Willekeurige bemoediging
  • Very high tea!
    Vandaag een heeeel vroeg blogje. Om half zeven vertrek ik met Joyce, de jongste dochter, naar Stefanie, de middelste dochter. …
Recente reacties
Archief
CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

Kerstvervolgverhaal (8)

De schrik van Emma en het verhaal van meester Johan

Als Simone en haar vriendinnen de andere dag op school komen is Gaya natuurlijk het onderwerp van gesprek. de meisjes raken er niet over uit gepraat. Emma staat op een afstandje en als Ariël haar ziet staan roept ze haar dichterbij. Met tegenzin komt Emma hun kant uit, “wat heb je?” vraagt ze kattig.  “Gaya is gisteren heel hard gevallen, ze was op de fiets van Simone aan het oefenen en die ging ineens kapot. Ze is zó hard gevallen dat er een ziekenauto gebeld moest worden en nu ligt ze in het ziekenhuis” zegt Ariël. Emma schrikt hevig en verschiet van kleur. Ze staat te trillen op haar benen. “Is hhhet ernstig?” stottert ze. Simone somt op wat Gaya allemaal heeft opgelopen en eindigt met de mededeling dat als Gaya niet genoeg rust neemt ze misschien wel levenslang hoofdpijn kan blijven houden. Emma weet zich geen raad maar ze probeert er niets van te laten merken. “Oh, nou ja, had ze maar in haar eigen land moeten blijven” zegt ze en ze draait zich om en loopt voor de anderen uit de school in. Eenmaal in het lokaal kan ze nergens haar aandacht bij houden, in haar hart knaagt een enorm schuldgevoel. Zij was het die tegen Job aanliep een paar dagen geleden, ze was in de schuur geweest en had het voorwiel van Simones fiets losgedraaid. Ze was zó jaloers en boos dat Simone zoveel aandacht voor die gekke Gaya had dat ze had zitten bedenken hoe ze die twee kon dwarsbomen. Het was niet de bedoeling geweest dat Gaya er een ongeluk mee zou krijgen, ze wilde alleen maar zorgen dat ze niet meer konden fietsen, ze had gedacht dat het wiel er meteen wel onder uit zou vallen omdat ze de bouten er helemaal af gehaald had, maar blijkbaar was het niet gegaan zoals ze het zich gedacht had. Dit had Emma nooit kunnen voorzien en nu voelt ze zich een misdadigster. Wat heeft ze gedaan?

