Schaamte.
Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. Want gerechtigheid Gods wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, gelijk geschreven staat: De rechtvaardige zal uit geloof leven. Rom.1:16-17.
Paulus schaamde zich niet voor het evangelie van Jezus Christus. Hij had goed geluisterd naar wat de Here Jezus zelf gezegd had in Marc.8:38 : Want wie zich voor Mij en Mijn woorden schaamt in dit overspelig en zondig geslacht, de Zoon des mensen zal Zich ook voor hem schamen, wanneer Hij komt in de heerlijkheid Zijns Vaders, met de heilige engelen.
Een poosje terug hadden we het hier zo over, over het schamen, dit kwam zo ter sprake. Je schamen voor de Here Jezus, doen we dat dan nog weleens? Ik moet denken aan vroeger, ik was 15 jaar toen ik echt tot bekering ben gekomen en destijds werkte ik bij een bank in Rotterdam. In het begin vond ik het moeilijk om te laten merken dat ik een kind van God geworden was en bijvoorbeeld tussen de middag, dan bad ik even snel terwijl ik naar mijn brooddoos greep, zo’n schietgebedje (misschien herken je dit ook wel.) Verder lachte ik mee met elke grap die er gemaakt werd en beleed mijn geloof eerder in de stilte van mijn eigen kamer dan waar dan ook. Maar toen gingen mijn broer en ik een keertje naar Duitsland op vakantie. Ze hielden daar een tentcampagne en elke morgen gingen we in het bos om gezamenlijk met alle jongelui die daar waren, zo’n 60 ongeveer, te zingen en te luisteren naar een korte woordverkondiging. Elke middag gingen we dan de straat op om te evangeliseren, en daar dat behoorlijk ver van mijn bed was durfde ik dat daar wél. Maar al met al was deze vakantie zo’n mooie ervaring, en ook zo opbouwend voor mezelf, dat ik me vanaf dát moment voorgenomen heb om óók op mijn werk duidelijk te laten zien dat ik een christen was. Destijds verkochten ze daar in Duitsland kleine speldjes die je op je kleding kon prikken en daar stond in het Duits op: “Jesus lebt”, Jezus leeft. Ik had zo’n speldje gekocht en meteen de eerste werkdag na de vakantie opgedaan, waarna iedereen er wel een grapje over had, ze maakten ervan “je zús leeft” of “jezus kleeft” of nog meer van dat soort grappen. Ik stoorde me er niet echt aan want anderzijds vroegen ze me wél waar het vandaan kwam en zo kon ik over die vakantie vertellen en vanaf dat moment durfde ik ook gewoon te bidden en te laten zien dat ik sommige grapjes niet leuk vond enz. En ik heb daar menig gesprek nog gehad over het geloof. Ook toen ik ging solliciteren naar een baan wat dichter bij huis, heb ik dat gedaan op briefpapier met een bijbeltekst erop, waardoor in het sollicitatiegesprek al naar voren kwam dat ik een christen was.
Dus je begrijpt dat IK wat dat betreft niets te vrezen heb…..toch? Ik mij schamen? Nou, als ik heel eerlijk ben, dan gebeurt het best nog weleens dat ik in gesprek met iemand ben, een niet christen, en dat ik dan soms zoek naar een klein aanknopingspunt om iets over het geloof te laten vallen, omdat ik niet plompverloren erover durf te beginnen…dat is toch óók min of meer schaamte? Of als iemand bij mij komt met roddelverhalen over een ander, dan vind ik het moeilijk om zomaar te zeggen: hé, sorry hoor, maar dáár wil ik niet naar luisteren, dát is niet wat God wil. Zou eigenlijk wél moeten, maar je bent bang om een ander daarmee voor het hoofd te stoten, dús…..wat doe ik dán?? Dán stoot ik de Here Jezus voor het hoofd. Bidden in een restaurant vind ik allang niet meer moeilijk, maar wat nou als we iemand op straat tegenkomen, een broeder of zuster, of een kennis die niet gelovig is, en deze vertelt ons zijn of haar nood, dúrven we dan naar een stil hoekje te gaan en samen met zo iemand te bidden? Nee, bén je gek zeg, dán sta je voor aap, dát kun je niet maken. Nee, heel vroom zeggen we dan, ik zal voor je bidden hoor! En we dóén dat meestal ook wel (als we het niet allang weer vergeten zijn thuis.) Maar hoe deed Jezus dat dan? Fluisterde Hij in het oor van de mensen, psst, ik zal thuis wel voor je bidden oké? Welnee, Hij spuugde op iemands ogen, Hij maakte met spuug modderpapjes, Hij bad hardop met de mensen, raakte ze aan of ze raakten Hem aan en de mensen werden gezond. Hij schaamde Zich niet, nóóit!
Ik heb het woord “schaamte” eens opgezocht in het woordenboek en dan staat er dit: gevoel van onbehagen dat iemand krijgt bij toestanden die in strijd zijn met de algemeen geldende opvattingen over fatsoen en eerbaarheid, of bij toestanden die hem voor anderen schijnbaar verachtelijk of bespottelijk maken. Dit klopt wel hè? Maar weet je wat nou zó erg is? De Here Jezus zegt dus, dat HIJ Zich zo voelt bij Zijn hemelse Vader over óns, als wij ons voor Hem schamen…willen we dat?
De Here Jezus, Hij die zich nóóit schaamde voor wie of voor wat dan ook, zal Zich wél voor ons moeten schamen? Nee, dát wil ik niet en dit zal ik bewaren in mijn hart op een plekje waar het onmiddellijk tevoorschijn komt bij ook maar een spóórtje van schaamte, zodat ik onmiddellijk kan reageren.