Willekeurige bemoediging
  • Ik ben véél leuker…toch?
    Ik kwam laatst nog eens een oude pasfoto tegen, het was er één van jáááááren geleden toen van die grote …
Recente reacties
Archief
CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

De schuilhoeken van het hart 9.

Als Joëlle het schoolplein nadert ziet ze Carlien vanuit de verte al staan. Meteen begint haar hart fel te bonzen maar ze probeert zich zo rustig mogelijk te houden. Als ze dichterbij komt ziet ze Carliens gezicht, opgezwollen en vol krassen. Het bevreemdt haar een beetje maar ze durft er niets van te zeggen. Ze krijgt niet de kans haar fiets weg te zetten, voor ze bij de fietsenstalling is aangekomen heeft Carlien haar stuur al gepakt en geeft er een fikse ruk aan. Joëlle kan nog net op tijd van de fiets afspringen voordat hij met een klap op de grond valt. Nu wint Joëlle’s boosheid het voor even van haar angst en in haar boosheid geeft ze Carlien een fikse duw waardoor deze wankelt en tegen een paal van het fietsenhok aanvalt. Ze geeft een gil van pijn want haar rug is nog bont en blauw van de mishandeling van gisteren. Joëlle schrikt hier hevig van en ook van de enorm pijnlijke trek op het gezicht van Carlien. Deze herstelt zich echter onmiddellijk en omdat ze zich schaamt voor haar zwakheid snauwt ze “sta niet zo stom te kijken!” Meteen gaat ze verder “vandaag ga je ervoor zorgen dat je Lieke aan de praat houdt en dat doe je op een dusdanige manier dat ze niet afgeleid wordt! Ik waarschuw je, als je het deze keer niet goed doet dan sla ik je na schooltijd helemaal verrot!! Oh ja en ik wil ook je brood hebben” Joëlle haast zich om Carlien haar pakje brood te overhandigen en haar te overtuigen dat ze het deze keer écht goed zal doen. Carlien bekijkt haar minachtend, steekt het brood in haar tas en loopt weg.

Joëlle raapt haar fiets van de grond en zet hem in het fietsenrek. Op dat moment komt net Lieke er aan, ze stapt van haar fiets en lacht Joëlle lief toe. “Hoi Jo, leuk dat je er ook al bent, gezellig”. Ze zet haar fiets weg en geeft Joëlle een arm, zo lopen ze samen het schoolplein op. Lieke is zich van geen gevaar bewust maar Joëlle voelt zich verschrikkelijk. Ze is een verraadster en ze is bang voor alle gevolgen die haar verraad kan hebben. Lieke merkt wel dat Joëlle iets dwarszit maar ze besluit er niet naar te vragen. Als Joëlle het zelf wil vertellen is dat beter. Samen gaan ze het schoolgebouw binnen, op zoek naar hun klas.

In de pauze zoekt Joëlle meteen Lieke weer op en vraagt haar om samen ergens hun boterhammetje te gaan eten. Lieke stemt blij toe en even later zitten ze in de kantine aan een tafeltje. Lieke pakt haar brood en ook Joëlle buigt zich over haar tas tot ze zich vol schrik realiseert dat Carlien haar boterhammen heeft. Lieke ziet haar schrikken en vraagt wat er is. “Eh, ik zie net dat ik mijn brood vergeten ben”, zegt ze, “de zoveelste leugen al vandaag” denkt ze somber. Lieke zegt “oh, maar dat is toch geen probleem, dan delen we gewoon mijn brood” en meteen biedt ze Joëlle de helft van haar boterhammetjes aan. Dit afslaan zou verdacht zijn, maar Joëlle heeft zich nog nooit zo ellendig gevoeld.

Carlien ziet van een afstandje hoe ze daar zitten. Ze doet zich tegoed aan de boterhammen van Joëlle, lekker zijn die, ze had honger want ze had natuurlijk alleen maar die ene droge boterham gegeten vanmorgen. Als het brood op is en ze zich ervan vergewist heeft dat de twee meisjes haar niet zullen opmerken sluipt ze naderbij. Het is het werk van een paar seconden om even haar hand in de tas van Lieke te laten glijden en meteen is ze ook al weer weg. Geen van de beide meisjes heeft hier iets van gemerkt en als de pauze voorbij is is Joëlle opgelucht dat Carlien niets heeft ondernomen. “Gelukkig” denkt ze, en haar hart is een klein stukje lichter dan eerst hoewel het schuldgevoel toch aan haar blijft knagen. Carlien ziet de beide meisjes terug naar de klas lopen en lacht smalend. Toch voelt ze zich niet zo blij als ze verwacht had.

Als alle kinderen terug zijn in de klas wacht Carlien tot de leraar de deur heeft dichtgedaan en dan stapt ze naar voren. Ze zegt op zachte toon iets tegen de leraar, de leraar kijkt Carlien verbaasd aan, “weet je dat wel zeker Carlien? Dit is nogal een ernstige beschuldiging”. Carlien knikt overtuigend van ja. “Echt waar ik heb het zelf gezien meneer”, liegt ze. De leraar overlegt kort bij zichzelf en staat dan op. Hij roept Joëlle en Lieke naar voren en vraagt hen hun tassen mee te nemen en hem te volgen…


1 + 2 =