Willekeurige bemoediging
  • 2 juni 2008
    Momenteel ben ik in de Psalmen bezig, dat had je misschien al gemerkt:-)) Maar ook deze keer heb ik weer …
Recente reacties
Archief

CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

De drie musketiers (slot)

Links_versiering[1]Zo is het goed.Rechts_versiering[1]

Anco loopt samen met zijn moeder door de stille besneeuwde straten. Het is donker en de lantaarns zorgen ervoor dat het er gezellig en vredig uit ziet. Ze gaan niet naar huis, nee, Anco heeft een bijzondere wens en zijn moeder is trots en dankbaar dat Anco zo’n mooie wens heeft. Ze gaan het dorp in en stoppen voor het politiebureau. Anco vindt het best indrukwekkend, zo’n groot gebouw met allemaal agenten, brrr, hij is maar blij dat hij niets verkeerds heeft gedaan want hij zou het maar wát griezelig vinden om hier in zo’n cel te moeten zitten. Hij pakt zijn moeders hand nog maar eens stevig vast en zo lopen ze de drie treden naar boven en gaan door de glazen schuifdeuren naar binnen. Voor de balie blijven ze staan en ze vragen aan de agent of de commissaris er toevallig nog is? De agent kijkt hen eens aan en zegt dat hij eens zal navragen of de commissaris wel tijd voor hen heeft. “Wie kan ik zeggen dat er is?” vraagt hij, en voor zijn moeder iets heeft kunnen zeggen zegt Anco “zeg maar dat ik er ben, Anco”. Nu gaat de agent een lichtje op, deze naam heeft hij natuurlijk veelvuldig horen noemen de afgelopen dagen, en hij pakt meteen de telefoon om de commissaris op de hoogte te stellen.

Als Anco en zijn moeder een paar minuten hebben gewacht komt de commissaris hen tegemoet. Hij schudt hen hartelijk de hand en vraagt wat hij voor hen kan doen. Anco’s moeder kijkt naar Anco en zegt tegen de commissaris “Anco heeft eigenlijk een bijzondere wens”, de commissaris kijkt hem uitnodigend aan en dan vertelt Anco hem wat zijn wens is en waarom hij deze wens heeft. De commissaris kijkt de jongen vol bewondering aan en knikt, “natuurlijk mag dat mijn jongen, kom maar mee”. Hij neemt Anco en zijn moeder mee door een aantal gangen en laat hen binnen in een kleine kamer, “wacht hier maar even” zegt hij en hij loopt weg. Even later is hij terug en achter hem komt een agent die iemand bij de arm houdt en binnenbrengt, het is Ferdinand…

Schoorvoetend komt Ferdinand dichterbij, hij is ook verbaasd als hij ziet wie er daar op hem wachten en snel slaat hij zijn ogen weer neer, hij durft Anco en zijn moeder niet aan te kijken. De commissaris schuift een stoel bij voor Ferdinand en dan laat hij hem alleen met Anco en zijn moeder, buiten voor de deur post de agent. Als ze alleen zijn neemt Anco’s moeder eerst het woord, “Ferdinand, dat wij nu hier zijn komt door Anco, hij heeft een bijzondere wens en daar wil hij je graag zelf over vertellen”. Ferdinand kijkt schuw op, wat wil die jongen van hem? “Ik was vanavond op het Kerstfeest van school” begint Anco, “en daar heeft de directeur verteld over de Here Jezus en hoeveel Hij van ons houdt. En dat wij eigenlijk straf verdienen omdat we zoveel verkeerd doen, maar dat de Here Jezus als een baby’tje naar de aarde is gekomen om later aan een kruis te sterven voor al onze zonde. Enne…” hier aarzelt Anco even, “enne, nou, toen dacht ik aan jou, jij hebt ook iets gedaan dat niet goed was, je hebt mij meegenomen en je wilde mij aan mijn vader geven terwijl je wist dat mijn vader slechte dingen doet. En eerst was ik heel boos op je maar vanavond, toen ik naar dat verhaal luisterde, dacht ik er ineens aan dat de Here Jezus óók van jou houdt en toen begreep ik dat Hij wil dat ik jou vergeef”. Ferdinand weet niet wat hij hoort, “huh? Mij vergeven?” “Ja” zegt Anco, “ik wil jou vergeven en mijn moeder wil dat ook, en ook mijn vader wil ik vergeven en ik heb vanavond voor hem gebeden en ik hoop dat hij zal stoppen met de verkeerde dingen die hij doet”. Anco’s moeder kijkt getroffen naar haar jongen, dit wist ze nog niet en het ontroert haar. Ferdinand kijkt niet begrijpend, hoe kan dat nou? Anco zegt “kijk, dit heb ik vanavond gekregen op het Kerstfeest en dat wilde ik graag aan jou geven maar eigenlijk mag dat niet als je in de cel zit en daarom heb ik het aan de commissaris gevraagd en die vindt het goed dat ik jou dit geef” en hij overhandigt zijn zakje met lekkers en het boekje met het Kerstevangelie aan Ferdinand. Ferdinand kijkt beduusd naar de spullen die hij in zijn handen geduwd krijgt, hij is sprakeloos en weet niets te zeggen. Anco en zijn moeder staan op, ze zeggen Ferdinand nog vriendelijk gedag en dan laat de agent hen uit. Ferdinand wordt weer naar zijn cel terug gebracht en Anco gaat samen met zijn moeder naar huis.

