Willekeurige bemoediging
  • Dodelijke blikken…
    Gisteren maakte iemand een opmerking en die zei: “als blikken hadden kunnen doden, dan had ik hier nu niet gestaan”. Ook …
Recente reacties
Archief

CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

De drie musketiers (3)

Links_versiering[1]De drie musketiers.Rechts_versiering[1]

Als Marieke de volgende morgen wakker wordt is het eerste waar ze aan denkt hun avontuur van de vorige dag. Gisteravond had papa haar lachend aangekeken en gezegd “jij hebt vast een geweldige dag gehad Marieke? Je straalt gewoon één en al plezier uit, je wangen gloeien ervan”. Marieke had gezellig met papa geknuffeld en hem verteld dat ze inderdaad een heerlijke dag gehad had samen met Janneke en Bart. Van hun belevenissen in het bos heeft ze nog maar niets gezegd, ze wisten immers nog helemaal niet of het wel een echt avontuur was en inwendig verheugde Marieke zich al op de grote ogen die papa en mama en haar zusjes op zouden zetten als het tóch een spannend avontuur blijkt te zijn. Hè, ze hoopt dat Bart en Janneke vanmiddag vroeg komen, ze heeft er nu toch wel zin in, zo spannend… En in stilte alvast genietend gaat ze naar beneden voor het ontbijt waarna ze gezamenlijk naar de kerk zullen gaan.

Aan de lunch is het een vrolijke boel bij de familie Burggraaf. Joëlle, de oudste van 16 en Anne van 14 maken plannen om een middagje naar tante Anneke te gaan. Tante Anneke woont zo’n 10 km. bij hen vandaan en het is altijd gezellig bij haar. Ze hebben er zin in en ze gaan op de fiets. Joëlle vraagt aan Marieke of zij ook zin heeft om mee te gaan. Op zich is dit een hele eer want de twee oudere zusjes vinden Marieke vaak nog veel te klein en te onnozel om haar bij hun plannen en uitstapjes te betrekken, zij zijn tenslotte al een stuk ouder. Marieke zegt echter dat ze vandaag geen tijd heeft om mee te gaan omdat ze heeft afgesproken met Bart en Janneke. De grote zussen glimlachen er eens om, natuurlijk, ze snappen wel dat Marieke liever met kinderen van haar eigen leeftijd lekker buiten in de sneeuw wil ravotten. “Is prima hoor Miekje” zegt Anne, die haar zusje soms liefkozend zo noemt, en ze geeft Marieke een aai over haar bol en wenst haar een gezellige dag toe. Joëlle en Anne helpen eerst mama nog met het afruimen van de tafel en gaan zich daarna klaarmaken om naar tante Anneke te gaan. Tante Anneke verwacht hen en ze heeft beloofd om met de thee en de heerlijke eigengebakken koekjes, zoals alleen zij die kan maken, op hen te wachten. Ze pakken zich goed in want het is nogal guur buiten. “Dag mam” roepen ze, en daar gaan ze, op weg. “Dag dames, een fijne middag!” zegt mama en papa zwaait naar zijn meiden.

Daar gaat de bel, Marieke snelt naar de deur en laat haar vrienden binnen. “Dag mevrouw” zegt Janneke beleefd tegen Elleke, en ook Bart knikt haar toe. “Ha jongens, gaan jullie er weer gezellig op uit? Veel plezier hoor” en mama zwaait het drietal nog even na vanuit de deuropening. Glimlachend doet ze de deur weer dicht, ze is blij met haar meiskes en blij dat er sinds maanden weer rust in haar hart is, de onrust, die ze altijd voelde vanwege het gedrag van Joëlle, is helemaal verdwenen sinds Joëlle zich helemaal geopend had voor hen. Ja, Elleke is dankbaar en in stilte dankt ze de Here God voor haar fijne gezin.

