ook. “Hoe sta jij tegenover mij Tan, ben ik voor jou alleen maar de vader van je kindje of is er toch iets meer dan dat?”. Tanja verschiet van kleur, in haar hart heeft ze deze laatste maanden steeds vaker een vonkje gevoeld voor Thomas maar ze heeft het snel weer geblust omdat ze dacht dat Thomas daar helemaal niet mee bezig was en niets voor haar voelde. Onderzoekend kijkt ze hem aan en verlegen geeft ze toe dat ze meer en meer om hem is gaan geven. Thomas kijkt haar liefdevol aan en zegt dat dit wederzijds is. “Zullen we het samen heel voorzichtig een kans geven om te groeien Tanja?” vraagt hij. Tanja’s ogen glanzen als ze blij knikt, ja Thomas is een goede vriend gebleken, lief voor haar, eerlijk, trouw, en met veel verantwoordelijkheidsgevoel. Thomas trekt haar even tegen zich aan “We zullen hier heel rustig mee omgaan Tanja, je bent nog minderjarig en we zullen alles de tijd geven, één stapje tegelijk”, glimlacht hij. Tanja voelt zich blij en gelukkig, bij Thomas voelt ze zich altijd veilig en er gaat rust uit van hem en ook bij zijn ouders voelt ze zich thuis. Hoe kun je in enkele maanden zoveel meemaken en zo veranderen verbaast ze zich in stilte.
Ook Ankie en Olaf’s leven is in de afgelopen maanden veranderd. Ze hebben de zorg voor Tanja spontaan op zich genomen, gedreven door liefde voor dit mensenkind dat op een dieptepunt in haar leven was gekomen en geen uitweg meer zag. Voor Olaf’s gevoel gaat het goed, ja natuurlijk is er een persoon meer in huis en zijn er allerlei veranderingen vanwege de op handen zijnde geboorte van het kindje, maar verder gaat alles toch goed? Volgens hem is Ankie ook opgebloeid door deze uitdaging en heeft ze iets om zich mee bezig te houden, iemand om voor te zorgen en van te houden. Olaf heeft niet in de gaten dat het allesbehalve goed gaat, Ankie wordt met de dag somberder maar probeert het te verbergen. Ze heeft niet in de gaten dat het haar jaloezie is die haar parten speelt. Zoals het kindje binnenin Tanja groeit zo groeit de jaloersheid in Ankie. Het verstikt haar, bezoedelt haar denken en blokkeert haar relatie met de Here God. Meer en meer sluit ze zich in zichzelf op… Oh Ankie toch, had je het maar zelf in de gaten…
Tanja wordt steeds zwaarder en daardoor minder beweeglijk en sneller moe, naar school gaan wordt een probleem en samen met Ankie en Olaf heeft ze, in overleg met de school, besloten een pauze in te lassen. Hierdoor is ze nu hele dagen thuis en probeert ze zich nuttig te maken door wat licht huishoudelijk werk te doen en als Ankie werkt, de voorbereidingen voor het avondeten te doen. Af en toe doet ze ook een boodschapje bij de supermarkt en op een dag ziet ze haar moeder daar ook lopen. Ze versnelt haar pas en tikt haar moeder op de schouder. “Mam, hoi” zegt ze onzeker. Haar moeder bekijkt haar van top tot teen en draait haar hoofd af en loopt door zonder iets te zeggen. Verdrietig en teleurgesteld loopt Tanja verder, wat is dit moeilijk, haar ouders worden toch immers ook opa en oma? En Thomas’ ouders zijn er juist heel blij mee, waarom kunnen haar ouders nou niet blij zijn voor haar?
Onbewust van Tanja’s gedachten loopt Caroline snel verder, weg de supermarkt uit, ze vergeet helemaal dat ze boodschappen aan het doen was, ze laat zomaar haar wagentje staan midden in de supermarkt en loopt weg. Haar voeten brengen haar in rap tempo naar huis, hijgend alsof ze achterna gezeten is komt ze binnen, gooit haar jas zomaar op de grond in de hal en ploft in haar stoel neer. De laatste maanden is er ook hier heel veel veranderd. Er is totaal geen harmonie meer tussen haar en Theo en de rust is totaal verdwenen. Uit gaan ze ook bijna niet meer want natuurlijk hebben al hun vrienden allang in de gaten wat er speelt en wordt er stiekem achter hun rug over hen gefluisterd. Vooral Theo is daar heel erg boos over. Zelf is Caroline meer verdrietig dan boos. Boos op Tanja is ze niet meer, ze mist haar dochter en ze heeft ook de laatste tijd begrepen dat ze veel en veel te weinig aandacht voor haar dochter heeft gehad. Maar Theo is onverbiddelijk, hij geeft Tanja de schuld van alles en wil niets van haar horen of zien. Dit brengt Caroline in een dilemma. Toen zij daarnet Tanja zag in de supermarkt, haar groeiende lichaam, haar meer volwassen gezichtje, haar ogen die smeekten om een vriendelijk woord, het had haar totaal overrompeld en ze had niet beter weten te doen dan naar huis te lopen, zo snel haar voeten haar wilden dragen. Stilletjes overpeinst ze al deze dingen en vergeet zelfs eten te koken zodat er niets klaar is als Theo thuiskomt.
———-
Theo kijkt verbaasd naar zijn vrouw als hij binnenkomt. “Geen eten?” vraagt hij. Verdwaasd kijkt Caroline op, “O ben je al thuis, ik zal gauw gaan koken” zegt ze en loopt langs hem heen naar de keuken. Met een verstoord gezicht zakt Theo in zijn stoel en zet de tv aan. Als een half uurtje later het eten op tafel staat begint Caroline over Tanja, “ik zag haar vandaag bij de supermarkt, je ziet heel duidelijk dat ze gegroeid is, ze zag er goed uit”. Theo verslikt zich bijna in een hap eten. “Ik wil niks over haar horen!!” buldert hij, “zij heeft ons totaal voor gek gezet en doet gewoon haar eigen zin! Hier komt ze er niet meer in!!” “Maar Theo, jij en ik worden toch ook opa en oma van dit kindje? Ben je daar dan helemaal niet nieuwsgierig naar?” “Nee! Dat kind interesseert me niks!! Houd erover op!!” Verslagen zwijgt Caroline, ze weet niet hoe ze hiermee om moet gaan.
