De drie musketiers (13)
Het verhoor.
Ferdinand zit somber voor zich uit te staren in zijn politiecel. De afgelopen nacht heeft hij diep na kunnen denken over wat hij zou gaan zeggen als ze hem gaan verhoren. Hij wil absoluut zijn baas niet verraden want hij is bang voor hem. Hij krijgt het nu toch wel een beetje benauwd want als hij niet eerlijk vertelt hoe alles in elkaar steekt komt de schuld alleen op hem neer en krijgt hij een hele lange gevangenisstraf terwijl zijn baas eigenlijk meer schuld heeft dan hij. Wat moet hij doen? De brutale grijns is van zijn gezicht gegleden en de Ferdinand die daar op zijn bed zit is eigenlijk maar een zielig mannetje.
Hij schrikt op uit zijn sombere gedachten, de celdeur wordt geopend en een bewaker zegt hem mee te komen. Gedwee loopt Ferdinand mee met de bewaker naar een kantoor waar de commissaris achter een bureau zit. Ferdinand mag plaatsnemen en de commissaris kijkt hem ernstig aan. Hij vraagt of hij wel weet in welke grote moeilijkheden hij zichzelf heeft gebracht? Ja, Ferdinand weet het, hij heeft zich al honderd keer lopen bedenken wat hij nu moet gaan vertellen maar op dit moment is hij alle smoesjes vergeten en vertelt hij de waarheid, precies zoals alles gebeurd is.
Een paar uur later loopt de commissaris door het dorp, hij gaat naar het huis waar Anco woont en belt aan. Eenmaal binnen vertelt hij Anco en zijn moeder wat hij te weten is gekomen, het was inderdaad de vader van Anco die achter heel deze geschiedenis zat. Hij wilde kost wat kost zijn zoon in zijn bezit krijgen en Ferdinand moest daarbij helpen. De bedoeling was dat Ferdinand Anco op een geheime plaats zou brengen, van daar zou de vader van Anco hem dan over nemen en hem mee naar zijn eigen land nemen. Als dat gelukt was dan had zijn moeder hem nooit terug gezien want dáár zou Anco’s vader wel voor gezorgd hebben. De commissaris heeft van Ferdinand ook het adres gekregen waar hij Anco af had moeten leveren en een contactadres, er zijn al een aantal rechercheurs ingezet om de vader van Anco op te pakken en hem meteen ook te arresteren voor alle andere criminele zaken waar deze man zich mee bezig gehouden heeft. De commissaris vertelt Anco en zijn moeder dat hij voor jaren achter de tralies zal gaan. Anco en zijn moeder kijken elkaar eens aan, er is opluchting in hun ogen te lezen en moeder drukt Anco nog maar eens stevig tegen zich aan. Even later gaat de commissaris weer weg, hij heeft nog veel te doen, maar in het huis van Anco en zijn moeder is blijdschap, wat zijn ze dankbaar dat dit zo is afgelopen.
En Ferdinand? Die zit nog steeds vast, hij kan niet stoppen met denken over alles en hij is boos op iedereen, op de vader van Anco die hem hierin mee had getrokken, op de commissaris en de agenten die hem te pakken hadden genomen, op die vervelende kinderen die hem hadden verraden en dat nare joch dat hem had laten struikelen… ja, Ferdinand is boos!!!
Een held!
Ook de drie andere kinderen hebben bezoek van de commissaris gehad. Hij heeft hen vertelt dat Ferdinand alles bekend had en dat het allemaal goed afgelopen is. Anco en zijn moeder hoeven niet meer bang te zijn en vooral dankzij Bart hebben ze Ferdinand kunnen pakken. Bart glimt van trots als hij dit hoort en ook zijn ouders zijn best wel trots op hem.
Ook Marco en Elleke zijn trots op hun dochter, maar ze hebben haar ook op het hart gedrukt om nooit meer zo op eigen houtje van die gevaarlijke dingen te doen maar het altijd eerst thuis te bespreken. Ja, Marieke begrijpt dat wel, ze hééft ook gewoon niet goed nagedacht, het is nooit in haar opgekomen het thuis te bespreken. Maar Marco en Elleke laten haar ook merken dat ze trots op haar zijn. Joëlle en Anne hebben hun zusje met open mond aangekeken, ze konden hun oren niet geloven, is dát hun “kleine” zusje? “Wauw Mariek, wat stoer!!” zegt Anne, en Joëlle knikt, “Zeker stoer kleintje” zegt ze en ze geeft Marieke een aai over haar bol, “maar ik ben toch maar blij dat er niets ergs met je gebeurd is hoor”. Ja, daar is Marieke ook erg blij om want nu alles achter de rug is beseft ze pas goed hóé gevaarlijk het geweest is en als papa voorstelt om samen de Here God te danken voor het feit dat Hij zo goed voor de kinderen gezorgd heeft en dat Anco nu ook gewoon veilig thuis is, dankt ze met heel haar hart mee, ze wordt er helemaal warm van vanbinnen.
De volgende morgen gaan Janneke en Bart eerst Marieke halen en zo komen ze met z’n drieën op school aan. Blijkbaar weet iedereen al wat er gebeurd is want ze worden van alle kanten bestormd met vragen en krijgen schouderklopjes en bewonderende blikken. Ze voelen zich best wel belangrijk. Eenmaal in de klas haalt de meester Bart even naar voren, hij noemt Bart een echte held en ja, daar is Bart het eigenlijk bést wel een beetje mee eens, hij voelt zich ook een held. De rest van de dag blijven de kinderen vragen wat er allemaal in het bos gebeurd is en Bart vertelt het maar al te graag en zijn heldenrol wordt telkens ietsje groter…die Bart toch.
Wordt vervolgd…