Posts Tagged ‘Matth.28:20’
Is dit goed nieuws??
Nou, iedereen zal inmiddels het goede nieuws wel gehoord hebben? Ik luisterde gisterenmorgen naar het nieuws en hoorde daar de verheugende mededeling dat ouders tegenwoordig meer tijd aan hun kinderen besteden dan vroeger. Jawel, een moeder besteedt zo’n 14 uur per week gemiddeld aan haar kinderen en een vader 6 uur. Dat is dus samen 20 uur per week. Ik kon mijn oren niet geloven, en dat noemen ze ook nog een positieve ontwikkeling. Daarbij komt dat gemiddeld betekent dat tegenover iedere ouder die méér tijd in zijn kinderen steekt, er ook één is die zelfs nog minder dan die 20 uur besteedt aan zijn/haar kinderen.
Ik kan, eerlijk gezegd, zulke dingen niet begrijpen. Onze kinderen zijn toch, als het goed is, de belangrijkste personen in ons leven? Hoe kun je dan zoveel tijd van je kinderen roven? Want in feite is dat wat er gebeurt, onze kinderen worden op grote schaal bestolen, datgene waar zij boven alles recht op zouden moeten hebben wordt hun ontstolen: tijd, liefde, aandacht en lichamelijke nabijheid van hun ouders. Het maakt niet uit waardóór dit zo is, het gaat om het feit dát het zo is.
De volgende paar verzen uit de Filippenzenbrief vind ik zo veelzeggend: Filipp.2:5-7: Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was, die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is.
De Here Jezus voelde zich niet beroofd van Zijn God zijn, Hij kóós ervoor om aan ons mensen gelijk te worden en ons zo te kunnen dienen. Het probleem van deze tijd, van deze maatschappij is, dat niemand eigenlijk wil “inleveren”. Men wil geen tijd inleveren, men wil geen geld inleveren, geen materiële dingen inleveren, en die zaken blijken vaak belangrijker dan het heil van de kinderen. Maar ergens zit een grote denkfout. De Here Jezus voelde zich niet beroofd, Hij liet alles achter. was bereid om álles in te leveren voor ons, zélfs Zijn eigen leven. Maar mensen voelen zich vaak wél beroofd. Hoe vaak hoor je niet dat als er ergens een kindje geboren is dat men zegt: “ja, je bent wel je vrijheid kwijt, je moet nachtrust inleveren, het kost veel geld al die luiers en voeding, er blijft nauwelijks tijd voor mezelf over”. Dan wordt er nog wel vergoeilijkend achteraan gezegd dat je er ook wel veel voor terugkrijgt maar heel vaak voelen ouders zich dus wel degelijk “beroofd”. Inplaats dat een kind als een zegen, een kostbaar geschenk, een rijkdom wordt ervaren, wordt het ervaren als een opslokker van alles wat men eigenlijk niet wil missen. Die instelling zorgt ervoor dat men probeert om een weg te vinden waarbij men beide kan hebben, én kinderen, én geld, tijd voor jezelf, werk, genoegens en uitstapjes (zonder kinderen). Maar men heeft niet in de gaten dat er áltijd één partij moet inleveren, en dat zijn helaas veel te vaak de kinderen.
Er is zo genakkelijk iets aan te doen. Als je kinderen hebt, denk dan eens na over de tijd die je aan hen besteedt en hóé je die tijd besteedt. Door dit te doen ontdek je wat er eventueel voor verbetering vatbaar is. Wij als Gods kinderen hebben een grote verantwoording ten opzichte van onze kinderen. De Here God heeft hen aan ons toevertrouwd en Hij is het ook die rekenschap van ons vraagt over hoe wij met hen omgaan.
Daarnaast is de Here Jezus ons grote voorbeeld en Hij zegt in Matth.28:20: En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld. Hij laat ons nooit één dag aan ons lot over.
Misschien ben je geen ouder en heb je geen kinderen, ook dan kun je voor kinderen van onschatbare waarde zijn. Gewoon door een liefdevolle houding ten opzichte van de kinderen of jongeren die je tegenkomt, of die in je buurt wonen. Een stukje echte liefde, warmte en aandacht komt in ieder hart aan, of je het nu merkt of niet, het zal uiteindelijk toch iets uitwerken. De bijbel zegt dat uit ons hart de oorsprongen des levens zijn, dat geldt voor ieders hart. Wanneer wij dus het hart van zo’n kind of jongere raken met Gods warme liefde, zal dat zijn uitwerking niet missen. We kunnen niet heel de wereld veranderen maar we kunnen wel een aanzet geven. Vroeger zongen we: Een vonk is al genoeg om een vuur te doen ontbranden. Laten wij dan zo’n vonkje zijn.