Als Ankie uit haar werk komt zit Tanja de aardappels al te schillen maar Ankie ziet meteen dat ze gehuild heeft. “Wat scheelt er aan meisje?” vraagt ze en Tanja vertelt over de ontmoeting met haar moeder. Ankie knuffelt Tanja even en trekt het meisje mee naar de bank. “Laat die aardappels maar even, die schillen we straks samen wel verder”. Op de bank gaat Tanja dicht tegen Ankie aan zitten en op dit moment is er geen jaloezie die Ankie kwelt, nu is ze alleen maar vervuld van een diepe bewogenheid. Zwijgend zitten ze zo een poosje tegen elkaar aan tot Ankie vraagt of Tanja het misschien fijn vindt om er samen voor te bidden? “Je weet dat wij gewend zijn om alle dingen aan de Here God voor te leggen hè Tanja? Hij kent ons zo goed en Hij kent ook ons verdriet, jouw verdriet, maar Hij kent ook het hart van je ouders. En als er Eén is die jou kan helpen dan is Hij het wel. Je hebt gezien hoe jouw leven nu al is veranderd toch? Nou, ook deze situatie mag je bij Hem brengen en ook hierin wil Hij helpen”. Stil zit Tanja naast Ankie en laat haar woorden tot zich doordringen. Ja, ze heeft gezien dat deze God blijkbaar inderdaad kan helpen en ja, ze wil wel graag dat Ankie samen met haar bidt voor deze situatie. Ze wil zo graag een goed contact met haar ouders, ze wil ze laten zien en weten hoe ze veranderd is, dat ze toekomstplannen heeft, dat de vader van haar kindje een verantwoordelijk man is die alles doet om voor hen een toekomst op te bouwen. Oh zoveel dingen zou ze willen bespreken maar tot nu toe krijgt ze maar geen contact met haar ouders. Liefdevol vouwt Ankie haar handen om die van Tanja en zo brengen ze samen alle zorgen, al het verdriet bij de Here God.
Samen maken ze later het eten klaar en als Olaf thuis komt vindt hij daar 2 blije vrouwen. Met een glimlach kijkt hij naar de twee die eensgezind bezig zijn het eten te bereiden en zijn hart is warm. Dit is fijn thuiskomen. Het is gezellig aan tafel en alle drie laten ze zich het eten goed smaken. Als ze klaar zijn en nog even natafelen komt Tanja met een vraag. “Olaf, Ankie, jullie bidden altijd voor alle dingen en dat doen jullie ook voor mij en het kindje, en ik voel echt dat ik er rustiger van word. Ik vind het ook fijn om met jullie mee te gaan naar de kerk maar ik weet er nog maar zo weinig van af. Ik wil zo graag veel meer weten over de Here God, willen jullie mij daar meer over vertellen? Ik heb het idee dat die God best een lieverd is als ik jullie zo hoor praten over Hem en tegen Hem”. Vriendelijk kijkt Olaf haar aan en zegt haar dat hij en Ankie niets liever willen dan haar vertellen over de Here God. Hij is ontroerd door haar vraag en ook Ankie’s ogen glinsteren verdacht. Dit is heel bijzonder!
———-
De maaltijden zijn veranderd in huize Schouten, bij elke maaltijd komt Tanja met vragen over het geloof en ook tussendoor als Ankie thuis is wordt deze met vragen overstelpt. Tanja heeft duidelijk een honger naar alles wat met de Here God te maken heeft. Op een avond vertelt Olaf over de Here Jezus, de Zoon van de Here God die als een kindje naar de aarde is gekomen. In simpele bewoordingen legt hij uit wat de Here Jezus voor de mensen heeft gedaan. Tanja is duidelijk onder de indruk, wow, dat iemand zóiets voor anderen doet, dat is toch wel heel stoer hoor. De hele verdere avond blijft ze in een nadenkende stemming, wat een toffe mannen zijn dat, de Here God en Zijn Zoon. Steeds vaker pakt ze de kinderbijbel die Olaf bij zijn ouders heeft opgehaald, de kinderbijbel waar hij zelf mee groot geworden is en waar zijn vader na elke maaltijd uit voorlas. Ze vindt de verhalen fascinerend maar ze roepen ook vele vragen op, vragen die Olaf en Ankie zo goed mogelijk proberen te beantwoorden. Ook met Thomas en soms ook met zijn ouders, spreekt ze over deze dingen, ze wil zó graag zoveel weten en ook bij hen kan ze terecht met haar vele vragen. Voor Thomas zorgt het voor een verdieping van zijn geloof dat een hele tijd lang op een laag pitje heeft gestaan. Het zijn kostbare uren die hen allen dicht bij elkaar brengen.
Op een avond in november is Tanja al vroeg naar haar slaapkamer gegaan. Haar lichaam wordt steeds zwaarder en vermoeidheid speelt haar parten. Olaf en Ankie zitten nog samen bij de haard die gezellig brandt. Olaf heeft net een paar nieuwe houtblokken op het vuur gegooid en de verse koffie geurt gezellig. Olaf kijkt naar Ankie die in een nadenkende stemming is. “Waar denkt mijn meisje aan?” vraagt hij vriendelijk. Ankie schrikt op uit haar gedachten, daarnet toen Tanja haar welterusten wenste en zij haar groeiende lichaam bekeek overviel haar opnieuw een golf van jaloezie. Oh, ze zou er álles voor geven als zij toch ook zwanger mocht zijn en de jaloezie steekt haar als een dolk in het hart en deze keer onderkent ze de jaloezie wel degelijk. Ze schaamt zich hiervoor maar wil Olaf er niets van laten merken. “oh, niks bijzonders, ik zat maar een beetje te staren” reageert ze. Olaf, die de wisselende uitdrukkingen op haar gezicht heeft gezien, laat zich niet met een kluitje in het riet sturen. “Ik zag hoe pijn en verdriet elkaar afwisselden op je gezicht Ank, en ik zag ook een soort van verbetenheid. Is er iets waar je het moeilijk mee hebt? Vertel het me maar, ik ben er toch voor je?” zegt hij lief. Ankie voert een stille strijd met zichzelf, ze voelt zich zo slecht. Oh ze realiseert zich nu ook terdege dat ze Tanja dit kindje gewoon misgunde, onbewust weliswaar maar het is zo gemeen van haar. Als ze haar gezicht naar Olaf opheft en hem aankijkt ziet hij de wanhoop in haar blik. Hij gaat naast haar zitten en legt zijn arm om haar heen. “Vertel het me maar vrouwtje” zegt hij. En dan breekt er iets in Ankie en terwijl haar tranen zijn overhemd natmaken bekent ze haar gevoelens ten opzichte van Tanja, haar verwijten aan de Here God, haar jaloezie, alles vertelt ze en als ze klaar is wacht ze met een bang hart hoe Olaf zal reageren. Hij zal haar ook wel een heel gemeen mens vinden.
