Toen ik in mijn huidige huis kwam wonen hadden de vorige bewoners de horreraampjes voor mij achtergelaten. Die raampjes moesten er uiteraard voor zorgen dat er geen muggen of ander ongedierte binnen zou kunnen komen wanneer de bovenraampjes open stonden. Handig hoor, want vooral in de zomer wil er nog weleens een mug zijn (of meerdere) die hoogst irritant door je slaapkamer zoemt net wanneer je bijna in slaap bent. Maar eerlijk gezegd zouden deze horreraampjes denk ik niet veel hebben uitgericht, want ze waren niet zo goed gemaakt en met allerlei kunst en vliegwerk (houtjes en plakband e.d.) werden ze op hun plaats gehouden, waarbij ze dan toch nog zó weken van het raam dat er gemakkelijk alsnog hele hordes muggen naar binnen zouden kunnen komen.

Nou had ik het geluk dat heel kort na mijn verhuizing de ramen en deuren zijn vervangen en er inplaats van die bovenraampjes die open konden kreeg ik er een soort roosters in die ik naar keuze open of dicht kon doen. Veel beter want er kan wél frisse lucht mijn kamer in maar er kan géén mug naar binnen komen, ideaal toch?

Weet je, ik houd er wel van als je van zulke simpele dingen iets kunt leren. In ons leven kan het soms ook zo zijn dat we bepaalde dingen buiten ons hart, buiten ons leven willen houden. We doen ons best om onszelf zo goed mogelijk af te schermen maar dan alsnog kan het gebeuren dat er tóch weer zonde in ons leven is binnengekomen. We proberen de boel dicht te houden, dicht te plakken, maar echt goed lukt dat toch niet, steeds weer glippen er dingen langs die we eigenlijk het liefste buiten zouden willen houden. Zo’n horreraampje zit aan de binnenkant en zo’n mug probeert dan van buiten te infiltreren. Met zo’n raampje probeer je dus eigenlijk van binnenuit de zaak dicht te houden. Nu echter is dat nieuwe raampje geplaatst en is mijn huis van buitenaf gezekerd. Het is nu gewoon niet meer mogelijk dat er ongedierte langs die weg naar binnen komt.

In Efeze 6:10-20 daar staat : De geestelijke wapenrusting.
Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht. Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden.  Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid, de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes; neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven; en neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God. En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen; 

Een  wapenrusting die we elke dag opnieuw mogen aandoen zodat we van buitenaf beschermd mogen zijn en de verkeerde dingen niet eens de kans zullen krijgen om binnen te komen en waarmee we ook de mogelijkheid hebben om weerstand te bieden als er een aanval op ons gedaan wordt. Zo’n mooi gegeven waar we dikwijls toch te weinig gebruik van maken denk ik… ?