Willekeurige bemoediging
  • Welkom in 2015.
    Het is al nacht als ik hier aan mijn computer ga zitten. Mijn blik valt op de agenda die altijd …
Recente reacties
Archief

CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

De schuilhoeken van het hart 16 (slot).

hd-kerst-achtergrond-met-een-kerstbal-dennenappels-en-kerst-takken-hd-wallpaper1-1024x576[1]

“Joëlle, ga je mee? Het is tijd meisje”. Het is Marco die dit onderaan de trap roept. Marieke en Anne zijn al in de tuin bezig elkaar met sneeuwballen te bekogelen maar Joëlle zit nog altijd op haar kamer. Sloom komt ze naar buiten en loopt de trap af. “Nou, rustig maar hoor, zoveel  haast hebben we toch niet?” Tergend langzaam trekt ze haar jas en schoenen aan en komt op haar gemakje de deur uit. Elleke en Marco ergeren zich hieraan, straks zijn ze nog te laat. Dat Joëlle dit met opzet doet daar hebben ze geen weet van. Joëlle wil kost wat kost voorkomen dat haar vader en moeder met de ouders van Lieke in gesprek raken met het gevaar dat er dan toch nog complicaties zullen optreden. Daarom probeert ze nóg meer tijd te rekken zodat ze inderdaad te laat, of in het slechtste geval, net op nippertje de kerk binnen zullen komen. Haar opzet slaagt, nog net op tijd glippen ze de kerk binnen en gaan vrij achteraan op een paar lege plekken zitten. Pffffff, Joëlle slaakt een zucht van verlichting, “gelukt” denkt ze en ze gaat wat meer ontspannen achterover zitten…

Na de samenzang komt de voorganger het podium op en begint aan de kerst boodschap. Uiteraard komt de geboorte van de Here Jezus ter sprake, “maar veel mooier is het dat de Here Jezus naar deze aarde gekomen is om onze zonden op zich te nemen, Hij heeft de straf gekregen voor de dingen die wij fout hebben gedaan. Hoe mooi is dat?” zegt de voorganger. Joëlle laat alle woorden lekker langs zich heen glijden, ze is met haar gedachten heel ergens anders en ze wil ook gewoon niet horen wat er gezegd wordt. De voorganger gaat verder en vertelt dat het zo belangrijk is dat je je hart schoon houdt, dat je, ook al doe je als mens de dingen toch telkens weer verkeerd, steeds weer alles aan de Here God mag belijden en daarmee je hart schoon mag houden. Hij zegt “Soms doen wij mensen weleens dingen waarvan we diep in ons hart wel weten dat het niet goed is, maar die we dan toch doen. En doordát we zo goed weten dat het niet goed is proberen we die dingen weg te stoppen. Inplaats van deze dingen te belijden, stoppen we ze weg in een verborgen hoekje van ons hart en hopen dan maar dat niemand er iets van te zien krijgt. In de bijbel wordt ook gesproken van verborgen plekjes. Ik wil hier één tekst over lezen, die staat in Spreuken 20:27”, en hij leest voor: “De geest van de mens is een lamp des Heren, doorzoekende al de schuilhoeken van het hart”.

Joëlle is bij deze laatste woorden rechtop geschoten, het lijkt wel alsof de voorganger alleen voor haar preekt, hoe kan hij nou weten wat er in haar omgaat, hij zal toch niet weten wat ze gedaan heeft zeker?? Joëlle is angstig en met bonzend hart luistert ze verder. “Lieve mensen, weet je wat er gebeurt als je dingen laat afglijden naar de schuilhoeken van het hart? Dat gaat je vanbinnen helemaal verteren. Het is donker in die schuilhoeken en er leven geheimen en zonden en door ze daar zo verborgen te houden worden ze alleen maar groter en gaan je leven nog meer beheersen. Het begint altijd met een klein dingetje, maar het wordt groter en groter en al snel kun je aan niets anders meer denken, het neemt je volledig in bezit”. Joëlle slikt, ja, zo is het precies, ook zij kan aan niets anders meer denken dan aan haar geheim, en het beheerst heel haar daden en haar gedachten. Ze zou het liefste wegvluchten, weg van hier, weg van die voorganger die blijkbaar alles van haar weet, ze wil niks meer horen, ze wil weg, weg, weg! Durfde ze maar. Het lukt Joëlle niet meer om zich af te sluiten voor de woorden die de voorganger spreekt en met tegenzin luistert ze naar wat hij verder te vertellen heeft:

“Die tekst uit Spreuken 20 spreekt over een lamp die die donkere schuilhoeken doorzoekt. Als wij ervoor hebben gekozen bij de Here God te  horen dan mogen we ook weten dat Hij Zijn Heilige Geest in ons hart heeft uitgestort en de bijbel leert ons dat deze Geest zich verbindt met onze geest, en dat is nou zo mooi. Als Gods Geest in ons leven komt dan brengt Hij licht mee. Als  die Geest zich verbindt met onze geest dan zal dat voor een stukje licht in ons leven zorgen, licht in ons binnenste, in onze gedachten en dan zal dat licht dus ook in die donkere schuilhoeken gaan schijnen. God’s Geest spreekt onze gedachten aan, wijst ons op de dingen die niet goed zijn en maakt ons daar bewust van. Dan kunnen wij er op zo’n moment voor kiezen om daar iets mee te doen, of we kunnen die verkeerde dingen nóg verder wegstoppen omdat we er niet mee bezig willen zijn. Maar vergis u niet lieve mensen, de dingen die we in die schuilhoeken van het hart proberen weg te stoppen zullen ons niet met rust laten, ze beroven ons van onze vrede, van onze vreugde, van onze onbevangenheid en van de liefde die wij voor de ander voelen maar óók van de liefde die wij voor onszelf mogen- en ook zouden moeten- voelen. Het is ons hart dat ons veroordeelt omdat we diep vanbinnen heel goed weten dat we met dingen bezig zijn die niet goed zijn. Dit is niet zoals de Here God het voor ons bedoeld had, want dit maakt scheiding tussen Hem en ons, terwijl het juist dat grote offer van de Here Jezus was dat ervoor gezorgd heeft dat die scheiding wegviel. De Here God houdt zo enorm veel van ons en Hij wil met eenieder van ons een heel persoonlijke relatie bouwen, maar daarvoor moet je wel dicht bij elkaar kunnen zijn, praten met elkaar, alles delen met de Here God en dat kan dan niet. Denk eens aan Adam en Eva, Adam wandelde elke avond met de Here God, dat was voor hem heel gewoon, tótdat hij en Eva gezondigd hadden, ze hadden gegeten van de boom van kennis van goed en kwaad en met de zonde kwam óók het besef van die zonde hun harten binnen waarop zij zich trachtten te verstoppen….” Wat de voorganger verder nog zegt hoort Joëlle niet meer, ze is totaal onder de indruk van de prediking, het lijkt alsof er alleen tot haar gesproken wordt, ieder woord komt binnen en ze voelt zich kleiner en kleiner worden. Het is alsof haar een spiegel voorgehouden wordt, ineens ziet ze nu datgene dat ze eerder had geprobeerd weg te stoppen, ze ziet haar eigen aandeel in de ellende rondom Carlien in een onbarmhartig licht. Haar leugens, haar verraad, de  boosheid en de oneerlijkheid…

Als de dienst is afgelopen gaat het hele gezin weer door de sneeuw op weg naar huis. Joëlle loopt in haar eentje achteraan, diep in gedachten, worstelend met zichzelf en alles wat ze vanavond gehoord heeft. Ze ziet niets van de sneeuw, hoort niets van het vrolijke gejoel van haar zusjes en merkt niet eens de sneeuwbal op die haar rakelings passeert, ze lijkt alleen op de wereld te zijn.

Eenmaal thuis aangekomen heeft ze haar besluit genomen, “mam, pap, kan ik jullie even spreken?” Een ernstig snuitje wordt opgeheven naar Elleke en Marco die onmiddellijk tijd maken voor hun zorgenkindje. Ze gaan met elkaar in de gezellige woonkeuken rond de tafel zitten terwijl Anne en Marieke zich even alleen vermaken in de woonkamer. “Waar wil je ons over spreken Joëlle?” vraagt papa. Joëlle kijkt haar ouders open en eerlijk aan en recht haar schouders. Ze slikt eens en begint dan aan haar, deze keer eerlijke en volledige, relaas. Elleke en Marco luisteren stil, ze onderbreken haar niet één keer en als Joëlle uitverteld is blijft het nog even stil. Als papa dan begint te praten zijn het geen verwijten die hij naar Joëlle uitspreekt, nee, het is zo heel anders dan zij gedacht en gevreesd had. “Wat zul jij het moeilijk gehad hebben de laatste tijd” zegt hij. Zijn ogen zijn zacht en terwijl hij dit zegt loopt hij naar zijn dochter toe en legt zijn arm om haar heen. Dit wordt de dappere Joëlle nu toch teveel en zachtjes lopen de tranen over haar gezicht. “Ik heb er zo’n spijt van papa” zegt ze zachtjes. Papa en mama zijn zo blij met deze eerlijke bekentenis en dat zeggen ze ook tegen Joëlle, maar die heeft nog een heel groot probleem, ze beseft heel goed dat ze óók Lieke, Carlien en Lieke’s ouders zal moeten inlichten over haar laffe daden en daar ziet ze als een berg tegenop. Toch wil ze, nu ze eenmaal haar besluit genomen heeft schoon schip te maken, ook echt doorzetten. Papa vraagt of Joëlle het fijn zou vinden als hij met haar meegaat, maar Joélle slaat dit af, dit is haar probleem en zij zal alleen gaan.