Olaf tilt zachtjes haar gezicht op en als ze in zijn ogen kijkt ziet ze alleen maar een grote liefde voor haar en als hij begint te spreken weet ze dat hij haar niet veroordeelt en dat hij haar begrijpt. Zachtjes praat hij tegen haar, zo liefdevol en warm. Geen enkel verwijt alleen maar troost en ook bemoediging. Nog een hele poos zitten ze daar en praten samen alle dingen uit die ze onafhankelijk van elkaar hebben gevoeld en gedacht over de kinderloosheid en de onvruchtbaarheid van Ankie. Het is al laat als de laatste blokken in de haard langzaam uitdoven en Ankie en Olaf bij het flakkerende licht van die vlammetjes samen hun handen vouwen om te bidden.
———-
De volgende morgen wordt Ankie een stuk rustiger wakker dan de laatste tijd gebeurde en ze merkt dat er in haar hart een stuk vrede is gekomen. Niet dat al haar verlangens in één keer weg zijn maar ze kan er nu toch wat anders mee omgaan. Ze wil haar dag beginnen met het lezen in de Bijbel en als ze die openslaat valt haar blik op een Psalm en ze leest:
Psalm 113: Prijs de Here! Dienaars van de Here, loof en prijs zijn naam! Laat de naam van de Here worden geprezen en geëerd, nu en tot in eeuwigheid. Over de hele aarde moet de naam van de Here worden geprezen. De Here staat boven alle mensen en volken. Hoog boven de hemelen troont zijn heerlijkheid. Is iemand te vergelijken met de Here? Met onze God, die zo onmeetbaar hoog woont? Met onze God, die zo heel laag moet neerzien om te zien wat in de hemel en op aarde gebeurt? Hij helpt kleine mensen opstaan uit het stof en armen tilt Hij op uit de modder. Hij laat hen zitten bij de vooraanstaanden uit het volk. Onvruchtbare vrouwen verandert Hij in gelukkige moeders. Prijs de Here!
Langzaam laat ze de Bijbel op haar schoot zakken, vooral die laatste regel heeft haar gegrepen. “Onvruchtbare vrouwen verandert Hij in gelukkige moeders”. Zou dat betekenen dat ze tóch nog een kindje krijgen? Of niet? Ze kan er even geen weg mee, hoe moet ze dit nou zien? Ze haalt haar schouders op en staat op uit de stoel. Ze weet het niet, hoe wordt dit nou bedoeld?
De hele verdere dag blijft dat zinnetje maar in haar hoofd rondspoken en uiteindelijk legt ze het maar naast zich neer, ze wordt er moe van. Als ze na haar werk thuiskomt is Thomas daar ook. Hij is zo vaak hij kan bij Tanja of Tanja bij hem en samen maken ze voorzichtige toekomstplannen. “Ha Thomas, gezellig dat je er bent, blijf je eten vanavond?” vraagt Ankie. Nou dat doet Thomas graag, daar zegt hij geen nee tegen.
Als ze halverwege de maaltijd zijn ziet Ankie dat Tanja wit wegtrekt. “Scheelt er iets aan Tanja?” vraagt ze. Het meisje knikt angstig. “Ik heb de hele dag al steeds pijn. Niet zo heel erg en ook niet de hele tijd, het komt en het gaat, maar nu gaat het steeds meer pijn doen” zegt ze benauwd. Ankie denkt meteen aan weeën, zou de bevalling begonnen zijn? Het zou een paar weken te vroeg zijn maar het kán wel. Ze staat meteen op om de verloskundige te bellen die belooft onmiddellijk te komen.
———-
Als de verloskundige Tanja heeft onderzocht bevestigt ze dat de bevalling begonnen is en inderdaad is het ietsje vroeg maar niet veel te vroeg dus daar verwacht de verloskundige geen problemen. Omdat Tanja nog erg jong is is er besloten om er een ziekenhuisbevalling van te maken en samen met Thomas gaan Ankie, Olaf en Tanja op weg naar het ziekenhuis. Eenmaal daar aangekomen is men al door de verloskundige op de hoogte gebracht en worden ze al opgewacht in de hal. Tanja wordt naar de verloskamer gebracht waar ze wordt klaargemaakt voor de geboorte van haar en Thomas´ kindje. Ze heeft gevraagd of Ankie bij haar wil blijven en Olaf blijft met Thomas een stukje verder in een koffiekamer wachten. Ze zijn beiden zenuwachtig maar willen het voor elkaar niet weten en doen hun best om over koetjes en kalfjes te praten. Het wordt een lange nacht, Tanja heeft het erg zwaar en Ankie probeert haar zo goed mogelijk bij te staan. En dan eindelijk, om half 7 in de morgen wordt er een lief klein meisje geboren. Tanja, aan het einde van haar krachten, laat haar tranen de vrije loop en ook Ankie is ontroerd bij de aanblik van de jonge moeder met haar kindje. Thomas en Olaf worden gewaarschuwd en komen wat schuchter de verloskamer binnen. Olaf laat Thomas eerst bij Tanja en het kindje, hij neemt even afstand, het is hun kindje, een jonge papa en een nog jongere mama. Even later buigt ook Olaf zich over moeder en kind en kust Tanja hartelijk op de wang, “Gefeliciteerd moedertje, en jij ook vader” zegt hij. Heel voorzichtig streelt hij het handje van het kindje.
Even later is Tanja fris gewassen en in een schoon bed naar de kraamafdeling gereden. Ankie en Olaf zijn koffie gaan halen en laten de twee jonge mensen even samen genieten van hun kindje. Thomas heeft meteen zijn ouders gebeld en die zullen ook zodadelijk komen om hun kleinkindje te bewonderen. Ankie is ook moe maar haar ogen stralen. “Het was zo bijzonder om dit te mogen meemaken Olaf, te zien hoe dit kindje geboren werd, ik ben er stil van”. Olaf strijkt zijn vrouwtje eens door het haar, hij zegt niets en in volkomen harmonie genieten beiden van hun koffie.
