Machteloos!
Er gebeuren dagelijks dingen in ons leven die ons onzeker maken, dingen waarbij we ons soms machteloos kunnen voelen en die ons op zijn minst in een mineurstemming brengen, dikwijls ook dingen waarbij ons, voor ons gevoel, onrecht aangedaan wordt. De keuze is dan aan ons, willen we in die stemming blijven hangen? of vluchten we naar de Here God om bij Hem te schuilen? Dat laatste is het beste hoor:-) En als je dan eens éventjes in de put zit dan is dat helemaal niet zo erg, dat gebeurt ons allemaal, maar vergeet niet dat er “Een Helper, groot van kracht” is!
Om even bij mijzelf te blijven, in eerste instantie laat ik me best wel meeslepen in zo’n mineurstemming, maar op het moment dat ik mij daarvan bewust word is dan toch het eerste wat ik doe, alle dingen in Gods handen leggen. Oh, nog steeds kwaad hoor, zo van: Heer Ú weet dat dit totaal onrechtvaardig is en ga zo maar door, maar het leuke is dan dat ik al snel kalm word als ik met de Here God spreek. En wat dan zo heerlijk is, dat is dat je je aan het begin van het gebed een “verliezer” voelt, machteloos en niet in staat om iets aan de situatie te veranderen, en aan het einde van het gebed voel je je weer een “winnaar”: want dan dringt het weer zo diep tot me door dat als God voor mij is, wie zal dan tegen mij zijn?
ALs ik dit zo schrijf dan doet mij dit denken aan een lied dat wij vroeger wel zongen, een lied uit de bundel van Joh. de Heer, nr.584:
steeds bereid.
Hij hoort als Vriend naar elke klacht,
steeds bereid.
Is ook uw weg soms steil en ruw
roep Hem te hiulp Hij zoekt naar u,
Hij was voorheen, ook is Hij nu,
steeds bereid.
Iemand die ook van vroeger is, maar zéker nog niet uit de tijd, dat is David. Wat kon die toch ook prachtig zijn relatie met de Here beschrijven en ik vind het fijn om eenieder te bemoedigen met een woord uit één van zijn Psalmen, en mocht je in situaties komen waarbij je je machteloos voelt of gefrustreerd, dan mag je dit woord in je hart bewaren en weten dat het zo is zoals David het hier beschreef!
Psalm 5:12-13: 12 Maar verheugen zullen zich allen die bij U schuilen, altoos zullen zij jubelen, daar Gij hen beschermt, en in U zullen juichen wie Uw naam liefhebben. 13 Want Gij zegent de rechtvaardige, o HERE, Gij omgeeft hem met welbehagen als met een schild.