Nu Joëlle al zover is gekomen wil ze ook meteen de daad bij het woord voegen en ze gaat op weg naar het huis van Lieke. Met trillende vingers belt ze aan. Als er open gedaan wordt stapt ze bevend over de drempel en begint meteen: “Ja, jullie vinden het misschien raar dat ik nu nog bij jullie op visite kom, maar ik heb iets belangrijks te vertellen”. In een paar minuten zijn ze allen bijeen en begint Joëlle opnieuw aan haar verhaal en biecht ze alles wat zij gedaan heeft eerlijk op. Ze vertelt dat het de prediking van vanavond was die dit alles losgemaakt heeft in haar hart en dat ze heel goed begrijpt als ze haar nooit meer willen zien. “Ik heb straf verdiend en ik was zó gemeen”.

Lieke’s ouders kijken naar Joëlle en knipogen tegen elkaar, ze hadden immers al een vermoeden gehad dat Joëlle ook een rol in de hele situatie had gespeeld en ze zijn zo blij dat ze nu zelf met haar bekentenis komt. Lieke’s moeder neemt het woord en zegt tegen Joëlle dat ze niet boos op haar zijn en dat ze begrijpen dat het heel moeilijk voor Joëlle geweest moet zijn. Ook hier geen verwijten en zelfs Lieke is niet boos op haar. Ze is blij dat Joëlle naar hen toe gekomen is en dat ze verteld heeft hoe alles in elkaar zit. Joëlle is in de war, ze verdient toch straf? Waarom zijn ze dan zo aardig tegen haar? Carlien zit een beetje stijfjes op de bank, zij voelt zich dubbel schuldig omdat zij degene was die Joëlle in het nauw gedreven heeft. Emotioneel als ze nog steeds is barst Carlien opnieuw in snikken uit en vraagt opnieuw vergeving, zowel aan Joëlle alsook aan Lieke en haar ouders. Joëlle ziet Carlien nu in een heel ander daglicht en ze beseft dat zij degene is die ook Carlien om vergeving moet vragen en meteen doet ze dat. “Çarlien, ik had een echte vriendin voor je meten zijn maar dat was ik niet, ik heb niet alleen Lieke, maar ook jou bedrogen en daar heb ik heel veel spijt van”. Zo spreken vooral Joëlle en Carlien zich naar elkaar uit en dat voelt voor beiden goed.

Als Joëlle een poos later door de sneeuw naar huis loopt heeft ze bijna de neiging om hardop te gaan  zingen, zo blij is ze. Lieke en Carlien willen beiden haar vriendin zijn en dat vindt ze geweldig. Ze beseft dat ze deze avond veel geleerd heeft, ze heeft een kijkje in de schuilhoeken van haar hart genomen en ze is geschrokken van wat ze daar vond. Maar ze heeft opruiming daar gehouden en ze weet wel zeker dat ze nooit meer van die verborgen  plekjes in haar hart wil hebben. Ze wil voortaan open en eerlijk zijn en ook al zal ze heus nog weleens verkeerde dingen doen of zeggen, ze wil ze niet meer de kans geven om zó haar hele leven in hun stalen greep te houden. Nee, deze avond is er een ommekeer in haar leven gekomen en ze is er dankbaar voor.

kerst-mand-grijs-rood[1]Een uurtje later ligt Joëlle in bed, het is heel laat want de dienst was natuurlijk al laat afgelopen en daarna is ze óók nog naar Lieke geweest. Joëlle ligt daar heerlijk in haar bed, mama heeft haar nog even lekker ingestopt en voor het eerst in maanden voelt Joëlle zich rustig vanbinnen. Nogmaals overdenkt ze alles wat er in de laatste maanden gebeurd is en als ze bij de gebeurtenissen van deze avond aangeland is vouwt ze haar handen en zegt alleen maar “DankUwel”. Zo valt Joëlle in een diepe, rustige slaap. Door de dichtgeschoven gordijnen kiert een dun straaltje maanlicht dat precies valt op het vredige slapende gezicht van Joëlle, Gezegend kerstfeest Joëlle!

Ook al mijn lezers wil ik een mooi en gezegend Kerstfeest toewensen!

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail


7 + = 9