Veelheid van gedachten..
Soms kan het stormen in een mensenleven, dan gaat alles tekeer en dan heb je het gevoel dat je zult verdrinken. De kracht om die storm te trotseren ontbreekt je. Je verwacht dat elk moment je levensscheepje om kan slaan. In zo’n geval is daar toch de troost die de Here geeft, dan zijn daar de voorbeelden van die storm op het meer, waar de Here Jezus slechts één woord sprak en de wind ging liggen en het water werd stil. Dat zijn bemoedigende dingen om aan vast te houden, júíst in tijden van storm.
Maar soms kun je ook tijden van windstilte hebben, precies het tegenovergestelde, dan dobber je stilletjes op dat water, er is geen wind om je voort te blazen, alles is stil en weids en er is overal alleen maar water, water en nog eens water om je heen. Je komt geen steek verder en moet almaar afwachten tot de wind opsteekt zodat je zeilen weer strak komen te staan en je verder zult komen.
Ik weet niet wat er moeilijker is, het eerste… of het tweede…? Allebei de situatie’s zijn verre van ideaal, maar in het eerste geval heb je de bemoedigingen uit Gods woord dat Hij de storm tot bedaren kan brengen. In het tweede geval kun je niets, dat is zo’n tijd dat de gedachten je overspoelen, sombere gedachten, herinneringen aan pijn, aan verdriet, misschien ook aan hoe goed het is geweest en hoe uitzichtloos het nu is. Want hoewel je eigenlijk een weids uitzicht hebt, zie je alleen maar water, er zijn geen doelen die je in het zicht hebt. Zul je in die stilte moeten blijven? komt er nieuwe wind om je verder te blazen? Wanneer? Hoe? Je kunt niet anders dan wachten. Heb je ook weleens van die momenten? Wat dan te doen?
Psalm 94:17-19 : Indien de Here mijn hulp niet was geweest, mijn ziel zou bijna in de stilte gewoond hebben. Als ik dacht: Mijn voet wankelt, dan ondersteunde mij Uw goedertierenheid, o Here. Bij de veelheid van mijn gedachten in mijn binnenste verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel.
Hier beschrijft de psalmist eigenlijk een soortgelijke situatie. Als de Here hem niet tot hulp was geweest zou zijn ziel bijna in de stilte gewoond hebben. Als je ergens gaat wonen, dan wil dat zeggen dat dát je hoofdverblijfplaats wordt. Al je spullen breng je daarheen, je eet er, je slaapt er, het is dé plek die van jou is. Maar de psalmist is blij dat zijn ziel juist níét in die stilte hoefde te blijven. Het is ook zo dat een woning, toch een bepaalde beperking weergeeft. Een woning heeft muren die de grenzen aangeven van de ene kamer naar de andere, van jou naar de buren. In geestelijke zin is het niet de bedoeling dat wij ons beperken tot één stukje land, dat we ons door muren laten tegenhouden. David zegt ook op een bepaald moment: “Met mijn God spring ik over een muur”. Hij liet zich daardoor niet tegenhouden. Ook wij mogen met deze God over muren heen springen, met andere woorden, we hoeven ons niet te laten beperken door wát dan ook.
Verder spreekt deze psalm ook over de veelheid van gedachten, ik zei het al, soms kun je zo beheerst worden door allerlei gedachten, door dingen die je somber kunnen maken, moedeloos en mat. Júíst in die stilte, als je het gevoel hebt dat je geen steek verder komt, als je geen uitkomst ziet, dan kunnen dit soort gevoelens en gedachten totaal bezit van je nemen. Maar dan staat er ook, “Uw vertroostingen verkwikten mijn ziel”. De ziel, daarover staat geschreven dat dát een graadmeter is, er staat dat het ons wel zal gaan zoals het onze ziel welgaat. Als er dus een probleem is, is dát de plaats waar de herstel werkzaamheden moeten beginnen, in onze ziel. En dáár is ook de werkplaats van de Here God, in Psalm 23 zegt David het ook, “Gij verkwikt mijn ziel”. God pakt het probleem aan bij de wortel. Ook hier weer.
De vertroostingen van God verkwikken onze ziel. Toen de Here Jezus terugging naar de hemel, heeft Hij de Trooster, de Heilige Geest gezonden, en de Heilige Geest is niet alleen onze Trooster, maar ook onze Leidsman, en Hij onderwijst ons in het woord van God en doet ons deze vertroostingen zien en vinden. Soms is het goed om eens een poosje in die stilte te vertoeven, niet om ons somber te laten maken door onze gedachten, maar júíst om die verkwikking van onze ziel te mogen ophalen. Hier zie je dat een negatieve situatie, wordt omgebogen naar een pósitieve. Ook wij mogen onze ziel laten verkwikken door de vertroostingen die God ons geeft in en door Zijn woord.