Na een half uurtje komt thomas hen beiden halen. “Tanja en ik willen jullie iets vertellen” zegt hij en nieuwsgierig gaan ze met hem mee. Tanja ligt stralend in het bed, het kleine meisje in haar armen ligt stil te slapen. Als Ankie en Olaf binnenkomen gaat ze wat rechter zitten en vraagt Ankie om op de rand van haar bed te komen zitten. Als ze zit legt Tanja het kleine meisje in Ankie’s armen. Dit is Anna-Caro, we willen haar Anneke noemen… ” Verlegen en afwachtend kijkt ze naar Ankie’s gezicht. Deze is totaal overrompeld, het meisje wordt naar háár vernoemd? “Och Tanja, Thomas, wat, wat een eer” hakkelt ze. “wat ontzettend lief en wat maak je me daar blij mee”. Ze is zichtbaar aangedaan door dit bijzondere gebaar, maar tegelijkertijd vraagt ze zich ook af hoe Tanja’s moeder dit vindt? Het is immers háár kleinkind? Heel voorzichtig legt ze dit voor aan Tanja en Thomas maar Tanja legt uit dat de tweede naam van het meisje afstamt van haar moeders naam en dat het een bewuste keuze van Thomas en haar is om Anneke te vernoemen naar Ankie. “Jij hebt dit kindje gered Ankie, als jij er niet was geweest dan was dit mooie wondertje er ook niet geweest. Wij kunnen jou en ook Olaf nooit genoeg bedanken voor alles wat jullie voor ons doen en al hebben gedaan, we houden zo van jullie” zegt ze. Ankie en Olaf zijn diep geroerd en kunnen alleen maar zeggen dat ook zij zo enorm veel van Tanja, het kindje en de wijze Thomas houden. Dan komen de ouders van Thomas binnen en besluiten Ankie en Olaf naar huis te gaan.
De volgende ochtend mag Tanja mee naar huis, het gaat goed met haar en met Anneke, en Olaf, die speciaal vrij heeft genomen voor dit feestelijke gebeuren, gaat hen, samen met Thomas, ophalen. Als ze voor de deur van de bungalow stoppen komt Ankie naar buiten om Tanja te helpen met uitstappen. “Welkom thuis lieve Tanja en lieve Anneke” zegt ze en achter de anderen aan loopt ze terug naar binnen. In de huiskamer is het gezellig en warm. De haard brandt en er is koffie met gebak. “Thomas, ik heb jouw ouders ook uitgenodigd voor een bakje koffie hoor, ze zullen er zo wel zijn”, zegt Ankie, en terwijl ze het zegt komen de grootouders van de kleine Anneke het pad naar de voordeur op lopen. Na een gezellig koffie uurtje stappen ze weer op en gaat Ankie Tanja naar bed helpen. Dankbaar laat deze zich in bed stoppen, ze is toch wel moe al dacht ze vanmorgen nog dat ze de hele wereld aankon. Het duurt niet lang of ze slaapt en in het kleine ledikantje slaapt haar mooie dochter.
———-
Tanja ontpopt zich als een goede moeder, in korte tijd leert ze handig om te gaan met haar meisje en ook Thomas is zoveel mogelijk bij hen om samen met Tanja voor Anneke te zorgen. Ankie en Olaf genieten enorm van de drukte in hun huis en niemand wordt er chagrijnig van als de kleine meid ’s nachts huilt. Om de beurt gaan Tanja, Olaf en Ankie uit bed om haar te verzorgen, troosten, verschonen, of wat er ook nodig is en stuk voor stuk koesteren ze die nachtelijke uurtjes zo samen met dat kleine molletje in hun armen. Toch is er nog wel een schaduw die over het jonge geluk van Tanja en Thomas hangt en dat is het feit dat haar ouders nog steeds niets van zich hebben laten horen. Tanja heeft hen laten weten dat er een kindje geboren was, ze heeft ook een fotootje met de namen van Anneke erop gestuurd maar er is geen enkele reactie gekomen. Dit maakt Tanja heel verdrietig en menig keer, als ze alleen is, vouwt ze stilletjes haar handen en spreekt tegen de Here God en vraagt Hem om haar hiermee te helpen.
In het huis van Caroline en Theo heerst een ijzige sfeer. Ze hebben ruzie gemaakt om Tanja. Caroline wil heel graag weer contact met haar dochter maar Theo is nog steeds halsstarrig en weigert! Caroline durft niet tegen hem in te gaan maar ze neemt het hem wel kwalijk en daarom spreken ze niet meer met elkaar en lopen elkaar voorbij. Als Caroline 3 weken na de geboorte ineens Tanja en Ankie samen met de kinderwagen door de supermarkt ziet lopen kan ze zich niet meer beheersen. Ze loopt op hen toe en bijna stikkend in haar zenuwen groet ze hen en vraagt of ze de baby even mag zien? Tanja kan haar ogen en oren niet geloven, vol blijdschap omhelst ze haar moeder, “natuurlijk mama” zegt ze, en Caroline kijkt vertederd naar dat kleine mooie meisje als Tanja het dek een beetje wegslaat. “Wilt u niet even mee naar huis om een kopje koffie te drinken?” vraagt Ankie. Caroline twijfelt, kan ze dat wel doen? Theo wil het toch niet? Ze is in tweestrijd met zichzelf, maar dan zegt Tanja: “Ach ja mama, ga toch mee, dan kun je Anneke vasthouden en kunnen we ook even rustig praten met elkaar”. Caroline knikt, ja ze gaat mee, dit is haar kind en haar kleinkind, en ze wil ze heel dichtbij zien, horen en voelen.
Eenmaal thuis legt Tanja onmiddellijk Anneke in haar moeders armen, “is ze niet lief mama? zag ik er ook zo uit vroeger?” Caroline bestudeert het kleine gezichtje en zegt dat ze zeker wel iets van Tanja heeft van vroeger. “Ach, jij was ook zo’n lief klein meisje, het lijkt nog maar gisteren dat ik jou ook zo in mijn armen hield” zegt Caroline, en warm kijkt ze Tanja aan. Ze heeft zoveel nagedacht in de afgelopen maanden, zoveel fouten van zichzelf en Theo naar Tanja toe gezien en beseft dat ze enorm tekortgeschoten zijn tegenover haar. Ach, Caroline zou willen dat ze het nog eens zou mogen overdoen, dan zou ze het beslist anders doen. “Wil je ook Thomas ontmoeten mama? Hij komt straks ook hier naartoe”. Caroline knikt, ze is benieuwd naar de vader van haar kleinkindje. Meteen als Thomas binnenkomt en haar begroet ziet ze dat dit een goede jongen is. Als ze nader kennismaken en wat met elkaar praten kan Caroline niet anders dan hem sympathiek vinden en ze biedt Tanja en Thomas haar welgemeende excuses aan. Ook Ankie biedt ze haar verontschuldigingen aan omdat Ankie doet wat zij had moeten doen, namelijk er zijn voor haar dochter. Zij had haar moeten opvangen toen ze zich geen raad meer wist, zij had er moeten zijn om haar te steunen en zij heeft gefaald, zij en Theo! En nu ze dit prachtige kindje heeft gezien is ze zó enorm dankbaar dat Tanja zich niet had laten pushen om het weg te laten halen. Oh, als ze daaraan denkt kan ze wel huilen. Wat zijn ze dom geweest.
