Het venster naar mijn hart
Als er een venster was, waardoor je in mijn hart kon kijken,
of een stem, die mijn gedachten onder woorden bracht,
dan denk ik dat ik ’n ieder zou ontwijken,
ja, iedereen die nu nog vriend’lijk naar mij lacht.
Want heus, zo vaak heb ik niets goeds te overleggen
en telkens weer, oordeel ik veel te snel,
er is zoveel dat ‘k beter niet had kunnen zeggen
en zoveel wat ik niet moest doen, deed ik wel.
Hoe komt het toch dat ondanks mijn verlangen
het goed te doen, ik elke keer weer faal?
Dat ik het goede door ’t verkeerde laat vervangen,
dat kan toch niet, dat is toch niet normaal?
Ach, ‘k weet het wel, zelfs paulus heeft ’t ervaren
“als ik het goede wil, is ’t kwade mij nabij”
maar als ‘k Gods hand voel, strelend door mijn haren
en ‘k hoor Hem fluist’ren; kind je bent van Mij,
dan kan geen twijfel meer mijn hart belagen
Hem heb ik lief met al wat in mij is
voor Hem wil ‘k leven, Hem wil ik behagen
en ’t maakt niet uit of ik mij soms vergis.
Er is daadwerkelijk een venster diep vanbinnen,
want voor Gods ogen blijft geen ding verborgen,
maar telkens weer mag ik opnieuw beginnen
en Hij blijft ondanks alles voor mij zorgen.
Wie zou ooit groter liefde kunnen geven
dan Hij Die Zijn hemel leeggaf voor mij,
mijn Vader, de Koning van mijn leven
er is niemand die zoveel van mij houdt als Hij.