Willekeurige bemoediging
  • Uit liefde
    Hebr. 10:24-25:En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken.  Wij moeten …
Recente reacties
Archief
CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

Posts Tagged ‘Matth.13:13-15’

Het weer (3)

zon en schild.

Ik ben deze serie begonnen met te zeggen dat het eigenlijk onmogelijk is om iedereen tegelijkertijd blij te maken met het weer omdat het al snel voor de ene te warm en voor de andere niet warm genoeg is. En toch, als we het verhaal lezen van Elia die jaren van droogte afkondigt, zoveel mensen die erdoor getroffen worden, geen oogst, geen eten, stervende kinderen en ouderen, daarna de sterkeren die eraan onderdoor gaan. Ik denk dat op het moment dat deze mensen zich bevonden in die vreselijke droogte, ze allemaal, zónder uitzondering, snakten naar regen. En toen die regen eindelijk kwam, ze hun geluk niet opkonden. Iedereen was blij met de regen, het was een regen die nieuwe hoop bracht, regen die nieuw leven bracht. De aarde, die niet meer te bewerken was geweest kon opnieuw ingezaaid worden en vrucht voortbrengen.

Het volk had God aan de kant gezet, ze aanbaden de Baäl en wij denken dan, hoe is het mogelijk? Hoe kun je nou een andere god op de plaats van de Here God zetten? Hoe kun je leven zonder God? Je buigen voor een dode, machteloze, afgod. God stuurde Elia om het volk te waarschuwen, maar het volk was blind en doof. Maar ach, dat was vroeger, dat is nu wel anders toch? WIj, die ons “kinderen Gods” noemen, zijn daarin toch wel anders. Wij hebben een relatie met onze hemelse Vader en wij aanbidden geen afgoden………. Wat is eigenlijk een “afgod”? Dat is alles wat je van God “afhoudt” alles wat tijd en aandacht van God wegrooft. Dat kunnen zóveel kleine en grote dingen zijn die voor iedereen weer anders kunnen zijn, dat het niet op een lijstje te benoemen valt. Maar ik denk dat we allemaal wel dingen kunnen bedenken. ..

De Here Jezus zegt in Matth.13:13-15: Daarom spreek Ik tot hen in gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien en horende niet horen of begrijpen. En aan hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt:Met het gehoor zult gij horen en gij zult het geenszins verstaan, en ziende zult gij zien en gij zult het geenszins opmerken; want het hart van dit volk is vet geworden, en hun oren zijn hardhorend geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet zien met hun ogen, en met hun oren niet horen, en met hun hart niet verstaan en zich bekeren, en Ik hen zou genezen. Eenzelfde boodschap had Johannes toen hij schreef aan de gemeente te Laodicea. Openbaring 3. En dan toch de vraag hoe het dan met ons is? ZIjn ook wij zo langzaam maar zeker ziende blind en horende doof geworden? Is er een geestelijke droogte in ons leven gekomen? Zijn wij verlangend naar die regen, die stromen van regen die ons hart nieuwe hoop en nieuw leven kunnen geven? of is zelfs dat verlangen er al niet meer? Ik denk dat het heel goed is om regelmatig eens te kijken hoe het met ons gesteld is. Om Gods Geest te vragen wat er in ons leven anders kan, wat er verkeerd is. Wanneer de Heilige Geest de ruimte krijgt in ons leven dan is Hij degene die ons wil wijzen op dingen die niet goed zijn. Vroeger had God Zijn boodschappers om dit soort dingen tegen het volk te zeggen, maar nu is er de Heilige Geest die ons stuk voor stuk heel persoonlijk wil waarschuwen, helpen en leiden.