Het is een nadenkende Caroline die enkele uren later op weg gaat naar huis, naar Theo. Wat gaat ze zeggen thuis? De gedachten buitelen door haar hoofd en als ze de sleutel in het slot steekt ziet ze dat Theo al thuis is. In de gang hangt ze haar jas op, haalt een hand door haar haren en dan stapt ze de woonkamer in…
———-
Theo kijkt verstoord op van zijn krant als ze binnenkomt. “Waar zat je? en waarom is er geen eten? het wordt steeds gekker hier, je verwaarloost me gewoon!” Dan ineens is het Caroline allemaal teveel. Ze recht haar rug en zegt: “Ik ben bij onze dochter en ons kleinkind geweest!!” “Wat??” buldert Theo, “achter mijn rug om??”. “Nee, ik zeg het toch nu? Ik kwam Tanja met de kleine tegen in de supermarkt en toen kon ik het niet meer, ik móést haar zien en met haar praten. Ik heb ook de kleine Anneke vastgehouden en met Thomas kennis gemaakt. Een fijne jongeman die er alles aan doet om zo snel mogelijk af te studeren om voor Tanja en het kindje te kunnen zorgen”. Ferm klinken haar woorden maar haar hart bonkt in haar keel. Hoe reageert Theo? Deze is met stomheid geslagen en zegt helemaal niets. In feite is hij al die tijd ook in tweestrijd geweest. Hij buldert wel maar vanbinnen was er bij hem ook een verlangen naar zijn eigen kleine meisje. Tanja was altijd zijn prinses geweest en ook al had hij de laatste jaren niet echt veel aandacht voor haar gehad, hij hield wel van haar. En ook voor hem waren deze laatste maanden een beproeving. Als hij blijft zwijgen kijkt Caroline hem aan: “Nou, zeg het maar, geef me maar op mijn kop, dat maakt me niks meer uit, ik kon niet anders en ik ben blij dat ik ze gezien heb”, zegt ze. Theo schudt zijn hoofd, “ik zeg niets, ik ben blij dat je ze gezien hebt en ik zou ze ook zo graag weer zien. maar ik ben zo bruut geweest dat ik denk dat ze geen behoefte aan mij heeft”, zegt hij. “Ook tegenover die vriendelijke mensen die haar notabene hebben opgevangen ben ik tekeer gegaan, ik durf die lui niet onder ogen te komen, nee ga jij maar af en toe maar ik laat me daar niet zien”.
Als ze wat later aan een boterhammetje zitten, Caroline had geen puf meer om nog te koken, is het stil. Ieder heeft zijn eigen gedachten en Caroline heeft, zoals zo vaak tegenwoordig, het idee dat er een enorme kloof tussen haar en Theo is en zij kan hem niet overbruggen. Ze weet niet hoe, ze zijn niet gewend om samen echt te praten. En zo eten ze zwijgend verder.
Inmiddels is het al de tweede week van december, langzaam gaan ze toe naar het kerstfeest. Tanja gaat nu elke week mee naar de kerk en heeft zich, samen met Thomas, ook aangesloten bij een jeugdgroep. Op de avonden dat ze bijeen komen blijft de kleine Anneke gewoon thuis waar Olaf of Ankie altijd wel aanwezig zijn en enorm genieten van “hun” kleine meidje, want zo zien ze haar, ze is echt ook wel hun meisje geworden. Caroline bezoekt nu vaker de bungalow en de band tussen haar en Tanja wordt stilaan ook beter. Altijd vraagt Tanja hoe het met papa is, en dan houdt Caroline zich wat op de vlakte, wat moet ze zeggen? Ze wil hem niet afvallen, ze wil niet zeggen dat hij zich een loser voelt, dat voelt ze als verraad tegenover hem dus zwijgt ze en blijft Tanja zitten met een stuk verdriet in haar hart omdat ze denkt dat haar vader nog steeds boos op haar is en haar en de kleine Anneke daarom niet wil zien. Ach, had ze maar geweten dat het zo heel anders is…
———-
“Ankie?” Ankie kijkt op van haar breiwerkje, ze is een piepklein roze vestje aan het breien voor Anneke, “ja, zeg het eens” vraagt ze. “Denk je dat ik ook wel bij de Here God zou mogen horen?” Ankie kijkt verrast naar Tanja, “wil je dat graag?” “Ja, weet je, ik heb erover nagedacht, ik heb er ook met Thomas veel over gesproken en ik heb zo’n verlangen in mijn hart om ook bij Hem te horen. Ik heb ook ’s avonds in mijn bed stiekem gebeden of de Here God mij wil vergeven. Ik heb zoveel verkeerd gedaan” het laatste komt er verlegen uit en haar gezichtje kleurt rood. Ankie’s hart maakt een vreugdesprongetje, wat geweldig dat Tanja dit zo uit zichzelf vraagt. “Natuurlijk mag dat lieverd, de Here God wil niets liever dan dat jij bij Hem wil horen, dan is het feest in de hemel, dat staat in de Bijbel”. Tanja straalt helemaal, feest omdat zij bij de Here God wil horen? Dat is toch wel heel erg bijzonder hoor. “Hoe moet ik het dan doen?” Ankie zegt dat dat heel gemakkelijk is, ze heeft al om vergeving gebeden en verder mag ze gewoon zelf tegen de Here God zeggen dat ze bij Hem wil horen. “Zullen we het samen doen?” vraagt Tanja, “wil jij me helpen?” Natuurlijk wil Ankie dat en samen bidden ze tot God en legt Tanja haar leven in Zijn handen. “Maar ik wil ook graag nog dat het in de kerk een soortje van officieel wordt gemaakt. Ik wil dat het bevestigd wordt, zodat het ook echt écht is, snap je?” vraagt ze. Ankie moet erom glimlachen, “ik snap het hoor, weet je wat, we vragen zondag aan de dominee of dat kan en wanneer dat kan, oké?”
