Kerstvervolgverhaal (4)
Emma’s jaloezie.
De vier vriendinnen gaan eerst ieder naar hun eigen huis om door te geven dat ze samen gaan spelen. Ze hebben afgesproken om naar het gezellige bakkershuis te komen. Simone heeft Gaya alvast zelf mee naar huis genomen en toen ze haar aan mama voorstelde had mama vriendelijk geknikt en het meisje welkom geheten. Job was op zijn kamer, die merkte niets van het bezoek en papa hadden ze even in de winkel bezocht waar ze meteen een heerlijke koek gekregen hadden. Gaya’s ogen stralen bij zoveel vriendelijkheid, ze vindt Simone lief. Als de andere meisje ook komen krijgen ze van mama eerst lekker warme thee met chocolade erbij. Ze smullen ervan. “Wat zullen we gaan doen?” vraagt Emma, “buitenspelen, of binnen?” Ze kijkt vragend de kring rond, daarbij zorgvuldig oogcontact met Gaya vermijdend. “Ik dacht binnen gewoon gezellig wat kletsen en muziek luisteren” zegt Simone. “Hoezo gezellig kletsen? Dat mens verstaat ons toch niet, bah, wat doet ze hier, ze hoort niet bij ons!!” zegt Emma terwijl ze met haar hoofd naar Gaya knikt. Gaya verstaat haar inderdaad niet maar ze voelt de vijandigheid van Emma en haar ogen worden verdrietig. Ze staat op en als Simone vraagt wat ze gaat doen wijst Gaya naar de gang, ze gaat haar jas halen en maakt duidelijk dat ze naar huis gaat. Simone voelt het verdriet van het meisje en loopt mee tot aan het tuinhek. Ze pakt de hand van Gaya en zegt “tot gauw”. Dan kijkt ze het verdrietige meisje na en keert zich om om naar binnen te gaan. “Zo, opgeruimd staat netjes” zegt Emma een beetje hatelijk. Simone kijkt haar aan en vraagt waarom ze zo’n hekel aan Gaya heeft. “Dat mens hoort hier niet, laat ze maar naar haar eigen land gaan” zegt Emma. Ariël, Kyra en Simone zijn het duidelijk niet eens met Emma en ze nemen het op voor Gaya. “Jaja, kiezen jullie maar voor haar, één dag ken je haar en jullie trekken haar al voor bij mij”, keft Emma. “Bekijk het maar lekker, als je háár vriendin wilt zijn ben je mij kwijt”, en meteen staat ze op, pakt haar jas en is in vliegende vaart verdwenen. De drie overige meisjes kijken elkaar verbijsterd aan, wat is dát nou? Ze zijn zo overdonderd dat niemand een woord zegt. Pas enkele minuten later beginnen ze met z’n drieën tegelijk te praten. Alle drie vinden ze het een vervelende geschiedenis en het is dan ook een weinig vrolijk afscheid aan het einde van de middag.
Die avond vertelt Simone aan tafel wat er gebeurd is. Haar ouders vinden dat ze juist gehandeld heeft, het is alleen maar goed om vriendelijk te zijn tegen anderen, en zeker ook tegen dit meisje dat hier in dit land niemand heeft en niemand kent. “Het is goed om je hart te volgen Simone, dat is ook wat de Here God van ons wil, dat we vriendelijk zijn voor elkaar en voor anderen”. Simone knikt, ze vindt het fijn dat haar ouders achter haar staan maar tegelijkertijd vindt ze het heel spijtig dat Emma vanmiddag zo gereageerd heeft. Hopelijk doet ze morgen weer gewoon tegen haar en de andere twee vriendinnen.
Als Simone de andere morgen de deur uitstapt om naar school te gaan verbaast het haar dat ze op de hoek van de straat Kyra niet ziet staan. Kyra woont dichtbij en wacht altijd al op haar op de hoek van hun beider straten. Bevreemd loopt ze verder en als ze bijna bij school is ziet ze haar drie vriendinnen gearmd voor zich uit lopen. “Oh, gelukkig, daar zijn ze” denkt Simone en ze zet het op een hollen om ze in te halen. Als ze vlak achter hen is roept ze vrolijk “Goedemorgen”. Emma kijkt achterom en zegt hatelijk “Oh, daar hebben we ons vluchtelingenvriendinnetje, hoepel jij maar op naar je Gaya’tje!!” Kyra en Ariël durven niet om te kijken en blijven strak voor zich uit staren. Niet begrijpend loopt Simone om Emma heen en kijkt de drie meisjes stuk voor stuk aan, dan, zonder iets te zeggen, draait ze zich om en loopt over het plein naar de ingang van de school. Ze kan wel huilen maar krampachtig houdt ze haar tranen binnen. Eenzaam en verraden voelt ze zich en deze morgen kan ze nauwelijks haar aandacht bij de lessen houden. Als meester Johan haar iets vraagt schrikt ze op uit haar gedachten en stottert een verontschuldiging.
Wordt vervolgd…