Willekeurige bemoediging
  • Een hele speciale stoel…
    Oma, je moet tegen iedereen die in deze auto komt vertellen dat dit een hele speciale stoel is… Met een …
Recente reacties
Archief

CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

Ik wil je aanraken..

genezing melaatse

Nadat Hij nu van de berg was afgedaald, volgden Hem vele scharen. En zie, een melaatse kwam tot Hem en viel voor Hem neder, zeggende: Here, indien Gij wilt, kunt Gij mij reinigen. En Hij strekte de hand uit en raakte hem aan en zeide: Ik wil het, wordt rein, En terstond werd hij rein van zijn melaatsheid. En Jezus zeide tot hem: Zie toe, dat gij het aan niemand zegt, maar ga heen, toon u aan de priester en offer de gave, die Mozes heeft voorgeschreven, hun tot een getuigenis. Matth.8:1-4.

Mensen die melaats waren, moesten vroeger in een aparte kolonie leven, buiten de stad. En áls ze al in de stad kwamen, hadden ze een ratel waarmee ze moesten ratelen en daarbij moesten ze ook nog roepen: onrein, onrein. Melaatsheid was én is verschrikkelijk besmettelijk en om te voorkomen dat meer mensen het zouden krijgen waren daar specifieke voorschriften voor deze mensen.

Moet je je voorstellen wat een naar leven, tezamen met allerlei andere zieken zo te moeten wonen en alleen maar ziekte en ellende om je heen zien, elke dag weer, je echt een uitgestotene weten en voelen. Maar voor de Here Jezus maakte het niets uit, Hij was absoluut niet bang om óók onrein te worden, of om óók melaats te worden. Hij liet niet alleen die melaatse in zijn buurt komen, maar Hij raakte hem zelfs aan. En deze melaatse werd rein door de aanraking van de Here Jezus ….Wat is er toch met ons gebeurd? Hoe gaat dat tegenwoordig? Tegenwoordig zijn we overal bang voor omdat je overal wel wat van kunt krijgen. Pas op, laat het niet te dicht in de buurt komen anders krijg ik het ook. En steeds hoor je weer nieuwe angstaanjagende dingen, zoals allerlei ziektes, virussen noem het maar op.

Onze vroegere voorganger was iemand die met de grootste liefde iedereen in zijn armen kon nemen. Mensen waar een ander vies van zou zijn, kuste hij en sloeg zijn armen er omheen. Zo was er ook een vrouw die hij regelmatig tegenkwam, en deze vrouw had kleding die met spelden aan elkaar hing, en ze zat onder de vlooien. Maar voor onze voorganger geen probleem, als hij haar zag dan was hij eerlijk verheugd haar te zien en omhelsde haar met alle liefde die in hem was. Ook had hij in zijn huis altijd de meest vreemde en onsmakelijke figuren rondlopen. En eerlijk gezegd heb ik daar, samen met zijn kinderen, best weleens grapjes over gemaakt vroeger. Maar als ik er nu aan terugdenk, dan denk ik, wat bijzonder was deze man. En wát een weldaad moet het geweest zijn voor deze “verschoppelingen”, die eigenlijk aldoor werden uitgelachen of uitgestoten door andere mensen. Zo’n vrouw werd op een afstand gehouden, want stel je voor dat wij óók vlooien krijgen. Deze voorganger had ware liefde voor de mensen, en wat hij deed was genezing brengen in de harten van deze mensen. En vlooien? Ik heb nooit gehoord dat hij zelf vlooien heeft gekregen. Hij handelde en wandelde zoals de Here Jezus het óók gedaan had. Dat is nog eens heel wat anders hè?

In Handelingen staat een verhaal over Petrus en Johannes, zij zien een verlamde zitten die aan het bedelen is en dan vraagt hij hen om een aalmoes. Dan staat er inHand.3:6-9 : Maar Petrus zeide: Zilver en goud bezit ik niet, maar wat ik heb geef ik u; in de naam van Jezus Christus, de Nazoreeër: Wandel! En hij greep hem bij de rechterhand en richtte hem op, en terstond werden zijn voeten en enkels stevig, en hij sprong op en stond en liep heen en weer en hij ging met hen de tempel binnen, lopende en springende en God lovende.

Misschien ligt hier wel de sleutel van het hele verhaal, in dit stukje. Petrus zegt tegen deze verlamde: “Zilver en goud bezit ik niet, maar wat ik heb geef ik u“. Je kunt niet geven wat je niet hebt. En heel vaak zie ik het ook gebeuren dat de één de ander probeert te helpen door bepaalde teksten of wijsheden die eigenlijk niets doen, wat enkel en alleen komt doordat de “gever” er zélf totaal niets mee heeft. Ben je depressief? Nou, ga God maar grootmaken, dát helpt hoor. Ben je verdrietig? God zal de tranen wel van je ogen afwissen. Ben je boos? oh, dat mag je bést tegen God zeggen hoor, doe maar, dat lucht op. Je moet dit en dat en weet ik veel. Zóveel goede raad, maar té vaak zijn het slechts loze, lege woorden omdat degene die ze uitspreekt er zelf nog nooit iets mee gedaan heeft. Bovendien worden ze (dikwijls maar niet altijd natuurlijk hoor, want ik wil hier ook niet generaliseren) “van een afstand” gesproken. We willen niet té dichtbij komen, stel je voor dat we zelf…! Hard en zonder échte liefde, maar… wat je niet hebt…?

Wat de Here Jezus deed, wat onze voorganger deed, wat Petrus deed, was: die ander “aanraken” zij gaven vanúít hún hart, tot in het hart van die ander. Laten we toch teruggaan en zien waar we de boel verloren hebben. Want dát is wat er gebeurd is, we hebben verloren wat we hadden en dát moeten we eerst terug zien te krijgen en pas dán kunnen we uitdelen, pas dán kunnen we zeggen: “Wát ik heb, dát geef ik jou”. gaven-heilige-geest-god-liefde[1]Pure liefde dát is wat we nodig hebben, dát is wat we uit moeten en mogen delen en dát is wat mensenharten aanraakt en genezing brengt. Die ander helpen om op te staan, ervoor zorgen dat zijn voeten en enkels vast worden, omdat wij zijn handen vastpakken en hem steun geven. Laten wij eerst zelf zó dicht bij de Here God komen, dat we zélf aangeraakt worden door Hem, en dán zullen wij werkelijk in staat zijn om die liefde verder te geven.

 

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail


4 + 8 =