Die zondag gaan ze na afloop van de samenkomst naar de dominee toe en vragen of ze hem even mogen spreken. Ook Thomas en Olaf gaan mee en als ze met elkaar rond de tafel zitten legt Tanja heel verlegen haar verzoek bij dominee neer. De dominee, die weet wat dit meisje het afgelopen jaar heeft meegemaakt, kijkt haar liefdevol aan en zegt onmiddellijk dat hij dat heel fijn vindt. Hij zal, zoals zijzelf zo graag wil, tijdens de samenkomst met haar bidden om een zegen van de Here God over haar leven. Maar Tanja heeft nog een verzoek, ze kijkt Thomas aan en zegt dapper: “Dominee, Thomas en ik zouden het ook heel erg fijn vinden als u ons kindje zou willen zegenen? Wij willen ook graag dat zij bij de Here God mag horen”. Dominee is ontroerd, zulke jonge ouders, zelf nog bijna kinderen, maar zo vastbesloten over hoe zij hun weg willen vervolgen, niet alleen, maar samen met de Here God. Ze praten nog wat door over alles en de dominee zegt dat het volgende week wel kan, dan is het ook kerstmorgen en dat maakt het nog meer bijzonder. Tanja en Thomas bedanken hem en zijn erg blij. Hand in hand lopen ze, samen de wagen voortduwend, voor Ankie en Olaf uit naar huis. “We lopen nog even door naar Thomas zijn ouders hoor, we willen hun ook vertellen wat de dominee zei”, zegt Tanja. De ouders van Thomas wisten van het voornemen van Tanja en ook voor de kleine Anneke maar zijn na de dienst naar huis gegaan en nu zijn ze natuurlijk heel benieuwd hoe het gesprek is afgelopen. Ook zij zijn blij en dankbaar voor deze stap die Tanja heeft genomen en uiteraard willen ze er ook bij zijn volgende week.
In de dagen die volgen wordt het kouder en ’s nachts vriest het licht. Op woensdagmorgen wordt Tanja wakker en als ze de gordijnen van haar slaapkamertje opent ziet ze dat het aan het sneeuwen is. Oh heerlijk, ze houdt van sneeuw, het is zo prachtig als het nog ongerept overal op ligt en ook die dwarrelende vlokjes vindt ze prachtig om naar te kijken. Anneke slaapt nog, Ankie en Olaf zijn al naar hun werk en Tanja neemt er even de tijd voor om heerlijk voor het raam te gaan staan en naar die dwarrelende vlokjes te kijken. Terwijl ze ernaar kijkt gaan haar gedachten naar vroeger, hoe ze dan met papa nog wel eens sneeuwballen gooide. En ook hoe hij haar voorttrok op een sleetje door de sneeuw. Schaterend zat ze dan op het sleetje te lachen als papa uitgleed op de gladde sneeuw. Ze glimlacht bij de herinnering en dan opeens neemt ze een besluit, ja, ze doet het!!
———-
Als Anneke even later wakker wordt, wordt het kindje eerst gevoed en daarna mag ze in het badje. Dat is elke morgen weer een feest om te doen, het kleintje geniet er zichtbaar van maar o wee als ze eruit gehaald wordt, dan schreeuwt ze alles bij elkaar. Tanja pakt het boze bundeltje op en troost haar kleine meisje. Als ze lekker warm is aangekleed mag ze gezellig in de box. Tevreden ligt de kleine meid daar naar alle kleurtjes te kijken van de speelgoedjes die er in hangen. Ondertussen ruimt Tanja de boel een beetje op, doet een wasje in de machine, gaat met de stofzuiger rond en kijkt in de koelkast of ze alvast iets voor het avondeten kan voorbereiden. Af en toe gaat ze weer even voor het raam staan en kijkt naar buiten waar nog steeds de sneeuwvlokken gestaag naar beneden dwarrelen.
“Brrr, het is koud en glibberig” zegt Ankie als ze na haar werk thuiskomt. “Maar wel heel erg mooi hoor” zegt ze er achteraan. Ze wrijft haar handen en strekt ze uit naar de kachel waar Tanja net een vers houtblok in heeft gelegd. “Heerlijk toch die kachel hè?” geniet Ankie. Tanja schenkt een kopje thee voor hen beiden in uit de theepot die gezellig op het lichtje staat. Even genieten ze stilzwijgend van hun thee en dan komt Tanja met haar voornemen voor de dag. “Ankie, ik wil straks, rond half 5, naar mijn ouders gaan. Ik heb nog steeds niet met mijn vader gesproken en ik denk dat hij nog boos op mij is. Ik wil hem om vergeving gaan vragen dat ik zo opstandig was. Ik weet niet of ik dan op tijd voor het eten weer thuis ben en ik wil ook Anneke in dit weer liever niet meenemen, wil jij zolang op haar passen?” Ankie knikt, natuurlijk wil ze dat en verder vindt ze het heel dapper dat Tanja dit wil doen. “Ik vind het echt stoer dat je dit doet Tan, je doet er goed aan!” Tanja is dankbaar voor de steun en de bijval van Ankie en een uurtje later verlaat ze het huis. Ze gaat maar lopen want fietsen lukt niet in dit weer.
Hoe dichter Tanja bij haar ouderlijk huis komt, des te zenuwachtiger ze wordt. Als ze het pad naar de voordeur op loopt ziet ze dat de auto van haar vader er nog niet staat, hij is dus nog niet thuis. Er brandt binnen wel licht dus haar moeder zal er wel zijn. Iets opgelucht belt ze aan en al snel doet haar moeder open. Tanja, jij?” zegt ze blij verrast. “Kom snel binnen kind, het is zo koud buiten”. Tanja stampt haar laarzen af en doet haar jas uit, haar sjaal, muts en handschoenen legt ze op de verwarming, dat is lekker voor straks. Achter haar moeder aan gaat ze de kamer binnen. Ze ziet een breiwerkje op de salontafel liggen. Het is iets van zachtgele wol, het lijkt een omslagdoek te worden. Caroline ziet haar kijken en zegt “voor Anneke”. “Huh kan jij breien mam?” vraagt Tanja verbaasd, haar moeder kleurt en zegt dat ze het weer heeft opgepakt. “Vroeger heb ik voor jou heel wat kleertjes gebreid toen je nog klein was”. Tanja weet daar niets meer van, zij heeft haar moeder eigenlijk nooit gezellige dingen zien doen. Terwijl haar moeder naar de keuken gaat om koffie te zetten hoort Tanja de auto van haar vader langzaam de oprit op rijden. Ja, natuurlijk, hij heeft ook rustig aan moeten doen met die sneeuw, vandaar dat hij wat later is vandaag. De motor wordt afgezet, de lichten gedoofd en even later hoort Tanja de sleutel in het slot omdraaien. Daar zul je hem hebben, opnieuw vliegen de zenuwen haar naar de keel. Vol spanning wacht ze tot de deur van de woonkamer open zal gaan..
