Posts Tagged ‘II Sam’
Ik hou van jou.
Psalm 139:17-18: Hoe kostelijk zijn mij uw gedachten, o God, hoe overweldigend is haar getal. Wilde ik ze tellen, zij zijn talrijker dan het zand; als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U.
Wat mooi is dit, David wist dat de gedachten die de Here God had, óók over hem, kostelijk waren. Hoeveel mensen hebben niet het idee dat God een God van wrake is, iemand die links en rechts mensen afstraft wanneer Hem dat uitkomt? En zelfs onder de christenen heerst soms de gedachte dat we gestraft worden als we het niet allemaal goed doen.
David was nou niet één van de onschuldigsten, hij was een zondaar die veel op zijn geweten had. Zo had hij de vrouw van een ander geroofd en de arme man in de voorste gelederen van zijn leger gezet zodat hij wel om móést komen. Geënsceneerde doodslag zou je kunnen zeggen. Toch wordt hij er niet om veroordeeld door menselijke rechters, maar wel door de Here God. Er staat aan het einde van II Sam 11 (waar he het hele verhaal kunt lezen) dat de zaak kwaad was in de ogen des Heren. De Here God vervolgens stuurt de profeet Natan die door middel van een verhaal probeert David tot inzicht te brengen doch er gaat geen enkel alarmbelletje af in het hoofd van David. Dit was de hele tijd al zo want David had, nadat hij Batseba voor het eerst had gezien, navraag laten doen wie zij was en te horen gekregen dat zij de vrouw van een andere man was. Vervolgens laat hij haar bij zich komen en brengt de nacht met haar door. Als hij dan later ook haar man nog de dood injaagt is de misdaad compleet en geen moment lees je iets over berouw of bedenkingen van de kant van David. Op zich opmerkelijk voor een man die toch zo gewend was alles met de Here God te delen en te bespreken. Als Natan dan uiteindelijk tot David doordringt en deze beseft hóé fout hij was, dan is ook zijn berouw ook een echt diep berouw. Dit berouw verwoord hij in een boetpsalm, Psalm 51. Daar staat onder meer in vers 5: Want ik ken mijn overtredingen, mijn zonde staat bestendig vóór mij. Met andere woorden, het klaagt hem aan en achtervolgt hem. De hele Psalm is een smeken aan God om toch zijn zonde te vergeven maar als je II Sam. 12 leest dan zie je dat, zodra David tot het inzicht gekomen is dat hij gezondigd heeft en dit ook uitspreekt, Natan, de profeet, zegt dat de Here God hem vergeven heeft. Weliswaar zit er een consequentie aan vast die David en Batseba zelf moeten dragen, maar David zal niet sterven, hij mag blijven leven. De bijbel leert dat het loon van de zonde “de dood” is, en hier wordt gezegd dat David niet zal sterven. Doch David heeft het er moeilijk mee en smeekt God om vergeving die hij al heeft ontvangen.
Is dit iets wat ons bekend voorkomt? Ik denk het wel hè? Wij kunnen soms ook nog zo lang met iets blijven tobben wat we allang beleden hebben bij de Here God en waarvoor we al vergeving hebben ontvangen. Het blijft ons vaak als een last op het hart liggen terwijl de Here God juist wil dat we verdergaan in de wetenschap dat Hij, óndanks onze fouten, óndanks ons falen, van ons houdt. Van deze zelfde David heeft God gezegd dat het een man naar Zijn hart was, dat zegt toch wel iets hè? Zo denk de Here God ook over ons, Zijn liefde is veel groter dan wij kunnen beseffen, Zijn gedachten, óók over ons, zijn veel kostelijker dan wij soms durven geloven.
Ik hou van jou! Ook vandaag is dat Zijn boodschap voor jou!