Willekeurige bemoediging
  • “Stille” tijd.
    Immers heb ik mijn ziel tot rust en stilte gebracht als een gespeend kind bij zijn moeder; als een gespeend …
Recente reacties
Archief
CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

Ukkies.

plaatjeszolder[1]

Toen mijn jongste dochter nog erg klein was, speelde ze altijd met haar oudere zusje en diens vriendin. De meisjes waren 6 jaar en zij was ruim 2 jaar. Ze had nog wel vriendjes en vriendinnetjes die wat jonger waren dan haar zusje en daar speelde ze ook wel mee maar al met al waren de meeste kinderen in de buurt ouder dan zij, en gingen van lieverlee één voor één naar school. Op een bepaald moment was zij de enige in de buurt die nog te jong was voor school en bleef ze dus een een beetje eenzaam achter op de schooltijden. Ze was ook een behoorlijke wildebras, zo had ze van een vriendje geleerd om ergens in te klimmen. Dan stond ze bij de metalen waspaal, spuugde in haar handjes en klom zo naar boven. Ook had ze een fietsje met zijwieltjes, en ik had al vaker een eindje met haar meegelopen om haar te leren fietsen, maar dat vond ze maar helemaal niks, dat wilde ze pertinent niet. Maar als haar vriendjes dan naar school waren, ging ze bij zo’n moeder vragen of ze het fietsje van zo’n vriendje mocht lenen (zonder zijwielen), wat nooit een probleem was en dan zag ik haar, zittend op de bagagedrager met allebei haar voetjes vaart maken, en vanuit die vaart zette ze haar voetjes op de trappers en kon fietsen. Zo heeft ze zichzelf fietsen geleerd. We hadden ook skates die van mijn broer geweest waren, maat 40 ongeveer, en ook die trok ze aan, (natuurlijk véél te groot) draaide voorzichtig een paar rondjes in de tuin van paal naar paal en in no-time kon ze op die dingen prima vooruit komen. Ze was nergens bang van, want toen mijn zoon, die destijds 7 was, geplaagd werd door kinderen uit de buurt, en zich in een hoekje verschool, zei ze: ik ga ze wel even klieren voor je hoor”. Waarna ze heel stoer op die veel grotere jongens afliep en ze vertelde dat ze haar broer met rust moesten laten. Die kinderen accepteerden dat nog ook en dropen af. Ze was echt een stoer kind, en ze kon haast niet wachten tot ze voor het eerst een ochtendje op school mocht gaan kijken. Eindelijk brak die dag dan aan, ze was bijna 4 jaar en ik ging haar brengen. Ze straalde en ik hoefde er ook helemaal niet bij te blijven, ze vond het heerlijk dus ik mocht gerust naar huis gaan. Toen ze uit school kwam vroeg ik heel verwachtingsvol hoe het geweest was, waarop ze tamelijk teleurgesteld zei, dat er alleen maar “ukkies” in de klas zaten.

We hebben daar best wel stiekem om gelachen toen, maar de reden dat zij die andere kinderen ukkies vond, was dat ze altijd was omgegaan met groteren en ouderen. Zij sprak een taal die bij oudere kinderen hoorde, zij deed dingen die oudere kinderen deden en die deze “ukkies” nog niet durfden, zij voelde zich ouder en groter dan de andere kinderen. Maar wat wel heel erg leuk was, dat was dat ze nauwelijks 4 weken op school zat of ze had haar eerste diploma al, haar “veterstrik-diploma”. En wat ze deed was, altijd de andere kinderen helpen met hun veters te strikken, ze hielp bij alles waar dat maar nodig was en de juffrouw zei dat ze echt een grote hulp voor haar was. Ook was ze heel erg bewogen met anderen, de juffrouw had een kindje met een hartafwijking waardoor ze veel in het ziekenhuis moest zijn en Joyce kwam iedere keer om te vragen of ze iets mee mocht nemen voor het zieke kindje, maar ook het oudere broertje mocht niet vergeten worden. Dat heeft die juffrouw echt geraakt en gelukkig is het met haar kindje goed gekomen. Maar Joyce heeft haar gevoel van ouder en groter zijn omgezet in een dienstbaar zijn aan de juf en aan de kinderen. Ze heeft zich niet afgezonderd en ze is ook niet blijven mopperen dat het ukkies waren, maar ze heeft zich ingezet om datgene wat zij kon, ook aan die kinderen te leren. Ze knielde letterlijk voor ze neer om hun veters te strikken, zodat ze er niet over zouden struikelen. En ze is dat blijven doen, totdat ze het zelf konden.

I Petr.4:10 : Dient elkander, een ieder naar de genadegave, die hij ontvangen heeft, als goede rentmeesters over de velerlei genade Gods.

Ik kan daar een voorbeeld aan nemen, soms kun je je ergeren aan mensen, dan kun je moe worden van het feit dat ze het “schijnbaar” nóóit leren…láát ze dan maar eens struikelen, wie weet zullen ze het dán eindenlijk eens doorhebben. Dat is een gedachte die mij niet vreemd is, maar geen goede gedachte. Ik mag omgang hebben met een grote Heer, Hij is véél groter dan ik. Van Hem mag ik veel leren en alles wat ik leer mag ik gebruiken om er anderen mee te helpen. Mijn meisje knielde neer om voor anderen de schoenen dicht te maken, het is helemaal niet erg om klein te worden voor die ander, en zó te laten zien dat ik dienstbaar wil zijn.

20110528-204449[1]Van kleintjes mag ik leren,
die zijn zo dom nog niet,
en ik, die al veel groter ben
wil zien wat zij óók ziet.
Zij knielde voor de “ukkies”
en werd daardoor zélf klein,
maar mocht voor mij, “de grote”
een prachtig voorbeeld  zijn.


4 + 9 =