———-
De deur gaat open en daar staat papa, hij had in de gang de muts en sjaal en handschoenen op de verwarming zien liggen en wist dat dat alleen van Tanja kon zijn, dat deed ze elke winter, een gewoonte van haar. Zijn hart sprong op van blijdschap en als hij de deur opendoet loopt hij regelrecht op haar af, trekt haar uit haar stoel en neemt haar in zijn armen. “Meisje, meisje, ik heb je toch zo gemist. Vergeef je oude vader alsjeblieft voor alle domme dingen die ik gezegd en gedaan heb. Ik was fout lieverd en het spijt me verschrikkelijk!” Tanja weet niet wat ze hoort en vol ongeloof kijkt ze haar vader aan. “Ben je dan niet meer boos op mij?” vraagt ze. “Nee, allang niet meer, ik heb in de afgelopen maanden naar mezelf gekeken, ik heb naar ons gezin gekeken, naar je moeder en mij gekeken en ik heb beseft dat het niet goed meer was. Vroeger deden we veel meer samen, was het gezellig met elkaar, maar toen we meer gingen verdienen wilden we “erbij” horen, kozen andere vrienden en wilden alleen maar bewonderd worden om alles wat we hadden. Maar we hebben nooit beseft dat we daarmee veel meer hebben verloren dan gewonnen”. Caroline die binnengekomen is met de koffie heeft gehoord wat Theo zei en haar hart wordt warm. Dus hij toch ook, denkt ze. Nogmaals neemt Theo zijn dochter in zijn armen en beschroomd vraagt hij of hij zijn kleindochter ook een keer mag komen bezoeken. “Zouden die mensen waar jij bent mij geen loser vinden? Ik heb tenslotte gefaald als vader, als grootvader” zegt hij. Nee, Tanja weet wel zeker dat Ankie en Olaf zo niet over haar vader denken en dat hij van harte welkom is om haar kleine meisje te bezoeken. Weet je wat, ze belt ze meteen even op en vraagt of het goed is als ze zo meteen haar vader en haar moeder even meebrengt. Dan blijft ze hier eten en dan gaan ze daarna. Caroline glimt van blijdschap als ze de schalen op tafel zet, hè gezellig, met elkaar aan tafel, het is als vanouds. Als vanouds? Nee, het is anders, beter, mooier, ze hebben nu aandacht voor elkaar en dat is vele malen beter dan dat het was.
Ankie is blij dat het gesprek met haar vader voor Tanja blijkbaar goed verlopen is en vindt het uiteraard goed dat ze haar ouders meebrengt. Snel ruimt ze de vaat weg en zet een verse pot koffie. Ze inspecteert de vriezer en vindt daar een cake die ze snel ontdooit. Ze had er laatst twee gebakken en er eentje van in de vriezer gedaan. Het begint lekker naar koffie en cake te ruiken in huis. De kachel brandt en ook de kaarsen op de schouw en op de lage salontafel zijn aangestoken. Olaf heeft ondertussen het kleine Anneke haar flesje gegeven en haar verschoond, iets waar hij heel handig in is geworden. Ankie kijkt vertederd naar hem als hij met het kleintje bezig is. “Zo, nu mag je nog even opblijven want je opa en oma komen” zegt hij tegen het donkere bolletje tegen zijn schouder terwijl hij haar zachtjes heen en weer wiegt. Anneke maakt tevreden geluidjes en haar handjes grijpen stuurloos in de lucht. Olaf vangt haar ene knuistje in zijn grote hand en haar vingertjes klemmen zich om zijn pink. Ach wat geniet hij toch van dit heerlijke hummeltje.
Even later horen ze Tanja en haar ouders binnenstommelen, Tanja heeft een eigen sleutel. Als Tanja binnenkomt met haar ouders stelt ze trots haar vader voor aan Ankie en Olaf. Theo kijkt wat ongelukkig, hij schaamt zich voor deze mensen en als eerste biedt hij ook aan hen zijn excuses aan. Ankie en Olaf accepteren die royaal en stellen de man op zijn gemak. Als hij zich op de bank laat zakken overhandigt Olaf hem een klein bundeltje en zegt: “Alstublieft, uw kleindochter”. Theo is meteen verkocht als hij haar ziet, zo lief, zo klein, och wat een schatje is het. Als hij opkijkt glanzen zijn ogen gelukkig, “wat is ze lief” zegt hij en Tanja knikt trots, daar is ze het helemaal mee eens. Theo kan geen genoeg van haar krijgen en ook Caroline kijkt met een verliefde blik naar hun kleindochter.
Als Anneke even later in haar bedje ligt ontspint zich een gesprek bij de warme haard. Tanja vertelt alles wat er in de afgelopen maanden is gebeurd en ook dat wat voor haar zo belangrijk is geworden, het geloof in de Here God. Niet begrijpend luisteren haar ouders, ze hebben nooit iets met geloof gehad en dit is hen dan ook totaal onbekend. “Volgens mij heb ik nog nooit een kerk vanbinnen gezien” zegt Theo, “Ik heb me er nooit mee bezig gehouden” zegt hij. Tanja vertelt hoe zij en haar kleine meisje zondag, op kerstmorgen, in de kerk een zegen van de Here God mogen ontvangen en ze vraagt of haar ouders dan ook willen komen. Theo kijkt wat ongemakkelijk naar zijn vrouw maar Caroline, die al meer in het gezin van Ankie en Olaf is geweest en heeft gezien hoe zij met alles omgaan, zegt onmiddellijk dat zij graag wil komen. Ze is eigenlijk ook wel nieuwsgierig geworden en ze wil best eens zien hoe zo’n kerkdienst gaat. Theo mompelt dat hij erover na zal denken. Hij belooft nog niets. Tanja, die allang blij is dat het weer goed is tussen haar vader en haar, vindt het goed en als ze een tijdje later in bed ligt vouwt ze automatisch haar handen en dankt de Here God dat het vandaag allemaal zo mooi en zo positief is verlopen…
———-
Het is kerstmorgen, langzaam wordt Tanja wakker. Anneke is nog stil en Tanja geniet nog even van haar warme holletje onder de dekens. Vandaag gaan ze naar de kerk en dan wordt er voor haar en voor Anneke gebeden, dan wordt er een zegen over hun leven gevraagd, Tanja verlangt ernaar. Ze is van de Here God gaan houden in de afgelopen maanden en ze wil niets liever dan echt bij Hem horen. Thomas komt ook met zijn ouders en haar moeder komt ook. Of papa zal komen? Hem kennende vreest Tanja dat hij de stap toch te groot zal vinden, dat zou wel heel jammer zijn maar ze wil zijn keuze ook respecteren en niets pushen. Er komen kleine geluidjes uit het ledikantje en Tanja zwaait haar benen over de rand van haar bed. “Hallo kleine prinses, ben jij al zo wakker? Vandaag is een bijzondere dag, vandaag gaan we heel echt bij de Here God horen, hoe vind je dat?” Het kleine ding kijkt haar aan en het mondje vertrekt in een eerste lachje. Stil blijft Tanja staan, helemaal gefascineerd door dat lieve lachje. Ze pakt het kleine hummeltje op en neemt haar mee naar de keuken om haar flesje te warmen. Trots is ze dat dit lachje, dit eerste lachje voor haar was, zo’n heerlijke kleine prinses toch.
