28 december 2005
En wanneer gij bidt, zult gij niet zijn als de huichelaars, want zij staan gaarne in de synagogen en op de hoeken der pleinen te bidden, om zich aan de mensen te vertonen. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds. Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot de Vader in het verborgene; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden. Matth.6:5-6.
Leuke tekst hè? Dit zegt de Here Jezus, misschien ken je het ook wel, gebeden die ongeveer klinken als volgt: O Here, U kent toch wel die en die, wilt U toch deze persoon laten zien dat hij fout zit, wilt U er toch voor zorgen dat hij op zal houden met die verkeerde weg te bewandelen enz. enz…….. Of, Here, de mensen in mijn gemeente, ze zitten er elke zondag, maar blijkbaar trekken ze zich niets van Uw woorden aan want…..(en dan komt er een opsomming) wilt U toch zorgen dat ze wél iets gaan doen met alles wat hen geleerd wordt….enz. enz…… Wanneer deze woorden gebeden worden in het verborgene, in die binnenkamer, daar waar je alleen bent met de Here God, dán is er niets mis mee. Maar het jammere is juist dat het zó vaak in het openbaar gezegd wordt, zodat iedereen toch maar kan horen hoe geweldig we zélf wel bezig zijn met de dingen van God. Want wij zien immers die fouten, dus wij zijn ermee bezig en oh, oh, oh, vanuit ons “bewogen” hart bidden we dan deze woorden, maar wel graag zo, dat ze voor velen te horen zijn.
“Huichelaars” zó noemt de Here Jezus deze mensen. Zó ver wil ik niet gaan om dit woord te gebruiken voor een ieder die op deze manier zijn gebed laat horen, want in tegenstelling tot de Here Jezus, kén ik de harten der mensen niet, en het kan heel goed zijn dat er in sommige gevallen wél met een oprecht hart gebeden wordt, zonder de bedoeling daarmee jezelf de lucht in te steken. Ik wil hier ook niemand veroordelen en niet spreken over anderen zónder mezelf daarbij in te sluiten. Maar toch, bottom line is, dat zulke gebeden niet welgevallig zijn in de ogen van de Here God. Wat doen we eigenlijk op zo’n moment……? We veroordelen die ander, want we noemen zijn of haar fouten en plakken daar dan de vrome wens aan vast dat die ander aangeraakt mag worden en veranderen zal. Maar als je dit gebed nou wél mag bidden in die binnenkamer, waarom dan niet in het openbaar? Weet je, als je in het openbaar zulke gebeden bidt, dan komt dat heel erg mooi en vroom over, en anderen die het horen zullen er gemakkelijk mee instemmen………..waardoor je dan anderen óók nog eens meeneemt in deze “dwaling”, want dat is het!
Die binnenkamer, dát is de plaats waar God gebeden wil zijn, dát is de plaats waar we helemaal alleen met Hem mogen zijn en álles, maar dan ook écht álles, tegen Hem mogen zeggen. Alleen………….Hij zal niet zo snel instemmen met alles wat wij op zo’n mooie en vrome manier bidden, Hij zal op zo’n moment tegen ons zeggen van: joh, kom op zeg, wat bedoel je nou eigenlijk? Dat jij het allemaal al zo goed weet? Dat jij al zo ver gevorderd bent dat je anderen zou kúnnen oordelen? Doe niet zo mal, kijk nou eens naar jezelf, misschien zijn jouw gebreken niet dezelfde als die van de mensen waar je nu voor bidt, maar dan heb je er nog genoeg andere, ga dáár nou eens lekker mee aan de slag………We kennen allemaal wel het verhaal van de balk en de splinter….toch? En ook dat verhaal van die zondares, zij werd veroordeeld door de mensen en de Here Jezus zei: Wie van u zonder zonde is, werpe de eerste steen. Op het moment dat wij een ander veroordelen dan werpen wij met stenen…… Here kijk nou eens hoe de mensen met U omgaan…….pats…….kijk nou eens hoe anders ze zijn búíten de samenkomst……pats……….en u weet zeker ook wel dat ze in hun eigen leven voor geen meter de normen en waarden vanuit Uw woord toepassen?………pats………….
Kijk, we kunnen twee dingen doen, ten eerste, het kán soms best weleens gebeuren dat we gebreken of tekortkomingen zien in een andermans leven, want het gebeurt heus weleens dat de Here ons dingen laat zien waarover we met die ander mogen spreken. Maar dan wél altijd vanuit een liefdevol en écht bewogen hart, waarmee we gewoon naar hém of háár toegaan en openlijk de dingen bespreken, rechtsstreeks, wél alléén met hen, zónder anderen. En ten tweede natuurlijk bidden, maar niet op de manier zoals beschreven, doch heel simpel en eenvoudig vanuit een waarachtig en liefdevol hart. De Vader vragen om Zijn ontferming, die Hij vanuit Zijn hart in het onze wil leggen, zodat wij van dááruit tot een zegen mogen zijn. Één van de dingen die beschreven staan is, dat heel de schepping met reikhalzend verlangen wacht op het openbaar worden der zonen (meervoud) Gods. De Zoon (enkelvoud) is al geopenbaard, Hij heeft op de aarde gewandeld en onder ons geleefd. Hij heeft het ons voorgedaan en het is aan óns om geleid door Gods Geest, uit te groeien tot waarachtige zonen Gods. En wat was dan het gebed van Dé Zoon Gods? “Vader, vergeef het hen, want zij weten niet wat zij doen”. En daarbij voegde Hij óók de daad bij het woord, Hij dééd wat voor die ander, Hij nam alle schuld op Zich. Hij wees niet met de vinger van, kijk nou eens wat ze doen……nee……hóé anders was Zijn hart en Zijn gebed. Man, daar kunnen wij nog héél veel van leren.
De mensen om mij heen
ik wil ze U graag tonen,
want deze wereld snakt
naar échte, grote, “zonen”.
Ik wil van U Heer leren
hoe U het heeft gedaan,
en daarmee in mijn leven
’t eerst aan ’t werken slaan..