Wat dóé je?
Ik moest er zo aan denken dat als het om anderen gaat, we dikwijls zo gefocust kunnen zijn op hun daden. We zien het altijd zo goed hè? ieder foutje wordt zo opgemerkt. Ken je het gevoel bij jezelf van: oh, kijk nou, nou doet ze het wéér verkeerd terwijl de dominee er vanmorgen nog zó duidelijk over gepreekt heeft… Of: nou, nou, die moet nodig nog eens komen met z’n vrome opmerkingen, moet je zien hoe een puinhoop hij van zijn eigen leven maakt…
We “zien” altijd onmiddellijk het “zichtbare” terwijl er achter de schermen vaak zóveel om kan gaan in een mensenleven. We zien niets van de pijn die er zo dikwijls achter schuil gaat. Paulus schrijft in zijn brief aan de Korinthiërs het volgende: Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, die ons troost in al onze druk, zodat wij hen, die in allerlei druk zijn, troosten kunnen met de troost waarmede wijzelf door God vertroost worden. II Kor.1:3-4.
Het valt me zo op in dit stukje dat Paulus zegt dat wij anderen kunnen en mogen troosten met diezelfde troost die wij óók van de Here God ontvangen. Daarvoor is het wel nodig om het verdriet en de pijn in het leven van de ander te erkennen en te herkennen, en mensen lopen niet te koop met hun problemen, dus is het anderzijds een uitdaging om erachter te komen wat mensenharten beweegt. Echte interesse en een echt luisterend hart zijn hiervoor nodig, zodat we niet uitsluitend gefocust zijn op de uiterlijkheden, doch ook op het innerlijke van de mensen. En daarbij altijd het besef in ons hart meedragend dat óók wij die troost telkens weer van de Here God mogen ontvangen. Dat is best een uitdaging hè? Zullen we hem aangaan?