Ik zou vandaag nog even doorgaan op de laatste paar verzen van Spreuken 4, ik heb er gisteren iets over verteld, en ook laten zien hoe belangrijk het is om gehoorzaam te zijn, om wijs te zijn in de ogen van God en vandaag wil over dat laatste stukje nog iets zeggen.

Spreuken 4:25-27 : Laten uw ogen voorwaarts blikken en uw oogopslag rechtuit zijn. Laat uw voet een effen pad inslaan en laten al uw wegen vast zijn. Wijk noch ter rechter-, noch ter linkerhand af, houd uw voet verwijderd van het kwade.

“laten uw ogen voorwaarts blikken en uw oogopslag rechtuit zijn” De woorden die hier gesproken zijn, worden door Salomo verteld en hij heeft deze woorden van zijn vader gehoord, van David dus. En David zegt in de Psalmen meerdere malen dat Hij zich de Here bestendig voor ogen stelt. Met ander woorden, zijn blik is gericht op de Here, niet op wat achter hem ligt, niet op dat wat geweest is, maar op de Here. Als er hier gezegd wordt dat wij voorwaarts moeten kijken, dan is het goed dat ons gezicht, zoals dat van David, gericht is naar de Here toe, zodat áls wij dan voorwaarts kijken, we de blik op Hem mogen hebben.

“Laat uw voet een effen pad inslaan en laten al uw wegen vast zijn” Wat had Salomo een hoofdstuk eerder geleerd? Spr.3:5-6 : Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden rechtmaken…dus, áls wij een effen pad in willen slaan, dan zullen wij álles met de Here moeten bespreken. Hem al onze plannen laten weten en dan niet op ónze inzichten vertrouwen, maar totaal op de Here vertrouwen. Afhankelijk zijn van Hem dus.

“Wijk noch ter rechter-, noch ter linkerhand af, houd uw voet verwijderd van het kwade”. Als ik als kind aan het buitenspelen was, en er waren andere kinderen die mij wilden pakken of plagen, dan was het eerste wat ik deed, naar huis rennen. En als ik dan eenmaal binnen was, voelde ik me veilig omdat ik wist, hier wonen mijn ouders en die zorgen wel dat mij niets kan gebeuren. Hier wordt gezegd dat wij onze voeten verwijderd moeten houden van het kwade. Als er dus dingen zijn waar we de benen voor willen nemen, het uit de weg willen gaan, dan mogen we weten dat we bij de Here een schuilplaats hebben. Psalm 91 spreekt hierover en dan staat er daar, Psalm 91:7 : Al vallen er duizend aan uw zijde en tienduizend aan uw rechterhand, tot u zal het niet genaken. Aan weerszijden van ons gebeuren er de meest vreselijke dingen, maar zoláng wij níét afwijken, níét buiten die rechte paden van de Here wandelen, mogen wij wéten bij Hem die schuilplaats te hebben en er onze bescherming te mogen vinden.

Dit stukje van de Spreuken leert ons belangrijke dingen, die we nodig hebben om staande te blijven in de wereld waarin wij leven. Gisteren heb ik verteld dat de wijsheid waar het hier om gaat, “gehoorzaamheid” is, en dat geldt óók voor deze laatste paar verzen. Ook in deze dingen wordt er gehoorzaamheid van ons gevraagd. En die gehoorzaamheid moeten wij ons verwerven, daar moet aan gewerkt worden, het moet ons eigen worden. Heel belangrijk!