Offer anders.
De mens nu had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en baarde Kaïn; en zij zeide: Ik heb met des Heren hulp een man verkregen. Voorts baarde zij zijn broeder Abel; en Abel werd schaapherder, Kaïn landbouwer. Na verloop van tijd nu bracht Kaïn van de vruchten der aarde aan de Here een offer; ook Abel bracht er een van de eerstelingen zijner schapen, van hun vet; en de Here sloeg acht op Abel en zijn offer, maar op Kaïn en zijn offer sloeg Hij geen acht.Toen werd Kaïn zeer toornig en zijn gelaat betrok. En de Here zeide tot Kaïn: Waarom zijt gij toornig en waarom is uw gelaat betrokken? Moogt gij het niet opheffen, indien gij goed handelt? Doch indien gij niet goed handelt, ligt de zonde als een belager aan de deur, wiens begeerte naar u uitgaat, doch over wie gij moet heersen. Genesis 4:1-7.
Een verhaal dat we allemaal wel kennen denk ik, Kaïn was de eerstgeborene en had daardoor het idee dat hij over zijn broer Abel mocht heersen. Hij was de eerste, de belangrijkste, maar als ze dan hun offer aan de Here God brengen en Kaïn wordt totaal genegeerd, is hij daar absoluut niet blij mee. Hij wordt, zoals het geschreven staat, zeer toornig. Boos op God dus, want waarom wordt het offer van zijn broer wél goedgekeurd en dat van hem niet? De bijbel zegt dat God het hart van de mens aanziet, het hart van Abel was rein en oprecht, maar het hart van Kaïn was jaloers en hoogmoedig. Tóch hield de Here God veel van Kaïn, want het feit dat Hij zijn offer negeerde was eigenlijk bedoeld als een waarschuwing voor Kaïn. God wist precies welke gevoelens er in Kaïns hart waren, maar hij wist óók waar ze toe zouden leiden als hij daar niet mee af zou rekenen. God waarschuwt Kaïn, Hij vraagt hem waarom zijn gelaat betrokken is, en zegt hem dat, wanneer hij júíst handelt (wat dus een indicatie is dat hij dat ten tijde van het offer níét deed) hij zijn gelaat mocht opheffen naar God. Met andere woorden, God zegt tegen Kaïn, probeer die jaloerse gedachten uit je hart te verwijderen en verootmoedig je voor Mij. Dán zul je ook Mijn aangezicht mogen zien. En tegelijkertijd probeert hij de verhouding recht te zetten ten aanzien van dat heersen, Kaïn moest niet over zijn broeder heersen, maar over de zonde. Dat vertelt God hem ook op dat moment….
Maar Kaïn was al totaal ingepakt door de leugens van satan, hij had het gevoel dat zijn broer de oorzaak was van zijn ellende, dat zijn broer hoger werd geacht dan hij en dat het hele probleem opgelost zou kunnen worden door zijn broer uit de weg te ruimen. Wat hij dan ook doet! En deze daad betekent voor Kaïn niet de verlossing die hij had verwacht, maar juist gevangenschap voor de rest van zijn leven. Hij moest de rest van zijn leven door met de wetenschap dat hij zijn broer had vermoord. De Here God zegt tegen hem dat hij vervloekt is, dat hij voor de rest van zijn leven een zwerver en een vluchteling zal zijn. Hij die zó graag wilde heersen, werd totaal óverheersd door de satan. Hij werd beheersd door jaloezie, door hoogmoed, door heerszucht en zijn hart was niet zuiver voor God en daarom kon God zijn offer niet aannemen. Immers, we weten dat God uit vuile handen niets kan aannemen. Maar ook het offer op zich, was een verkeerd offer.
Kaïn bracht, zo staat er, een offer van “de vruchten der aarde”, maar als je een klein stukje terug leest over de zondenval dan zegt God tegen Adam: omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten, waarvan Ik u geboden had: Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem om uwentwil vervloekt. Gen.3:17. Dat offer van Kaïn bestond uit vruchten die voortkwamen uit een vervloekte aarde. Dat kan God niet aannemen. Kaïn had best van zijn broer een schaap kunnen kopen, en waarschijnlijk zelfs wel kunnen krijgen, en dan had hij wél een Gode welgevallig offer kunnen brengen, maar daar was hij te hoogmoedig voor. Hij had niets nodig van zijn broer. Voor hem was het offer ook niet iets waar hij God mee dacht te verblijden, maar veeleer een vorm van competitie, welk offer zou de Here meer bevallen? Want als dat niet zo was, dan had hij onmiddellijk de hand in eigen boezem gestoken op het moment dat God zijn offer niet fijn vond. Dan had hij daar verdriet van gehad en er álles aan gedaan om het alsnog goed te doen. Maar nee, Kaïn was degene die boos was, hij zag totaal niet in dat hij God tekort deed. En dit gebrek aan zelfkennis maakte hem uiteindelijk tot een moordenaar.
Ik ken mensen die “teleurgesteld” zijn in God, omdat Hij, voor hun gevoel, niet luistert en niet helpt en hen negeert. Mensen die totaal niet inzien dat ze wél van God verwachten dat Hij hén op hun wenken bedient, maar die zélf nooit de moeite nemen zichzelf te onderzoeken en te zien in hoeverre zijzélf dienen te veranderen. Pas op!!! Want voor we het weten en zonder dat we er erg in hebben zouden we moordenaars kunnen worden. Als we tegenover anderen neagtief over God praten, dan kunnen we mensen, broeders of zusters, en dan vooral mensen die nog zwak zijn of jong in het geloof, dood maken. Geestelijk dood. Deze twee, Kaïn en Abel, waren óók broers, geboren uit dezelfde vader en moeder, en de ene maakte de andere dood…
Wanneer ik voor Uw aangezicht
mijn liefde brengen wil,
dan moet de bron wel zuiver zijn
mijn hart gereinigd, stil.
Om Uw hart blij te maken
breng ik mijn dank en eer,
de opbrengst van mijn leven
leg ik aan Uw voeten neer.