Daar lopen ze, de drie musketiers, Bart, Janneke en Marieke, ze zeggen nog even niets tegen elkaar en als ze de huizen achter zich gelaten hebben beginnen ze met elkaar te praten. Onwillekeurig zijn ze de weg naar het rovershol ingeslagen en nu lopen ze over de Bosweg. “Wat is het plan Bart?” vraagt Janneke en ook Marieke kijkt vragend naar Bart. Bart voelt zich best wel een beetje belangrijk nu de meisjes zo afwachtend naar hem kijken en hij komt voor de dag met een plan dat hij gisteravond in bed bedacht heeft.

Het plan van Bart.

“Oké, luister, het is heel simpel. We gaan nu eerst naar het rovershol en al bij de ingang van het bos letten we heel goed op of we verse sporen zien van de twee mannen. Als we dichtbij gekomen zijn blijven jullie dicht achter mij en dan sluipen we over de grond dichterbij. We gaan zo dicht mogelijk bij het hol liggen en we proberen de mannen af te luisteren maar we proberen ook of er een mogelijkheid is dat we ze te zien krijgen. Dat is natuurlijk heel belangrijk want nu kan het iedereen wel zijn die we tegenkomen en dat vind ik best griezelig”, zegt Bart. De meisjes knikken, ze zijn het eens met het plan van Bart. “Maar als ze er nu niet zijn?” vraagt Janneke, “dan blijven we bij het hol en wachten tot de kust echt veilig is en dan ga ik even binnen kijken terwijl jullie op de uitkijk blijven liggen”. De meisjes kijken Bart bewonderend aan, wat heeft hij het allemaal goed uitgedacht. Met wat sneller kloppende harten gaan de drie het bos in.

Terwijl ze gebukt onder de takken van de bomen lopen letten ze goed op de grond. In eerste instantie zien ze alleen hun eigen voetstappen van gisteren, “hier hebben ze dus niet gelopen” denkt Bart, en ze gaan verder. Een eind verderop worden alle sporen onduidelijk, ze zijn niet goed meer te onderscheiden. “Dat komt natuurlijk omdat we hier heen- en teruggelopen zijn gisteren” denkt Bart. Hij is blij dat de twee mannen deze sluipweg blijkbaar nog niet gevonden hebben, dat geeft hem toch een beetje veilig gevoel want in het ergste geval kunnen ze hierlangs snel wegkomen. Wat Bart niet kan zien is dat de twee mannen daar wel degelijk gelopen hebben en dat zij de weg wél kennen. Ze vonden hem alleen ongemakkelijk vanwege de laaghangende takken en zijn op hun schreden teruggekeerd, maar als het nodig mocht zijn kunnen ze best langs die weg het bos in- en uit.

Heel voorzichtig lopen ze achter elkaar aan, Bart heeft de twee meisjes op het hart gedrukt heel goed naar de grond te kijken zodat niet ook zij op een droge tak stappen die onder hun voeten zal kraken. De meisjes hebben het zich ter harte genomen en lopen heel voorzichtig en behoedzaam over het stille bospaadje. Wanneer ze het punt passeren waar de meisjes gisteren gewacht hebben draait Bart zich om met de vinger tegen de lippen, “stttt, heel stil nu” fluistert hij nauwelijks hoorbaar. De spanning in hun lijf wordt groter en hun hart gaat nog sneller kloppen als ze verder gaan.

Steven en Gerard hebben een groot deel van de nacht in het rovershol doorgebracht. Ze hebben er ieder een slaapzak liggen en een matje, zo hebben ze daar het grootste deel van de nacht gezeten, het was bitterkoud geweest maar deze twee mannen hadden geen keus. Toen het uiteindelijk 5 uur geworden was zijn ze tevoorschijn gekomen en ieder een andere kant op gegaan… waarom zaten ze daar? Op wie hebben ze gewacht? Waar zijn ze naartoe gegaan? Wie zijn ze toch?

Wordt vervolgd…

Kinderkerst_kaarsjes[1]

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail


1 + 1 =