Victory!
Het is alweer een tijdje geleden, ik ging naar een vrouwenmorgen en precies voor de deur van de kerk waar de vrouwenochtend gehouden werd, zag ik een dode vogel liggen. Het was een roodborstje, helemaal gaaf en mooi, met van die prachtige kleuren. Het lag op zijn rug en er was niemand aan geweest. Geen poes had het diertje gehavend, in alle rust lag het daar. Ik vond dat een naar gezicht, zo’n mooi vogeltje.
Hoe het daar gekomen is? Ik zou het niet weten. Hoe het gestorven is? Dat is mij onbekend. Het enige dat ik weet is dat het daar lag en niet meer leefde. Je bedenkt dan dat een vogeltje bedoeld is om lekker te vliegen, te zingen, besjes van de struikjes te eten, en in alle vrijheid een mooi leven te leiden. Nu het daar dood lag, was er óók geen poes meer die naar hem omkeek, want katten jagen niet op dode dieren, daar is geen lol aan. Katten jagen op levende dieren.
Zo is het ook met ons, de duivel probeert ons op te jagen, om ons te vangen, elke dag opnieuw stelt hij van alles in werking óm ons toch maar te kunnen pakken. Maar óók hij jaagt alleen maar op lévende mensen. De doden laat hij met rust, daar is geen lol aan en daar hoeft hij ook geen energie meer in te steken, die zijn tóch al dood. Soms kunnen wij er óók zo prachtig uitzien, we hebben ons christelijke masker voor en lijken zó goed bezig te zijn. We kunnen mooi bidden, we hebben Bijbelkennis, we bezoeken de samenkomst, maar vanbinnen kan het zo zijn dat het allemaal niet zo diep meer gaat en we de boel een beetje hebben laten vervlakken. Langzaam maar zeker zijn we geestelijk aan het dood gaan. Maar weet je wat het gekke is? Soms heb je er zelf niet eens erg in. Dat komt doordat het eigenlijk allemaal voor de wind gaat, je hebt niet zoveel last meer van aanvechtingen, je hebt het gevoel dat er nu toch wel een goede ommekeer is gekomen. Als je dát merkt in je leven, moet je oppassen, want het kan best weleens voor een poosje wat rustiger zijn, en het is absoluut mooi als je de zegeningen van de Here God in je leven ziet en daar mogen we ook zeer zeker blij mee zijn en dankbaar voor zijn, maar als het té gladjes gaat is het goed om alert te zijn. (dat is trouwens altijd goed:-) Want zoals gezegd, ook de duivel jaagt niet op dode mensen.
In allerlei Bijbelgedeelten lees je dat het geestelijk leven, een voortdurende strijd is, dat we bijv. de “goede” strijd moeten strijden. Een strijd tegen onszelf en onze eigen begeerten, een strijd tegen de aanvallen van de duivel. Er staat ook in Lucas 13:23-24: En iemand zeide tot Hem: Here, zijn het weinigen, die behouden worden? Hij zeide tot hen: Strijdt om in te gaan door de enge poort, want velen, zeg Ik u, zullen trachten in te gaan, doch het niet kunnen.
Een Bijbeltekst die nog wel eens gebruikt wordt als het gaat om het strijden is: “De Here zal voor u strijden en gij kunt stille zijn”. Maar deze woorden lees je in het oude testament, (Exodus 14:14) waar het inderdaad zo was dat God zélf streed voor Zijn volk, wanneer er vijanden waren die uit de weg geruimd moesten worden. Maar als je het nieuwe testament leest, dan wordt daar telkens weer opgeroepen tot de strijd. Alleen is het dit keer een gééstelijke strijd, terwijl het vroeger een daadwerkelijke strijd was. Deze strijd, tegen ons eigen ik, ons eigen vlees, onze eigen begeerten en zonde, moet wel degelijk door onszelf gestreden worden. En zoals je in bovenstaand Bijbelgedeelte kunt lezen is het zelfs de Here Jezus die oproept tot de strijd. Hij zegt daar dat je zónder die strijd niet zal kúnnen binnengaan door die enge poort…
Rom. 12:21 : Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. Hier wordt ook gesproken over een strijd, want aan een “overwinning” gaat áltijd een strijd vooraf. Heel de Openbaringen gaat over strijd en overwinning, en in de Romeinenbrief staat dat wij méér dan overwinnaars mogen zijn met Hem, de Here Jezus. Het is niet gemakkelijk en je kunt er moe van worden, maar toch mogen we volhouden.
Zonder strijd is er geen overwinning, dat is een gegeven, maar áls we die strijd aangaan, dan mogen we ook weten dat we die overwinning kunnen, mogen en zúllen behalen! Wij hebben de Overwinnaar, en met Hem óók de “overwinning”, aan onze kant!