Kerstvervolgverhaal (11)
Zorgen om Emma.
Als haar moeder de andere dag naar haar kamertje komt om Emma wakker te maken schrikt ze hevig, Emma heeft een hoogrode kleur en ademt verschrikkelijk snel, dat kind is behoorlijk ziek, ze merkt niet eens dat haar moeder in haar kamer is. Emma’s moeder waarschuwt haar man en belt meteen ook naar de dokter. Ongerust komt ook papa bij Emma kijken en ook hij schrikt van haar. Als de dokter wat later langskomt staat zijn gezicht zorgelijk, Emma heeft hoge koorts en is half bewusteloos, af en toe doet ze haar ogen open maar het lijkt of ze niets ziet. Onrustig beweegt ze haar hoofd op het kussen en almaar mompelt ze iets. De drie volwassenen kunnen er niets van verstaan en de dokter schrijft antibiotica voor. Hij belooft om in de middag nog even terug te komen. Papa gaat naar zijn werk en mama blijft bij Emma, een buurvrouw is gewaarschuwd en zij gaat meteen even de antibiotica ophalen in de apotheek.
Als de drie vriendinnen die morgen op school komen horen ze bij aanvang van de les dat Emma ziek is. Meester Johan vertelt dat de moeder van Emma had gebeld en dat het ernstig is. Hij stelt voor om Emma vandaag mee te nemen in het gebed, de kinderen zijn er stil van. In de pauze overleggen de drie meisjes samen, ze willen graag naar Emma maar misschien is ze er te ziek voor. Ze spreken af om na schooltijd bij haar langs te gaan en te zien of ze bij haar mogen of niet. Maar eerst zullen ze langs Gaya gaan om haar uit te leggen dat het bezoekje aan haar vandaag wat korter wordt. Tussen de middag spreken de meisjes met hun moeders af dat ze na schooltijd gelijk doorgaan, de moeders knikken begrijpend, natuurlijk snappen ze het.
Na schooltijd gaan ze direct naar Gaya, ze leggen haar uit dat hun vriendin erg ziek is. Gaya snapt het eerst niet zo goed, vriendin? alle vriendinnen zijn er toch? “Nee, we bedoelen die ándere vriendin, Emma, weet je nog?” Ah, Gaya knikt, ja dat was die vriendin die haar niet mocht. “Erg ziek?” vraagt ze, en Simone knikt. “Jullie bezoek?” “Ja, we willen even kijken of we haar mogen zien” zegt Kyra. “Oké, goed” zegt Gaya vriendelijk. “Jullie gaat” zegt ze, en ze maakt met haar hand een beweging waardoor de meisjes begrijpen dat Gaya er begrip voor heeft dat ze moeten gaan. “Tot morgen Gaya” zeggen ze, en Gaya wuift ze na.
De moeder van Emma ziet hen al aankomen. “Ha meisjes, jullie komen zeker naar Emma kijken? Ze is heel erg ziek en ze merkt het niet eens als we bij haar zijn. Jullie mogen wel heel even bij haar kijken maar niet te lang hoor. Misschien dat ze het wel merkt als jullie er zijn. Lief dat jullie gekomen zijn”. Zachtjes gaan de meisjes naar boven en heel voorzichtig doen ze de deur van haar kamertje open. Emma ligt in bed en merkt niets. Stilletjes staan de meisjes naar haar te kijken, dat Emma heel erg ziek is kunnen ze wel zien en op hun tenen verlaten ze het kamertje weer. Emma heeft niets gemerkt. Het is een bedrukt groepje dat even later het huis uitstapt. Als de dokter vroeg in de avond nog even langskomt is de koorts nog even hoog en is Emma opnieuw erg onrustig. “Wat zegt ze toch?” vraagt mama zich af, ze kan het niet verstaan. Met een hart vol zorg laat ze de dokter uit en gaat dan weer terug naar Emma.
Wordt vervolgd…