De andere morgen is het Kerstmorgen en de hele wereld is wit en mooi, het heeft vannacht nog meer gesneeuwd, prachtig. Anco en zijn moeder gaan deze morgen naar de kerk en eenmaal in de kerk gaat Anco bij Bart, Janneke en Marieke zitten die ook met hun ouders naar de kerk gekomen zijn. Het duurt nog even voor het zware kerkorgel zijn eerste klanken laat horen en in die paar minuten vertelt Anco wat hij gisteren gedaan heeft. De andere drie zijn stil en vol bewondering, wat moedig en wat goed van Anco, en Bart zegt “Jij bent eigenlijk de echte held Anco”. Amco glimlacht maar wat verlegen maar vanbinnen maakt het hem wel een beetje trots. Dan begint het orgel te spelen en de mensen staan op en beginnen te zingen: Ere zij God. Prachtig klinkt het in de mooie grote kerk.

Een eindje verderop zit Ferdinand eenzaam in zijn cel, in zijn handen heeft hij een boekje, het is het boekje dat Anco hem gisteravond heeft gegeven, hij heeft het sindsdien al drie keer doorgelezen en nu zit hij ermee in zijn handen. Zou het écht waar zijn? Zou er ook voor hem vergeving zijn? Zou de Here Jezus ook voor hem gekomen zijn en van hem kunnen houden? Hij heeft er niet van kunnen slapen vannacht en keer op keer deze vraag voor zichzelf gesteld, en telkens weer dat boekje gepakt en erin gelezen en nu zit hij daar en overdenkt wat hij van zijn leven gemaakt heeft. Dat is niet veel goeds…maar toch is er hoop in zijn hart gekomen, dat komt door dat boekje. Hij hoopt echt dat de Here Jezus ook van hem kan houden en hier, waar niemand hem ziet, is er van de stoere Ferdinand niet veel meer over, er loopt een traan over zijn gezicht en snel veegt hij hem weg. Maar vanbinnen in zijn hart is er zo’n enorm verlangen gekomen vannacht, een verlangen om ook bij de Here Jezus te horen. En dan neemt Ferdinand een besluit, hij vouwt zijn handen en sluit zijn ogen en dan zegt hij “Here Jezus, ik heb zo verschrikkelijk veel verkeerd gedaan in mijn leven en ik heb daar zo’n spijt van, zou U mij willen vergeven en zou U dan ook van mij willen houden alstublieft?”

Ferdinand heeft nog een lange weg te gaan maar in zijn hart is het rustig geworden, “dankjewel Anco, fijn Kerstfeest” fluistert hij en er is een dankbare glimlach op zijn gezicht.

Kinderkerst_kaarsjes[1]

 

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail


6 + 2 =