24 september 2006
Het weekend begon al goed voor mij. Donderdagochtend zag ik dat ik aan mijn rechtervoet een teen had die helemaal rood was. Nou ja, ik had er verder niet zoveel aandacht aan besteed en ’s avonds kwam er bij de teennagel een klein wit randje. Verder niks aan de hand dacht ik. Maar de andere dag was dat kleine witte randje uitgegroeid tot een grote witte plek waar vuil onder zat. Toen ben ik het maar wat beter in de gaten gaan houden en een paar uur later was die witte plek uitgegroeid tot een grote bobbel en kwam er vanaf die teen een rode streep over mijn voet die naar boven trok in mijn been en pijnlijk en warm was. Tja, toen heb ik toch maar even naar de huisartsenpost gebeld (weekend hè) en daar kon ik dan wel even terecht. Inmiddels was het al bijna tien uur ’s avonds. Ik er naartoe en daar aangekomen keek de dokter ernaar en zei dat het een vat-infectie (?) was. Hij bekeek de teen en zei dat hij die witte plek wel even open moest maken zodat het vuil eruit kon. Hu, niks voor mij, maar het zou geen pijn doen. Hij pakte een naald en prikte erin en inderdaad voelde ik er niets van. Vervolgens drukte hij het vuil eruit en zei dat ik een antibiotica kuur zou krijgen en dat ik elke dag 2 keer een badje met biotex moest nemen totdat er geen vuil meer uit de teen kwam. Hij zei, u moet hiermee weken in de biotex, dus ik vroeg: hoeveel weken had u gedacht dokter:-)))))) (nee hoor, grapje.)
Het was natuurlijk nodig om die plek open te maken en het vuil eruit te laten komen, de druk was er toen vanaf en bovendien kon, doordat het open gemaakt was, het andere vuil dat er nog zat, ook uit. Het viel alles bij elkaar nog wel mee, maar de andere ochtend zat ik even in mijn stoel en toen kwam Toby (de hond) bij me staan en ging met twee pootjes in mijn schoot. Ze was een beetje wild en danste met één van haar achterpootjes zo bovenop mijn zere teen………….dát was niet lekker!
Toch is het wel mooi dat zulke alledaagse dingen altijd wel iets van een les in zich hebben. In ons leven kan er ook weleens vuil zijn, een plek die pijn doet, waar verwijt en verdriet zich opeenhoopt, waar misschien een stuk boosheid is. Dingen die er zijn gekomen doordat we zijn bezeerd door andere mensen, en die zich in ons leven hebben vastgezet. En dan is het goed om ook daarin als het ware een opening te maken, zodat het vuil eruit kan. Als de dokter die ontsteking niet open had gemaakt, dan was dat vuil blijven zitten, was het naar binnen geslagen en had het mijn bloed vergiftigd, daar was het al mee begonnen. En als je het maar door laat werken, dan kan zo’n vegiftiging uiteindelijk nog je dood betekenen. Zo ook met het vuil in ons leven, als we het er niet uit laten, dan vergiftigd het ons bloed (ons nieuwe leven) en zal uiteindelijk onze (geestelijke) dood betekenen. Sluipenderwijs gaan we steeds verder onder in zelfbeklag, zelfmedelijden, de boosheid en het verdriet worden alleen maar erger en groter en daar waar dit alles eerst gericht was op degene die ons dat verdriet en die pijn heeft aangedaan, slaat het naar binnen en vergiftigt ons denken, ons gevoel, het ondermijnt onze relatie met onze Vader, tot er niets meer van over is.
We mogen het eruit laten, en dat kan door deze pijn zelf open te maken, het een opening te géven door het niet te blijven koesteren. Het over te dragen in de handen van de Here God (en dan niet zoals ik het weleens hoor, door a.h.w. wraakzuchtig te zeggen dat Hij er zelf wel mee af zal rekenen) maar in het besef dat we zelf óók regelmatig fouten maken en niet beter zijn dan de ander. Dat besef brengt een hoop vrijheid en heling in je leven, echt waar! Och, en soms kan het nog wel een beetje pijn doen als er aan geraakt wordt, maar ook dat zal verdwijnen en uiteindelijk zullen we er “heler” weer uitkomen.
Oh Heer, als het om wonden gaat,
om pijn en om verdriet,
dan weet U daar toch alles van
maar U sprak: “gedenk het niet.
Vergeef het hen, Mijn Vader,
ze weten niet wat ze doen“.
Leert U ons zó te handelen
zoals U het ook deed, toen.