Willekeurige bemoediging
  • 16 juni 2007
    Afgelopen donderdag hadden we een uitstapje met de dames van de vrouwenmorgen als afsluiting van het seizoen. We zijn dicht …
Recente reacties
Archief

CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

Kerstverhaal: Brenda toch… (12)

kerst 2019

Omdat het om een minderjarig meisje gaat is de politie meteen op zoek gegaan, ze hebben het signalement van Brenda verspreid en er is een heel aantal agenten op de been om te helpen zoeken. Ook Chris is in zijn auto gestapt om op zoek te gaan naar zijn dochter. De hele omgeving wordt uitgekamd, eerder had Marcia al een heel aantal kinderen uit haar klas gebeld maar niemand had gezien waar Brenda heen gefietst was en ook niemand had er enig idee van. Angstig zitten Marcia, Mark en Nienke bij elkaar en wachten op bericht. Van slapen komt voor Mark en Nienke ook niets, ze zijn veel te ongerust. Marcia probeert zo kalm mogelijk te blijven voor de twee kinderen en zegt: “Laten we samen bidden jongens, wij weten niet waar Brenda is, maar de ogen van de Here God zien haar wel, Hij weet waar ze is en we mogen Hem vragen om haar veilig thuis te brengen”. Zo vouwen ze daar met z’n drieën de handen en bidden de Here God om hun meisje te beschermen. 

Brenda is ondertussen heel koud geworden, eerst had ze het niet gemerkt maar nu voelt ze hoe de koude wind dwars door haar dikke jas dringt en ook haar handen zijn bijna totaal bevroren. Ze wordt zich bewust van de duisternis om haar heen en kijkt over de stille landweg, brrr, ineens wordt ze bang. Hier staan helemaal geen huizen en het is zó verschrikkelijk donker. Stilletjes begint ze te huilen en haar angst zorgt ervoor dat ze staand op de trappers ervandoor vliegt. Snel weg van deze enge donkere weg. In blinde paniek rijdt ze voort totdat ze in de bewoonde wereld komt. Hier zijn gelukkig huizen maar in de meeste huizen is het al donker. Zou het al zo laat zijn? Brenda vraagt het zich verwonderd af, voor haar gevoel gebeurde het ongeluk nog geen half uur geleden. Ze heeft inmiddels vaart geminderd en nu stapt ze af, ze probeert zich te oriënteren waar ze is maar ze heeft geen idee. Angstig probeert ze zich zo onzichtbaar mogelijk te maken, je hoort zulke vreselijke dingen tegenwoordig en ze is bang om verkeerde mensen tegen te komen. ze sluipt langs heggen, verschuilt zich als ze een auto hoort komen en bibberend van kou en van angst kruipt ze uiteindelijk weg achter een rij dikke bomen. Daar laat ze haar fiets vallen en zakt op de grond, ze kan niet meer. Ze denkt terug aan wat ze gedaan heeft en haar hart krimpt samen als ze eraan denkt dat Stacy, door háár schuld, doodgereden is. Bittere tranen lopen over haar wangen, ze heeft zoveel spijt, had ze toch maar nooit die lelijke woorden gezegd, kón ze ze nog maar terug nemen. Wanhopig voelt ze zich en naar huis kan ze ook niet, dat durft ze niet, ze zullen zó boos op haar zijn. En dan komt er ineens nóg een angstige gedachte in haar op, stel je voor dat ze naar de gevangenis moet… en nog harder huilt ze daar in haar verborgen hoekje. Totaal uitgeput en versteend valt ze uiteindelijk in een diepe slaap op de koude grond achter de bomen en terwijl er met man en macht gezocht wordt is er niemand die Brenda vindt die nacht…

