Uw hand
Ik zag vandaag een mens, oh Vader,
wanhopig zoekend naar Uw hand,
een hart vol pijn en vol van wonden
het vertrouwen zَ geschonden,
een leven zo totaal gestrand.
Ik zag twee ogen naar mij kijken
boordevol van wanhoop Heer,
’t was als een schreeuw die niemand hoorde
toen die blik mijn hart doorboorde,
roepend: “help mij, ik kan niet meer”.
Ik voelde hoe een vraag zich vormde
binnenin dit mensenkind,
“is er iemand die kan helpen
om mijn pijn en leed te stelpen,
iemand die mij waardig vindt?”
Zo troosteloos was heel dit leven,
donker, elke deur op slot,
maar vanbinnen kwam dat vragen
naar die hand, om mee te dragen,
die schreeuw: “waar bent U toch, oh God?”
Ik zag twee andere ogen kijken,
hun blik ging dwars door alles heen,
die ogen schenen mij te vragen:
“jij kind, kunt toch helpen dragen?”
en dat ontroerde mij meteen.
Ik voelde hoe mijn hart zich vulde
met een liefde warm en goed,
hoe mijn handen opengingen
en daar kracht van Hem ontvingen,
en dat gaf mij zoveel moed.
ik reikte daar vandaag mijn hand
aan een gevallen mensenkind,
en hand in hand gaan wij nu verder
tot we komen bij de “Herder”
waar dit hart weer vrede vindt