Willekeurige bemoediging
  • Een lijntje.
    Psalm 9 heeft als titel “God, de beschermer der vromen”. Ik zal U loven, Here, met mijn ganse hart, ik wil …
Recente reacties
Archief

CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

“Vermist”.

Ik zag een uitzending van “Vermist” op de televisie, en daar werd ook een stukje getoond over een broer en een zus, die als klein kind samen waren geadopteerd vanuit Brazilië. En zij waren op zoek gegaan naar hun biologische moeder. En ik moest er zo aan denken dat je dat toch telkens weer ziet gebeuren, dat adoptiekinderen, hóé goed ze het ook hebben in hun adoptiegezin, tóch altijd weer de behoefte hebben om op zoek te gaan naar hun biologische ouders, naar hun herkomst, hun wortels. En eigenlijk is dat ook niet zo vreemd natuurlijk, ieder kind heeft een bloedband met zijn/haar ouders, en als die band, om wat voor reden dan
ook, verbroken wordt, dan blijft daar een leegte, een gemis, een plekje dat alleen opgevuld kan worden door diegene die vanaf het begin op dat plekje hóórt.
En al verstaan ouders en kinderen elkaar misschien niet eens, dat maakt niets uit, het hart spreekt zijn eigen taal, en dat wordt wonderwel van weerskanten verstaan.
Er is daarbinnen een herkenning, het past, het klikt, het valt op zijn plaats…

Ik heb het weleens meer aangehaald, in Psalm 139 kun je lezen hoe God ieder mens in de moederschoot heeft geweven, Hij heeft in het verborgene, ieder mensenkind aangeraakt en vorm gegeven, Hij is Degene die het állereerste begin heeft gezien en erbij geweest is. Tótdat het moment komt dat een kindje geboren wordt, dan is het tijd om het los te laten, op dat moment wordt zo’n kindje toevertrouwd aan aardse ouders, en Gods oog blijft natuurlijk op het kindje, uiteraard, maar de ouders zijn verantwoordelijk voor zo’n kindje. En in feite is het zo dat, op het moment dat een kind geboren wordt, daar óók een scheiding komt tussen God en zo’n nieuw mensenleventje, en dan is het fijn als je als ouders gelovig bent, en dan zo’n kindje mag opdragen aan de Here God, het als het ware, in Zijn handen terug mag geven.
Maar bij het ouder worden zal het uiteindelijk het kind zélf moeten zijn die op zoek moet gaan naar zijn/haar herkomst, de wortels, want óók bij ons, mensenkinderen, is het zo dat de scheiding een leegte in ons leven heeft achtergelaten. En ik zie het ook om me heen gebeuren dat mensen die leegte proberen op te vullen met allerlei dingen, maar dat het uiteindelijk nóóit échte bevrediging in hun hart geeft.
Dat éne plekje in ons leven, dat kan alléén opgevuld worden door onze hemelse Vader, Hij die ieder mensenkind persoonlijk heeft gemaakt.

En bij deze adoptiekinderen is er een verlangen, die onrust teweeg brengt, om hun ouders te vinden, en óók dat zie je terug bij mensen die God nog niet kennen, en in Jesaja 48:22 daar staat: De goddelozen, zegt de Here, hebben geen vrede.
Daar is ook een onrust die als een rode draad door het leven heen loopt, en die pas verdwijnt als de Here God die lege plaats mag vullen met Zijn liefde en Zijn warmte en Zijn allesoverheersende vrede.

En mijn vraag vandaag is eigenlijk, hoe zit dat met mij, met jou, is mijn/jouw leven vervuld met die allesoverheersende vrede van God, of is er soms toch ook een zekere mate van onvrede, onrust?
Zijn wij één met Hem? óf zijn we misschien soms ook weleens een beetje “los van God”….? Iets om in onszelf naar op zoek te gaan?
In vergelijking met die adoptiekinderen hebben wij natuurlijk wél een héél groot voordeel hè? Wij wéten precies waar de woonplaats van God is, én we weten óók dat we méér dan welkom zijn bij Hem!!

Vader God, Ú bént mijn Vader
vanaf het állereerst begin,
U heeft mijn leven vorm gegeven,
U
 gaf het inhoud, U gaf het zin.

Toen ik in ’t verborgene mocht groeien
was U dagelijks zó dicht aan mijn zij,
een vergeten herinnering, die mij deed zoeken naar U
en ‘k vónd U, niet ver weg, maar juist heel dichtbij
facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail


+ 1 = 8