In de eerste plaats was het voor het volk van Israël belangrijk dat zij zich aan Gods regels hielden. Iedere keer dat ze dat niet deden ging het mis en vonden velen de dood. Je zou denken dat dat nu anders is omdat de Here Jezus gestorven is voor onze zonden. Enerzijds is dat ook zo, wanneer we dingen doen die niet goed zijn mogen we die belijden. Maar anderzijds, wanneer ook wij misschien zonden hebben waar we blind en doof voor geworden zijn dan gaan we “geestelijk” dood. Heel geleidelijk aan, zonder dat we het eigenlijk merken, het sluipt er als het ware in. De grond waarin het zaad (het woord van God) gezaaid wordt, ons hart, wordt droger en droger. Het zaad kan niet wortelen en geen vrucht voortbrengen en langzaam maar zeker sterven we een geestelijke dood. Toen die zoon van de weduwe te Sarefat stierf, pleitte Elia bij God dat Hij zijn ziel in hem zou doen terugkeren. De ziel is essentieel en ik vind het zo mooi wat David zegt in Psalm 19:8-12: De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige. De bevelen des Heren zijn waarachtig, zij verheugen het hart, het gebod  des Heren is louter, het verlicht de ogen. De vreze des Heren is rein, voor immer bestendig; de verordeningen des Heren zijn waarheid, altegader rechtvaardig. Kostelijker zijn zij dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honing, ja, dan honingzeem uit de raat. Ook laat uw knecht zich daardoor ernstig vermanen; in het houden ervan ligt rijke beloning.

Het verkwikt de ziel, het woord “verkwikken” betekent : laven, verfrissen, opbeuren, opkikkeren, opwekken, verversen. Dát is wat Gods woord, Zijn wet voor ons doet. Er staat ook dat zij kostelijker is dan veel fijn goud. In die brief in Openbaring 3, de brief aan de gemeente te Laodicea, zegt de Here God dat zij goud kunnen kopen dat in het vuur gelouterd is. Gezuiverd van alles wat er niet in hoort te zitten. Het woordje “kopen” houdt in dat het ons iets kost, ons eigen ik, onze eigen genoegens, begeerten, verslavingen, hoe klein of onbeduidend misschien ook in onze eigen ogen.

We kunnen door de hele geschiedenis van de bijbel lezen dat God en zonde niet samengaan, en het is geen excuus dat de Here Jezus onze zonden gedragen heeft. Dat is fijn, dat is geweldig, en vandaag mogen we gedenken dat Hij uit het graf verrezen is en het is heerlijk dat Hij dat offer voor óns heeft gebracht. Daar mogen we blij om zijn en feestvieren, maar het houdt niet in dat we daardoor de zonde niet meer zo serieus hoeven te nemen. Absoluut niet, Gods gevoelens en gedachten over de zonde zijn niet veranderd en het loon van de zonde is nog steeds de dood. Zijn onze harten zuiver, zijn onze handen schoon, kennen wij Gods wetten, weten we wat Hem welgevallig is en is ons handelen navenant? Ik denk dat er in de loop van de tijd heel wat dingen in ons leven binnengeslopen zijn waar wij een oogje voor toeknijpen.  

Ik geef het aan U.

Ik heb een uitdaging. wie durft zichzelf onder de loep te nemen en nou eens eerlijk aan tafel  te gaan zitten met een leeg vel papier en al biddend zijn leven langs te kijken en op te schrijven wat er niet goed is. Dan weet ik zeker dat er niet één vel leeg blijft, óók het mijne niet. En dan is de tweede uitdaging om al die dingen die er op dat papier komen te staan, uit te leveren en te leggen op dat altaar, en dán mag je God vragen om met Zijn vuur te komen en het allemaal te verteren. Durf je dat aan? Zullen we het met elkaar doen? Als een liefdeblijk voor onze Heer en God.

Ik wil eindigen met een paar verzen uit Psalm 84: 11-13 : Want één dag in uw voorhoven is beter dan duizend (elders); ik wil liever staan aan de drempel van het huis mijns Gods dan verblijven in de tenten der goddeloosheid. Want de HERE God is een zon en schild, de HERE geeft genade en ere; het goede onthoudt Hij niet aan hen die onberispelijk wandelen. HERE der heerscharen, welzalig de mens die op U vertrouwt.