Overal…
Dikwijls als ik mijn kinderen bekijk dan is dat met een gevoel van grote dankbaarheid om de mooie mensen die ze geworden zijn. Stuk voor stuk hebben ze hun talenten, hebben ze een hart van goud, liefde voor elkaar en voor allen rondom hen. Er is voor hen allemaal dat moment gekomen dat ik ze los moest laten, dat ze hun eigen leven gingen leiden. Als ouder blijf je natuurlijk altijd de persoon waar je kinderen op terug kunnen vallen en ik heb ervaren dat ze dat ook zeer zeker doen, maar hoe mooi is dat als ze je willen blijven betrekken in hun leven? Iedere dag ben ik wel met één of meerderen van hen in gesprek, doen we dingen samen, en ik koester dat. Ja, als ik naar hen kijk dan doe ik dat met een blij hart vol liefde, dat warm wordt van wie zij zijn.
En dan denk ik: hoe zal mijn Vader naar mij kijken? Ik ben Zijn kind, en ik weet dat Hij ontzettend veel van mij houdt. Ik weet ook dat Hij met een verlangend hart naar mij uitkijkt. Ik geniet van de momenten dat ik zó dichtbij ben dat ik Zijn armen om mij heen voel en ik Hem mag knuffelen. Maar soms is het ook weleens zo dat ik het met het geschreven woord moet doen, dan ben ik toch ietsje verder bij mijn Vader vandaan. Maar Zijn ogen laten mij nooit los, waar ik ook ga en wat ik ook doe. Ik weet het, ik ben Zijn geliefd kind, Hij laat mij voelen dat Hij van mij houdt, dat Hij trots op mij is, en óók ik ben door Hem losgelaten, ik heb mijn eigen verantwoording gekregen en ik hoop dat ik er, in Zijn ogen, goed mee omga. In de jaren die achter mij liggen ben ik ook gegroeid, dat weet ik, dat merk ik, en dat is goed.
Weet je, Zijn handen hebben jou en mij gemaakt, en het is nou eenmaal een Vader eigen dat Hij Zijn kinderen dichtbij Zich wil hebben, daar waar het goed en warm en veilig is. We mogen de weg naar huis gaan, elke keer opnieuw, elke dag opnieuw, en dan staat Hij daar, hij zwaait al naar ons van verre, we zijn welkom, we horen bij Hem, we hebben ons eigen plekje bij Hem en als we er even niet zijn dan worden we gemist. Vader wacht op ons, bij Hem zijn we “thuis”. Thuis, dat plekje waar Hij wacht, elke dag weer, op jou, op mij, op ál Zijn kinderen, want Hij houdt van al Zijn kinderen evenveel … mooi hè?!
Uw ogen zien mij overal
bij al mijn doen en laten,
Uw blik blijft steeds op mij gericht
en ik mag met U praten.
Ik werd Uw kind, Uw eigendom
door Jezus’ dood aan ‘t kruis,
er is een plek, speciaal voor mij,
bij U mijn Vader, thuis!