Meester Johan merkt wel dat er iets aan de hand is, de drie vriendinnen zijn zo druk in gesprek, en als hij vraagt wat er zo belangrijk is vertellen ze het hele verhaal van a tot z. Vanaf het moment dat ze Gaya zagen staan bij het hek van de sporthal tot wat er gisteren gebeurd is. De meester kijkt eens nadenkend de klas rond. “Gaya is dus een vluchtelingetje?” vraagt hij. De meisjes knikken. “Wie van jullie vindt het vervelend dat er hier vluchtelingen worden opgevangen in de sporthal?” vraagt hij aan de klas. Een aantal kinderen steekt hun hand op. Zij vinden het niks, hun ouders zijn er ook op tegen en thuis wordt er regelmatig op een negatieve manier over gesproken. Meester Johan gaat er eens voor zitten. “Jongens, pak allemaal je stoel en kom eens in een kring om mij heen zitten, dan gaan we samen eens praten”. De kinderen doen wat de meester vraagt en als ze allemaal zitten begint hij te praten: “Als wij hier op school aan de dag beginnen dan bidden we toch eerst samen? Dat zijn we zo gewend, we geloven in de Here God en we willen graag dat Hij ons zegent, elke dag opnieuw”. De kinderen knikken instemmend, ja, ze zijn allemaal min of meer gelovig, de meesten gaan naar de kerk op zondag en sommigen gaan ook nog naar een jeugdclub van de kerk. “Over een goede week is het Kerstmis, daar zijn we hier op school al een poosje mee bezig hè? We oefenen liederen en een toneelstukje over jozef en Maria, er zijn drie kinderen in onze klas die een stukje van het Kerstevangelie mogen voorlezen uit de Bijbel en zo leven we er met elkaar naartoe. Ik heb er ook al regelmatig over verteld, maar wisten jullie dat de Here Jezus en zijn ouders óók vluchtelingen waren?” Huh? De kinderen kijken de meester verbaasd aan, hoe komt hij dáár nou bij? “Jullie kennen het Kerstverhaal, over hoe Jozef en Maria nergens welkom waren, hoe hun kindje, de Here Jezus, uiteindelijk dan maar in een beestenstal geboren werd?” Ja, dat weten ze wel. “Nou, toen de Here Jezus pas geboren was kwam er een engel die Jozef in een droom waarschuwde dat ze moesten vluchten naar een ander land omdat koning Herodes de Here Jezus wilde doden. Jozef gehoorzaamde en is in de nacht, samen met Maria en de Here Jezus, weggevlucht naar een ander land. Zo werden zij dus vluchtelingen, net als de vluchtelingen die hier in de sporthal logeren. Ook zij waren bang dat ze in hun eigen land gedood zouden worden…” Meester Johan kijkt de kring eens rond, hij ziet verwondering op de gezichten van de kinderen, dit is iets wat hen wel tot nadenken stemt. “Toen de Here Jezus volwassen was geworden heeft Hij er nog iets over gezegd” gaat meester verder. “Wacht ik pak mijn Bijbel er even bij”. Even later leest meester Johan: Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven. Ik was een vreemdeling en u hebt Mij in uw huis uitgenodigd. Ik had niets om aan te trekken en u hebt Mij kleren gegeven. Ik was ziek en u hebt Mij opgezocht. Ik zat in de gevangenis en u bent bij Mij geweest.’ Deze goede mensen zullen vragen: ‘Here, wanneer hebben wij gezien dat U honger had en hebben wij U te eten gegeven? Of dat U dorst had en hebben wij U te drinken gegeven? Of dat U een vreemdeling was en hebben wij U geholpen? Of dat U niets had om aan te trekken en hebben wij U kleren gegeven? En wanneer was U ziek of zat U in de gevangenis en hebben wij U bezocht?’ Ik zal tegen hen zeggen: ‘Toen u dit voor één van mijn minste broeders hebt gedaan, deed u het voor Mij.’ Dit staat in Mattheüs 25 vers 35 tot 40. 

“Zie je dat de Here Jezus het hier ook over vreemdelingen heeft? Deze vluchtelingen zijn vreemdelingen die ons land zijn binnengekomen. En dan staat er dat we ze kleding en eten moeten geven en ze in ons huis uitnodigen. De Here Jezus vergelijkt zichzelf met zo’n vreemdeling en hij zegt dat als wij dit voor iemand doen we het voor Hém hebben gedaan. Is dat niet bijzonder?” De kinderen hebben geïnteresseerd naar de meester geluisterd en ook degenen die de vluchtelingen liever zagen vertrekken begrijpen nu toch ook wel dat dat niet is zoals de Here Jezus het zou willen. Ze zijn echt onder de indruk en meester Johan begrijpt wel dat ze dit even moeten verwerken. Omdat het al vrijdagmiddag is en bijna weekend, stelt hij voor dat de kinderen iets in hun opstelschrift gaan schrijven over de vluchtelingen. Ze mogen er de tijd voor nemen om erover na te denken en dan iets te schrijven over wat dit verhaal van meester Johan met hen doet. Best een pittige opdracht vinden sommigen, hoe breng je nou je gevoel onder woorden? Even later is het stil in de klas en schrijft ieder zijn of haar verhaal in het opstelschriftje. De bel gaat en de meester vraagt aan de kinderen om hun schriftje op zijn bureau te leggen, daarna mogen ze naar huis gaan. “Prettig weekend jongens” roept meester hen na. Als wervelwinden verdwijnen ze en de meester lacht erom. Het zijn stuk voor stuk lieve en enthousiaste leerlingen die hij in zijn klas heeft… tenminste, voor zover de meester dat kan bekijken…

Wordt vervolgd…

  • Marijke Breunesse:

    Hoi Ingrid
    Wat een mooi verhaal .
    Fijn om elke dag weer ermee verder te lezen .
    Heb je dit zelf geschreven?
    Zo ja een gave apart .een gave van de Hemelse Vader.
    Lieve groet
    Marijke

    • Ingrid:

      Dank je wel Marijke, ja ik heb het zelf geschreven ?leuk dat je ervan geniet
      en inderdaad een gave van de Here God.

      Ik wens je nog veel leesplezier, en Gods zegen.

      Liefs,
      Ingrid.


+ 7 = 13