Hier niet zo ver van mijn huis is een singeltje dat dwars door het parkje door de wijk loopt. Op eenvaste plaats langs deze singel zitten al jaren 3 grote ganzen. Deze ganzen domineren en terroriseren de hele buurt. Ik ben er eens langsgelopen met Bailey, het hondje van mijn zoon. Bailey was een enthousiast pupje en begroette de ganzen heel vrolijk. De ganzen begonnen te blazen en kwamen met grote haast op ons toegelopen en beten Bailey zo lelijk dat het arme beestje jankte. Ze steken ook weleens over naar de andere kant van de straat en ik heb gezien hoe ze een jonge moeder die achter haar kinderwagen liep, aanvielen. De vrouw moest ze van zich aftrappen. Ik vind het echt snertbeesten en ik ben er bang voor. Als ik langs die singel loop neem ik een omweg als ik die agressieve ganzen zie staan of zitten.

Nou was Stefanie in de herfstvakantie bij me met Boaz en Noa. De kinderen leek het prachtig om in het donker mee te gaan toen ik met Simon ging wandelen. Ze wilden graag een lange wandeling en zo gingen we op pad. Trouwens heerlijk hoor met twee van die lekkere kwebbeltjes te wandelen. Op een gegeven moment naderden we de “ganzenplek” en ik zei tegen de kinderen dat we even over gingen steken omdat die ganzen zo agressief waren. Boaz keek me aan en zei: “daar hoef je niet bang voor te zijn hoor oma” vervolgens gaf hij mij de lijn van Simon in mijn handen en zei op een beschermde toon: “hier oma, houd jij Simon maar even vast”. Ik pakte het lijntje van hem over en hij liep zonder aarzelen, heel zelfverzekerd, regelrecht op de ganzen toe. Hij had zijn handjes uitgestrekt, klapte in zijn handjes en zei shoo, shoo, en zónder een geluid, zonder protest en zonder geblaas gleden de ganzen een voor een het water in. Ik was stomverbaasd en ik zei tegen Boaz :” jij bent echt mijn held”. Nou, dat vond hij natuurlijk wel wat, hahaha.

Boaz is net 6 jaar en dol op alle dieren. Honden, poezen, de kippen en schapen bij zijn opa, de paarden van de buren en zélfs op opa’s bijen. Opa is imker en Boaz vindt het heerlijk opa te helpen. Maar laatst had een bij hem gestoken en inplaats van boos of bang te zijn wist hij precies uit te leggen hoe het kwam dat de bij hem stak. De bij was dichtbij hem gekomen en inplaats van rustig te blijven had hij wild met zijn handen geslagen en daar was de bij bang van geworden en had hem gestoken. “Dus voortaan moet ik gewoon rustig blijven oma, dan doen ze niks. Maar proberen is leren hè oma?” Wat een wijsheid voor zo’n mannetje. Overigens hebben Boaz en Noa sinds een paar dagen hun eigen hondje, een kleine herderpup, Duc genaamd (naar de motor van mama, Ducati, hahaha). Maar het is een schatje en het is voor Boaz en Noa een feest dat ze een hondje hebben. Ik werd meteen opgebeld door een blije jongen: “Oma raad eens wat wij hebben? Een hondje!!! Kom je gauw kijken oma?” Heerlijk!

In de bijbel is er ook een kleine held, David. Zijn broers waren in het leger en hij werd erop uit gestuurd om zijn broers op te zoeken en ze wat te eten te brengen. Toen hij daar kwam zag hij hoe er aan de kant van de Filistijnen een grote reus stond die het hele leger intimideerde en iedereen was bang voor hem, er was er ook niet eentje die eraan dacht om in opstand te komen tegen die grote schreeuwlelijk. Zelfs koning Saul had groot ontzag voor Goliath en dan komt daar die kleine David en hij hoort hoe Goliath de naam van Zijn God bespot en dat maakt hem boos. Je kunt het hele verhaal lezen in I Samuël 17. Hij zegt tegen Saul dat hij het wel wil opnemen tegen Goliath maar die heeft zijn twijfels. Dan staat er in vers 33-37: Maar Saul zei tegen David: Je bent niet in staat naar deze Filistijn te gaan om met hem te vechten, want jij bent een jongen en hij is een strijdbare man van zijn jeugd af. Toen zei David tegen Saul: Uw dienaar weidde de schapen van zijn vader, en kwam er een leeuw of een beer die een schaap van de kudde wegnam, dan ging ik hem achterna, sloeg hem neer en redde het uit zijn bek. En als hij mij dan aanviel, greep ik hem bij zijn baard, sloeg hem neer en doodde hem. Uw dienaar heeft zowel leeuw als beer verslagen. Zó zal deze onbesneden Filistijn zijn als een van hen, omdat hij de gelederen van de levende God gehoond heeft. Verder zei David: De HEERE, Die mij uit de klauwen van de leeuw gered heeft en uit de klauwen van de beer, Die zal mij redden uit de hand van deze Filistijn. Toen zei Saul tegen David: Ga heen, de HEERE zij met je! Hij wil David een harnas aanmeten maar het is allemaal te groot en te zwaar voor deze kleine man en hij bedankt voor de eer. Zonder beschermende kleding, zonder helm, zonder schild gaat hij op Goliath af. Slechts gewapend met een slinger en wat stenen terwijl Goliath zwaar bewapend en geheel beschermd door zijn wapenrusting aan de overzijde stennis schopt.

Daar staat dan die kleine David, totaal niet geïntimideerd door Goliath. David is absoluut overtuigd van de Here God, Hij heeft in al die jaren bij zijn schaapjes zo’n band met God opgebouwd dat hij gewoon wéét dat God hem niet in de steek laat en in die zekerheid treedt hij Goliath tegemoet. En het (bijna) onmogelijke gebeurt, David treft met zijn steen precies het enige stukje van Goliath dat niet beschermd is, hij treft hem in het voorhoofd waarop de reus voorover valt en David hem doodt met zijn eigen zwaard. Wat een held!

David had een absoluut vertrouwen in God. Hij heeft ervaren hoe de Here God hem heeft gered uit de klauwen van leeuw en beer en Hij heeft geen enkele twijfel over het verloop van deze strijd. Mooi is dat! Hier mogen wij van leren. Het is belangrijk om dagelijks die omgang met de Here God te hebben, om echt relatie met Hem te bouwen, de dingen met Hem te bespreken en met Hem te wandelen, elke dag opnieuw. Alleen zo kun je echt relatie bouwen en daaruit vloeit dan ook dat vertrouwen voort.

Vertrouwen is eigenlijk een zeker weten. Als wij die relatie met de Here God hebben en er kómen dan reuzen op ons pad, dingen of mensen die ons in de weg staan om de weg met de Here God verder te wandelen, dan mogen ook wij,  in datzelfde volledige vertrouwen zeggen dat de Here God aan onze zijde staat en dat Hij ons de overwinning zál geven! Onze Vader God is zó groot dat iedere reus, ieder obstakel, slechts een nietig kruimeltje is dat zo weggeblazen kan worden. Zó’n vertrouwen wil ik hebben op mijn God, daar wil ik, samen met Hem, aan bouwen,  Hij is mijn Held!