Als de gepensioneerde dominee van der Putten de andere morgen vroeg de deur uitstapt om zijn hondje Lexy uit te gaan laten blijft hij even op het tuinpad staan om de frisse vrieslucht in de ademen. Heerlijk vindt hij dit moment van de dag, het is nog lekker vroeg, het is zelfs nog vrij donker en zo heerlijk stil, hij geniet er elke morgen weer van. Als hij met Lexy over het lange tuinpad afloopt trekt Lexy hem plotseling mee. Dominee is verbaasd, zijn Lexy is altijd de rust zelve en dat hij nu zo trekt is vreemd. De dominee laat zich meetrekken naar de plek waar Lexy hem heenvoert en dan ziet hij eerst een fiets liggen en meteen daarna ziet hij een figuurtje liggen, tegen zijn bomenrij, half onder de sneeuw. Dominee schrikt, wat is dat nou? Snel haast hij zich er naartoe en dichterbij gekomen ziet hij dat het een jong meisje is dat daar ligt. “Blijf Lexy” commandeert hij zijn hond en hij buigt zich over het meisje heen, ze reageert niet op zijn roepen en dan neemt hij haar wat moeizaam in zijn armen, hij is tenslotte al een dagje ouder, en snel gaat hij het tuinpad weer over richting zijn huis. Bij de deur gekomen bonst hij met zijn schouder ertegen en roept zijn vrouw Eefje, die op zijn roepen snel de deur opent. “Snel Eef, bel een dokter” hijgt hij terwijl hij haar voorbij loopt om het meisje in de warme woonkamer op de bank te leggen. Eefje is een moment verbijsterd maar weet dan snel te handelen en belt onmiddellijk hun dokter waarna ze dichterbij komt om te kijken wat er aan de hand is. Als ze het meisje ziet en hoort dat haar man haar vond in hun tuin in de sneeuw begint ze meteen haar man te commanderen, “haal een deken Herbert, en vul een warme kruik, dit kind is steenkoud, hoelang lag ze daar al, och arm kindje toch” zegt ze medelijdend tegen de bewusteloze Brenda terwijl ze haar liefdevol door de haren strijkt.

Als niet veel later de dokter arriveert heeft Brenda de ogen opgeslagen en kijkt verdwaasd om zich heen. Ze klappertand van de kou en als de dokter haar heeft onderzocht belt hij meteen een ambulance om haar naar het ziekenhuis te laten brengen. Terwijl ze op de ambulance wachten vraagt dominee vriendelijk naar de naam van Brenda en naar haar adres en of ze het telefoonnummer van haar ouders weet. Brenda vertelt het hem met een zacht stemmetje maar begint dan te huilen. “Ach meneer, ik heb zoiets vreselijks gedaan, oh ik kan niemand meer onder ogen komen, ik heb toch zoveel spijt” snikt ze en ze kan niet verder praten, zo hard is ze aan het huilen. Herbert en Eefje kijken medelijdend naar dit hoopje ellende, wat zou er in dat hoofdje omgaan en wat voor vreselijks zou ze gedaan kunnen hebben? Tijd om het te vragen is er niet meer want de ambulance is gearriveerd en Brenda wordt meegenomen naar het ziekenhuis. 

In het huis van Marcia en Chris is er zorg en onrust, Chris heeft tot diep in de nacht alles afgezocht en ook zijn er een heel aantal agenten aan het zoeken geweest. Uiteindelijk zijn ze gestopt en is er afgesproken om deze morgen vroeg opnieuw op pad te gaan. Chris en Marcia hebben geen oog dicht gedaan en Nienke en Mark zijn af en toe in de stoel en op de bank in slaap gevallen. Bleek en angstig zitten ze bij elkaar als de telefoon rinkelt. Chris neemt de telefoon op en de anderen kijken gespannen naar zijn gezicht. Het is dominee Herbert van der Putten die hem vertelt dat hij zijn dochter heeft gevonden en Chris roept uit het diepst van zijn hart “Oh, God zij gedankt” en Marcia, Mark en Nienke huilen van opluchting want ze begrijpen dat Brenda gevonden is. Chris luistert nog even naar de dominee en bedankt hem heel hartelijk, waarna hij de verbinding verbreekt en Marcia en de kinderen in een grote omhelzing vasthoudt. “Ze is naar het ziekenhuis gebracht, ze was onderkoeld, kom we gaan er snel heen” zegt hij. Meteen pakt hij opnieuw de telefoon en belt met de politie om te zeggen dat hun dochter gevonden is en dan stappen ze snel in de auto. Onderweg vertelt hij wat de dominee gezegd had en als ze in het ziekenhuis aankomen komt de arts al naar hen toe. “Ze is alleen onderkoeld en we zijn bezig om haar lichaam weer op de juiste temperatuur te krijgen, verder heeft ze gelukkig geen longontsteking waar we bang voor waren, ze is alleen wel erg door de war maar ik zal u naar haar kamer brengen” zegt hij. 

wordt vervolgd…

christmas-tree

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail


7 + 7 =