Posts Tagged ‘I Petrus 2:9’
Als een dief in de nacht.
Ik verbaas me er soms over dat er onder Gods kinderen nog zoveel onwetendheid is. Waarmee ik nu niet wil beweren dat ik de wijsheid in pacht heb hoor, maar ik zal proberen uit te leggen wat ik bedoel.
Toen mijn neefje nog een stuk jonger was zat hij op een christelijke lagere school. Op een gegeven moment kwam mijn schoonzus erachter dat er regelmatig New Age muziek in de klas werd gedraaid. Mijn schoonzus ging naar de juffrouw toe om er met haar over te praten. Toen mijn schoonzus uitlegde hoe verkeerd dit was en zei dat ze dat niet meer wilde omdat dat geen goede muziek is en dat ze het raar vond dat op een christelijke school zulke muziek gedraaid werd, zei de juf dat ze er niets verkeerds mee deed en dat de kinderen er alleen maar heel rustig van werden. Uiteindelijk gaf ze wel gehoor aan het verzoek om zulke muziek niet meer te draaien maar begrijpen deed ze het niet. Wat je ook veel hoort is dat de leerkrachten (ook op christelijke scholen) de kinderen zogheten “mantra’s” laten kleuren, ook omdat het de kinderen zo rustig maakt…
Dit soort dingen gebeurt nog steeds. veel mensen zien gewoonweg de gevaren niet die er toch aan alle kanten om ons heen loeren en op een gelegenheid wachten zich in ons leven in te sluipen. Nou is het wel zo dat de duivel probeert om mensen te misleiden en dat hij komt in vrome vermommingen, maar dat is geen excuus.
Hij (Jezus) heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd. Kol.2:15.
De machten en overheden zij dus openlijk tentoongesteld, alles is in de openbaarheid gekomen, er is niets geheimzinnigs meer aan, ze kúnnen herkend worden, maar waarom gebeurt dat dan vaak niet?
1 Petr 2,9 Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.
God heeft ons geroepen úít de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Wanneer je in een kamer bent waar een hel licht brandt en er komt iemand binnen die kring van licht dan kun je precies herkennen hoe die persoon eruitziet en wie hij/zij is. Wanneer het echter volslagen donker is dan is het onmogelijk om iemand te herkennen.
1 Joh 1,5 En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. Wanneer wij dicht bij Hem leven, Hem, zoals David het in één van zijn Psalmen zegt, voortdurend voor ogen hebben, Zijn woord kennen en ernaar leven. dan bevinden wij ons binnen die kring van licht en zijn we in staat om te herkennen datgene wat niet goed is. Nemen we het echter niet zo nauw met alles, gaan we zo’n beetje ons eigen gang, dan verontreinigen wij onszelf met de dingen die deze wereld ons aanbiedt. Dit heeft tot gevolg dat wij niet dicht bij God kunnen komen omdat Hij geen gemeenschap kan hebben met zonde en dus kunnen wij ook niet in dat volle licht zijn, wat dus wil zeggen dat we, hoewel we tot Zijn licht geroepen zijn, verkiezen in de duisternis te leven met als gevolg dat we de vijand niet herkennen en hem zo vrij spel geven in ons leven. Gods woord waarschuwt ons hiervoor en zegt ons dat wij niets van doen moeten willen hebben met de duisternis:
Immers, gij weet zelf zeer goed, dat de dag des Heren zó komt, als een dief in de nacht. Terwijl zij zeggen: het is (alles) vrede en rust, overkomt hun, als de weeën een zwangere vrouw, een plotseling verderf, en zij zullen geenszins ontkomen. Maar gij, broeders, zijt niet in de duisternis, zodat die dag u als een dief overvallen zou: want gij zijt allen kinderen des lichts en kinderen des dags. Wij behoren niet aan nacht of duisternis toe.
I Thess.5:2-5.