18 februari 2006
De tekst die ik gisteren aanhaalde was: I Petr.2:6b: wie op Hem ( de Here Jezus) zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. En op dat bouwen wil ik nog ietsje verder gaan vandaag.
De Here Jezus is het fundament waarop wij ons geestelijk huis mogen bouwen, maar dat betekent wel, dat er in ons leven ook gegraven moet worden, dat er stenen en rommel uit de grond gehaald moeten worden vóórdat Hij daadwerkelijk als een fundament in ons leven kan fungeren.
Vroeger heeft mijn man weleens getracht om een klein muurtje in de tuin te metselen. Hij heeft gewoon de stenen op elkaar gemetseld en het zag er leuk uit, maar het bleek dat het hele muurtje totaal geen stevigheid had, omdat het niet gefundeerd was. Alle stenen lieten los en in mum van tijd was er van het muurtje niet veel meer over. Wij willen graag gelijk gaan bouwen, resultaat zien. Zo gebeurt het in ons dagelijks leven, we proberen relaties met anderen te bouwen, we proberen carriëres te bouwen, we proberen soms ook in het geestelijke, dingen óp te bouwen. Maar heel vaak gebeurt het dat de stenen losraken en het bouwwerk omvalt. Dat zijn de momenten waarop we beschadigd raken, teleurgesteld, en zo ons vertrouwen kwijtraken. We hebben gebouwd op een verkeerd fundament. We willen graag iets in de hoogte gaan bouwen, terwijl het de bedoeling is om eerst in de diepte te gaan. Al die plaatsen waar nog oude stenen liggen, dingen die niet meer bij ons nieuwe leven passen, mogen we schoonmaken, de rommel eruit halen en de Here Jezus vragen of Hij in al die plaatsen wil komen, en zo ons fundament bouwen. En dán kunnen we ook in de hoogte gaan bouwen. Steen voor steen, en als we merken dat ze blijven liggen dan ook hoger en hoger. En omdat ons fundament stevig is, zal het bouwwerk niet omvallen. Ons geloof mogen we bouwen, óp dat fundament, en Gods woord belooft ons dan, dat we niet beschaamd zullen uitkomen.
Stel je voor dat er in je leven een stuk verdriet zit, omdat je zelf zo graag had willen studeren, maar daar er thuis geen geld voor was is dat er nooit van gekomen. Het gevoel van toen zit nog in je hart en omdat je zélf nooit mocht studeren, ben je vastbesloten om je kinderen dat te geven wat jij nooit gehad hebt. Je motiveert ze, je stimuleert ze en je bent er volop mee bezig om ze aan het studeren te krijgen. Uiteindelijk is het dan zover, maar na een paar maanden laat het kind het afweten, omdat het helemaal niet wil studeren. Op dat moment stort jóúw wereld in, en je raakt teleurgesteld in je kind en het doet je pijn. Want tenslotte heb jij er hard voor gewerkt om dit mogelijk te maken. Het punt is, dat je geprobeerd hebt om op de brokstukken van je verleden iets nieuws op te bouwen. Je hebt geprobeerd om alsnóg die wens van toen in vervulling te doen gaan, maar nu door middel van je kind. Zoals ik gisteren noemde: jou is die kans afgenomen, maar wat je nog gebleven is, is de droom dat jouw kind het wél waar kan maken. En díé hoop houd je stevig vast. Terwijl, als je die pijn en die teleurstelling kunt overgeven aan de Here, en je Hem op die plaatsen kunt binnenlaten, het helemaal anders kan lopen. Want dán merk je dat niet dat studéren belangrijk is, dat het niet dát is wat invulling en vrede in je leven geeft, maar dat het de liefde van de Here Jezus is die die vrede brengt. En dan kun je dáárop verder bouwen. Want dan zijn het stenen van tevredenheid en blijdschap die je opbouwt, óók in het leven van je kind. Want als voor jouzélf dat studeren zó belangrijk is, dan geef je die boodschap óók door aan je kind. Waardoor het kind zich op zijn beurt óók weer een verliezer zal voelen als hij het niet waar kan maken. Echter, als voor jou die vrede van God het belangrijkste is, dan zul je dát doorgeven aan je kind en zo niet alleen in je éígen leven bouwen, maar ook in dat van je kind(eren).
Hoe is onze motivatie, waaróm doen we dingen, waarop bouwen wij? Vragen die we onszelf keer op keer mogen stellen bij alles wat we doen. Omdat het antwoord op die vraag het verschil maakt. Als het gedaan wordt uit liefde voor de Here Jezus, dan is het goed, dan zal Hij ons helpen en vanuit Zijn vrede mogen we dan in alle rust een mooi en stevig bouwwerk worden.
In de bundel van Joh.de Heer staat een lied dat wij vroeger wel zongen en het refrein van dit lied zegt:
Niets is hier blijvend,
niets is hier blijvend
Alles! hoe schoon ook,
zal eenmaal vergaan.
Maar wat gedaan werd
uit liefde voor Jezus,
dát houdt zijn waarde
en zal blijven bestaan.