De schuilhoeken van het hart 5.
Na een paar heerlijke weken met Carlien verandert deze opeens als een blad aan een boom. Van lief en vrijgevig wordt ze brutaal en overheersend. Joëlle schrikt hier heel erg van, ze weet niet goed hoe ze daarmee om moet gaan. Als Joëlle het waagt om Lieke onder de aandacht van Carlien te brengen barst deze haast uit haar vel. “Ben je gek geworden?” schreeuwt ze Joëlle toe. “die rotmeid, ze is zo vals als wat en als jij nog steeds vriendinnen met haar wilt zijn dan maak ik je af!!” Joëlle is totaal overdonderd en als ze de woede in de ogen van Carlien ziet wordt ze verschrikkelijk bang en op dat moment doet ze iets waar ze achteraf heel veel spijt van heeft gekregen. Ze zegt tegen Carlien “nee, nee, ik ben geen vriendinnen meer met Lieke, we zien elkaar al bijna niet meer en ik wil haar ook niet eens meer als vriendin”. De woorden zijn eruit voor ze er erg in heeft en ze kan ze niet meer terugnemen, maar op hetzelfde moment dat ze die woorden uitspreekt weet ze ook meteen dat ze hiermee een hele grote fout heeft gemaakt. Hoe kan ze haar beste vriendin zó verloochenen? Carlien bekijkt haar met een triomfantelijk lachje, haha, dit wil ze horen, dit is goed. Tegen Joëlle zegt ze “denk erom dat je dit niet aan Lieke vertelt of het haar laat merken, je doet gewoon alsof je nog steeds vrienden met haar bent!” “Maar, maar, waarom?” stottert Joëlle. “Omdat ik het zeg” bitst Carlien. “Je zult het vanzelf wel merken”.
In de dagen erna wacht Joëlle met angstige spanning af wat Carlien hier nu wel mee bedoeld kan hebben maar Carlien laat niets van zich horen. Ze komt zelfs een paar dagen niet op school en als ze op een morgen weer op het schoolplein verschijnt kruipen de andere kinderen meteen weer in hun schulp, ze zijn bang van haar, Joëlle ook. Hierdoor ziet niemand dat Carlien onder de blauwe plekken zit en zelfs een blauw oog heeft. Uit de ogen van Carlien straalt pijn en verdriet. Maar de andere meisjes zien het niet… toch is er ééntje die het wel ziet, en dat is Lieke. Met verbazing ziet ze de blauwe plekken en het blauwe oog en in eerste instantie denkt ze dat Carlien vast in een vechtpartij verwikkeld is geweest, maar als ze de pijn in de ogen van het meisje ziet wordt haar blik zacht en voelt ze medelijden met de altijd zo stoere Carlien die, na die eerste ogenblikken waarin ze voor een moment zwak was en haar pijn even niet de baas kon, meteen weer overschakelt op haar bazige en brutale manier van doen.
“He, jij daar”, Carlien wijst naar Joëlle, “hier komen!” zegt Carlien. “het is tijd om me terug te betalen voor alle goede dingen die ik voor jou heb gedaan. Ik wil dat je in de pauze bij Lieke gaat zitten en dat je haar afleidt. Heb je me begrepen?!” Carlien kijkt Joëlle heerszuchtig aan en die krimpt ineen. “eh, eh, ja, ik heb het begrepen.” Weigeren durft Joëlle niet maar wat Carlien precies in haar schild voert weet ze niet. Om opheldering vragen is geen optie, daar denkt ze niet eens aan maar ze begrijpt wel dat Carlien niets goeds in de zin heeft. Ze staat in hevige tweestrijd, om dit haar beste vriendin aan te doen vindt ze toch ook wel heel erg. Ze moet haar gewoon in haar gezicht bedriegen en dit stuit Joëlle heel erg tegen de borst. Toch doet ze in de pauze wat Carlien haar heeft opgedragen en ze hoopt dat het hierbij zal blijven.
Ze voelde zich zo’n enorme verrader toen ze Lieke aan de praat hield. Lieke was blij verrast dat Joëlle tijd en aandacht voor haar had en liet zich graag door Joëlle meenemen naar het plekje waarvan Carlien had gezegd dat ze moesten gaan zitten. Lieke zet haar tas naast zich neer op de grond en heeft haar volle aandacht en haar blik op Joëlle gericht. Deze ziet echter vanuit haar ooghoeken Carlien naderbij sluipen. Onhoorbaar en onzichtbaar voor Lieke, komt Carlien vlak achter de stoel staan waarop Lieke zit en wil zich over de tas van Lieke buigen. Joëlle kan niet zien wat ze daar doet maar ze wordt hier heel erg onrustig van. Lieke ziet dat haar vriendin zich niet op haar gemak voelt en vraagt lief of ze zich wel goed voelt. Joëlle knikt en kan bijna geen geluid uit haar keel krijgen. Lieke kijkt naar haar, ze volgt haar blik en draait zich om waarbij ze ineens Carlien gewaar wordt die vlak achter haar staat. Carlien is onaangenaam getroffen en maakt dat ze wegkomt. “Mislukt” sist ze tussen haar tanden en met een van woede vertrokken gezicht loopt ze weg. “Ik krijg jullie wel”…