Wat nou als Hij toekijkt?
Het penningske der weduwe:
En Hij (Jezus) ging tegenover de offerkist zitten en zag met aandacht, hoe de schare kopergeld wierp in de offerkist. En vele rijken wierpen er veel in. En er kwam een arme weduwe, die er twee koperstukjes in wierp, dat is een duit. En Hij riep Zijn discipelen en zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, deze arme weduwe heeft het meeste in de offerkist geworpen van allen, die er iets in geworpen hebben. Want allen hebben erin geworpen van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede erin geworpen, al wat zij had, haar ganse levensonderhoud. Marc.12:41-44.
Interessant dat de Here Jezus daar tegenover die offerkist ging zitten zodat Hij precies kon zien wat iedereen erin gooide. Hij ziet dan dat de rijken er veel inwerpen, ja, logisch, die zien natuurlijk de Here Jezus zitten en willen toch weleens goed laten zien dat ze veel in die offerkist gooien. Ik vraag me overigens af of ze óók zoveel erin hadden gegooid als niemand het had kunnen zien.
Deze rijke mensen hebben beslist meer in de offerkist gedaan dan zij normaal gewend waren te doen. En dan komt daar die arme weduwe en zij heeft slechts twee koperstukjes. Ten eerste voelt dat heel naar als je iedereen grote handen geld in die kist ziet doen, ten tweede wist ook zij dat de Here Jezus daar zat toe te kijken en dat moet wel dubbel vervelend gevoeld hebben. Maar deze vrouw had niets anders dan deze twee koperstukjes, en zij gaf datgene wat ze had. De Here Jezus zegt zelfs dat ze “haar ganse levensonderhoud” erin geworpen had.
Deze vrouw was een weduwe, ze had niemand meer die voor haar de kost verdiende, ze was alleen. Maar inplaats van bezig te zijn met werken of met bedelen misschien of met wát dan ook, was zij daar om haar offer te brengen. Deze rijken konden makkelijk de tijd eraf nemen om daar te gaan offeren, ze hadden toch genoeg geld, maar deze weduwe had eigenlijk al haar tijd en al haar inzet nodig om zichzelf in leven te houden. Toch kiest zij ervoor om alles wat zij heeft te offeren, om het met een liefdevol hart te geven. Ze dacht niet aan zichzelf, ze had er misschien best wel over nagedacht of ze dan wel in leven kon blijven, of ze voor zichzelf kon zorgen, maar hóé het antwoord op die vraag ook luidde, zij ging haar geld brengen.
Als je het woord “offer” opzoekt in het woordenboek dan staat er dat het iets is dat men met “zelfverloochening” afstaat. Met andere woorden, het kóst iets. Als het niets kost is het ook geen offerande. Die rijken gaven weliswaar veel geld, maar hadden altijd nog genoeg over voor zichzelf. Deze vrouw gaf alles wat zij had en hield niets over voor zichzelf. Dát was de Here welgevallig, Hij zegt tegen Zijn discipelen dat zij het meeste van allemaal gegeven had.
Als ik dan zoiets lees ga ik eerst bij mezelf te rade ben ik zoals die rijken? geef ik een béétje van mijn tijd zodat er voor mezelf nog genoeg overblijft? Of lever ik bijv. een béétje TV in, maar dan niet die programma’s die ik zo leuk vind, geef ik een schijntje van mijn geld en reken ik bij voorbaat uit of ik dan nog wel genoeg overhoud voor mezelf? Besteed ik een beetje tijd aan gebed omdat ik nog genoeg tijd voor andere dingen wil overhouden of is het zelfs andersom, dat ik eerst al die andere dingen doe en dan bid áls er nog tijd voor overblijft? Op deze manier zijn het zeer zuinige aalmoezen en zéker geen offers die met zelfverloochening worden gegeven.
Deze weduwe gaf álles. Zij was niet bang om ook maar ergens tekort te komen en ik ben ervan overtuigd dát ze ook niets tekort gekomen is! Wij mogen óók rustig álles geven, ál onze tijd, ons geld, en vul het zelf maar in, en we mogen daarbij zéker weten dat we niets tekort zullen komen. God zal voorzien in álle dingen, daar is geen twijfel over mogelijk. Dan denk ik aan Psalm 23, waar David zegt: De Here is mijn Herder, mij ontbreekt niets. Let wel, er staat niet dat we dan alles krijgen wat we maar vragen, nee er staat dat we alles krijgen wat we nódig hebben. Hoe je daarachter kunt komen…? proberen!