Hoe bizar!
Efeze 2:1-10 : Één in Christus.
U was dood door de misstappen en zonden waarmee u de weg ging van de god van deze wereld, de heerser over de machten in de lucht, de geest die nu werkzaam is in hen die God ongehoorzaam zijn. Net als zij lieten ook wij allen ons eens beheersen door onze wereldse begeerten, wij volgden alle zelfzuchtige verlangens en gedachten die in ons opkwamen en stonden van nature bloot aan Gods toorn, net als ieder ander. Maar omdat God zo barmhartig is, omdat de liefde die Hij voor ons heeft opgevat zo groot is, heeft Hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt. Ook u bent nu door Zijn genade gered. Hij heeft ons samen met Hem uit de dood opgewekt en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus Jezus. Zo zal Hij in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk Zijn genade is, hoe goed Hij voor ons is door Christus Jezus. Door Zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan. Want Hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God mogelijk heeft gemaakt.
Ik heb weleens verhalen gehoord en gelezen over mensen die dood geweest waren en door de kracht van God weer levend werden. Uiteraard staan zulke verhalen in de Bijbel, maar ik heb ze ook gehoord van hele gewone mensen die zulke dingen mochten meemaken. En dan vind ik dat altijd zo geweldig, aan de ene kant voor de mensen die zo’n dode mochten “opwekken”, aan de andere kant zo’n dode die dan weer levend mocht worden. En dan soms denk ik weleens, hoe zou zo iemand zich voelen? Eigenlijk kun je je er geen voorstelling van maken hè?
Maar als ik dan zo’n Bijbelgedeelte lees, dan realiseer ik me dat ik zelf óók dood geweest ben, want dat staat er duidelijk, en eigenlijk wist ik dat ook wel. Dood door de zonden en misstappen, dood doordat ik aan de verkeerde toebehoorde. Maar door het offer van de Here Jezus heb ik de mogelijkheid gekregen om levend te worden. Hier staat dat wij, samen met Christus, door God levend gemaakt zijn. Hij heeft ons
uit de dood gewekt tot nieuw leven… als je je dát gaat realiseren, hoe groot is dat? En dan staat er dat het absoluut geen eigen verdienste is, doch een geschenk van God. Daar past ons pure dankbaarheid!
Stel je nou voor dat je iemand kent die bijv.door een ongeval om het leven is gekomen. Een jong mens in de bloei van zijn leven, een gezin thuis, familie die van hem houdt, en al deze levens worden in zo’n moment kapot gemaakt door zo’n vreselijk ongeval. Maar dan, dan mag je zien hoe door Gods kracht deze persoon wederom levend wordt, op zo’n moment is er toch een grote blijdschap en een juichstemming? Hoe bizar zou het dan zijn als zo iemand dan na een paar dagen zou zeggen van, och, leg mij maar weer aan de kant van de weg, daar waar ik doodgereden ben, daar voel ik me toch meer op mijn plaats…
Toch is dat wat vaak gebeurt in het leven van christenen, we weten ons gered door het bloed van de Here Jezus, we hebben dat nieuwe leven ontvangen, we zijn uit de dood gewekt door de Here God en na een poosje zoeken we tóch die oude dingen weer op, het terrein van de dood, en we voelen er ons nog thuis ook! Dat mooie geschenk, het nieuwe leven, willen we proberen in te passen in die oude situatie. Hoe verdrietig is dat voor de Gever van dat mooie geschenk?
Het laatste regeltje van dat Bijbelgedeelte zegt dat wij zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God mogelijk heeft gemaakt. “Geschapen”, speciaal ervoor gemaakt, toebereid, uitgerust met alle mogelijkheden om die goede weg te gaan, om die goede daden te doen, om bruisend van dat nieuwe leven een getuige te zijn voor een ieder die om ons heen leeft, een getuige voor al diegenen die nog dood zijn in zonde, om zo te laten zien dat er écht leven mogelijk is!