Als iedereen klaar is gaan ze lopend naar de kerk. Tanja duwt de kinderwagen en halverwege komt Thomas hen tegemoet gelopen. In de mooi versierde kerk zijn er speciaal plaatsen voor hen gereserveerd vooraan. Er zijn 8 plaatsen vrijgehouden, voor Tanja en Thomas, voor Ankie en Olaf, Marga en Johan en ook voor Caroline en Theo. Tanja kijkt ernaar en haar hart bonst van spanning, zou papa komen? Ze hoopt het toch zo. Papa en mama waren de avond nadat ze naar Anneke waren komen kijken nog een keer geweest. Thomas en zijn ouders waren er ook en met z’n allen hadden ze de plannen voor de toekomst bekeken. Thomas en Tanja gaven te kennen dat ze heel veel voor elkaar zijn gaan voelen in de afgelopen tijd en dat ze hun liefde in alle rust de kans willen geven te groeien. Tanja had aan Ankie en Olaf gevraagd of ze het goed zouden vinden dat zij en Anneke nog een poosje bij hen zouden blijven wonen? Ze hebben er hun eigen plekje en ze voelt zich er zo thuis. Ankie en Olaf waren blij verrast en zouden niets liever willen, ze zijn inmiddels zo gehecht geraakt aan Tanja en haar kleine meisje. Anderzijds voelden ze zich ook bezwaard tegenover de ouders van Tanja. Maar die begrepen de keuze van hun dochter en als Tanja hen verzekert dat ze dikwijls langs zal komen met Anneke en dat zij haar ook altijd mogen bezoeken hebben ze er vrede mee. Er is ook veel gebeurd en het heeft tijd nodig om alle verhoudingen weer te herstellen en die tijd willen ze Tanja geven. Wel staat Theo er op om Tanja financieel te ondersteunen en ook Ankie en Olaf tegemoet te komen in de kosten die zij voor Tanja en Anneke maken. Marga en Johan willen op hun beurt ook meehelpen om voor hun kleindochter te zorgen dus wat dat betreft zijn er geen zorgen meer. Heerlijk, het is voor Tanja alsof er een last van haar schouders is gevallen deze afgelopen week.
Het orgel begint te spelen “O laten wij aanbidden die Koning” en Tanja’s ogen dwalen door de kerk. Marga en Johan zijn er en zijzelf ook, oh wacht, daar komt mama… ze is alleen. Even moet Tanja haar teleurstelling wegslikken maar dan gaat ze op Caroline toe en omhelst haar. “Fijn dat je er bent mam, kom gauw zitten, ik heb een plaatsje naast mij vrijgehouden voor je”. Met een vriendelijk knikje naar de anderen gaat Caroline zitten. Verontschuldigend zegt ze: “Het spijt me dat papa niet mee is gekomen, hij heeft het moeilijk met zichzelf kind, hij is de afgelopen dagen duidelijk in tweestrijd en toen ik hem vanmorgen nogmaals vroeg of hij meeging zei hij dat hij het niet kon…” “Het geeft niet mama, het komt wel goed, laat hem maar. Ik ben blij dat we zo goed met elkaar hebben kunnen praten en de rest komt ook wel goed. Ik ben zo blij dat jij erbij bent vandaag”. Caroline geeft zachtjes een kneepje in haar dochters hand. Ze is volwassen geworden in het laatste jaar en trots kijkt ze naar het jonge moedertje.
Als het eerste lied bijna is afgelopen komt er gehaast een man de kerk binnen, stilletjes gaat hij achterin de kerk in een bank zitten. Een beetje onwennig zit hij daar en neemt alles in zich op, het zingen, de preek, en als Tanja en Thomas naar voren worden geroepen en ze daar staan met hun kleine meisje wordt het hem bijna teveel. Hij kan zijn ontroering nauwelijks de baas en kijkt met betraande ogen naar het tafereeltje daar vooraan in de kerk. Op dat moment kijkt Tanja rond en ziet haar vader zitten, helemaal achterin maar hij is er. Haar gezichtje breekt open in een blije lach en haar ogen stralen, zacht fluistert ze Thomas in het oor: “Papa is er, daar achterin” en ook Thomas ziet hem en is blij voor zijn meisje. Eerbiedig buigt Tanja haar hoofd als de dominee zijn handen erop legt en een zegen van de Here God over haar leven vraagt. Datzelfde doet hij ook voor Anneke én voor Thomas, het is een heilig moment en iedereen in de kerk is onder de indruk.
Ankie zit stil en blij naast Olaf en ineens komt er een zin in haar gedachten, een zin waar ze zó mee geworsteld heeft nog niet zo lang geleden. De laatste regel van een Psalm: “Onvruchtbare vrouwen verandert Hij in gelukkige moeders”. Ineens ziet ze het, de Here God heeft haar gebruikt om er te zijn voor Tanja, zij heeft haar, samen met Olaf, mogen helpen om haar kindje te behouden, ze heeft haar ook mogen vertellen over de Here God. Zij mag Tanja’s geestelijke moeder zijn en niet alleen dat, ze mag ook voorlopig nog voor haar en de kleine Anneke blijven zorgen. Een groot geschenk dat de Here God haar en Olaf zomaar heeft gegeven en ze weet dat wat de toekomst ook verder nog zal brengen, hun levens onlosmakelijk aan elkaar verbonden zullen blijven. Ja, zij is een gelukkige moeder!!
Heel stil, voor iedereen onhoorbaar, fluistert ze: “Dank U wel Here God!”