Luc.10:19 : Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand en niets zal u enig kwaad doen. maar dan staat er in vers 20 : Evenwel, verheugt u niet hierover, dat de geesten zich aan u onderwerpen, maar verheugt u, dat uw namen staan opgetekend in de hemelen.

Dit bijbelgedeelte gaat erover dat de Here Jezus 70 mensen uitzendt om alvast te gaan naar de plaatsen waar Hij zelf van plan was naartoe te gaan en gaf hen de opdracht om zijn komst aan te kondigen. Naderhand komen ze terug en brengen de Here Jezus de volgende boodschap: Lucas 10:17b : Here, ook de boze geesten onderwerpen zich aan ons in Uw naam. Waarop de Here Jezus dan antwoordt met bovenstaand bijbelgedeelte. Hij zegt dat ze niet blij moeten zijn met het feit dat de boze geesten gehoorzamen in de naam van Jezus. De machten onderwierpen zich omdat ze vertegenwoordigers van Christus waren, met specifieke opdrachten. Ze waren in dienst van de Here Jezus en vertelden dat Hijzelf daar in die plaatsen en steden ook zou komen, en deze machten wisten wie Jezus was, ze hadden ontzag voor Hem en kozen het hazenpad. Eigenlijk is het zo dat deze 70 man verbaasd waren dat de machten der duisternis hen gehoorzaamden, dat ze “blijkbaar” autoriteit hadden daarover. Doch het was niet iets wat ze zich eigen hadden gemaakt, niet iets waar ze zich mee bezig hadden gehouden. Het was ook niet zo dat de geesten zich onderwierpen omdat zij zo krachtig waren, maar enkel uit ontzag voor hun “Opdrachtgever”, en daarom niet iets om zich over te verheugen. Deze 70 moesten ervan doordrongen worden dat het belangrijk was dat hun naam in het boek des Levens zou staan, en daar had de Here Jezus ook een bedoeling mee want juist daarin ligt de grootste overwinning over de machten der duisternis. 

Blijkbaar is het zo dat ieders naam al staat geschreven in het boek des Levens, en dat is een belangrijk gegeven, in Exodus reeds, heeft Mozes het er al over met de Here God en ook David refereert eraan in één van zijn Psalmen. Toch kan het voorkomen dat iemands naam uiteindelijk niet in dat boek terug te vinden is. Als je in Openbaring leest over de dingen die zullen gebeuren dan kun je in hoofdstuk 20 lezen over het laatste oordeel en dan staat er in Openb.20:15 : En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des Levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs.

Openb.3 geeft daar duidelijkheid in, daar gaat het over de misstanden in de gemeente te Sardes. De Here zegt daar dat deze mensen de naam hebben dat ze leven, maar dat ze in feite “dood” zijn, waarmee ik even teruggrijp op enkele dagen geleden waar we hebben gezien dat de dood wordt geassocieerd met zonde en zonde met stof en stof met voedsel voor de duivel. Deze mensen zijn een prooi voor de duivel en dan zegt de Here vervolgens dat er enkele personen zijn die hun klederen niet hebben bezoedeld en dan waarschuwt Hij dat de overigen wakker moeten worden omdat ze anders overvallen zullen worden door de Here Jezus bij Zijn wederkomst. Hij zegt in vers 4: Doch gij hebt enkele personen te Sardes die hun klederen niet hebben bezoedeld, en zij zullen met Mij in witte klederen wandelen, omdat zij het waardig zijn. Hier wordt weer gerefereerd aan een rein en heilig leven, en als je dat hebt dat je dan met Hem mag wandelen. En dan staat er in vers 5: Wie overwint, zal aldus bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek des Levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.

Wie overwint, diegene die de strjd aanbindt tegen elke verleiding van de duivel, diens naam zal niet uigeschreven worden. Wat de Here Jezus dus deze 70 mensen, (en ook ons), wil leren is, dat zij persóónlijk de strijd moeten aanbinden en persoonlijke overwinning moeten behalen, zodat hun naam in het boek des Levens zal blijven en niet weggehaald zal worden, en dát is iets om je over te verheugen.

Autoriteit is dus misschien niet zo vrijblijvend? Misschien toch iets dat ieder kind van God nodig heeft? Ik denk het wel hè? Autoriteit begint in ons eigen leven en dan  vandaaruit ook om anderen te helpen. Zeker geen gemakkelijke opdracht, maar wel van “levensbelang”.

Ja, ik wil met U wandelen
                 in witte kleren, Heer,
en daarom moet ik strijden
elke keer maar weer.
Want het zijn de overwinnaars
die eenmaal voor Uw troon
hun namen zien, geschreven
met het bloed van Uw eigen Zoon.