Vertederd.
Gistermorgen had ik Simon even in de tuin gelaten en de keukendeur, inplaats van op de gebruikelijk kier waar hij doorheen kan, even dicht gedaan. Hooguit 10 á 15 minuten, langer niet. En toen ik terugkwam en door het raam naar buiten keek…..? Toen zag ik een ravage!! Ik riep nee!! Simon foei! Maar ja, het kwaad was natuurlijk allang geschied. Hij had een rieten plantenpot met twee mooie geraniums erin, van een laag tafeltje getrokken en de inhoud over heel mijn straatje gesleept. De pot zelf was al half opgepeuzeld en de geraniums? Geen idee, waarschijnlijk ook verpulverd tussen de kiesjes van dit lieve ventje.
Zucht, blijkbaar is hij in een boevenstrekenfase! (is dit een bestaand woord?) Maar ach, als ik hem dan even later weer zo heerlijk zie liggen slapen dan ben je toch weer vertederd.
Zo vertelde mijn broer eens over zijn, toen nog kleine, meisje. Overdag was ze heel erg vervelend geweest en uiteindelijk hadden ze haar naar bed gebracht. Hij vertelde hoe hij even later nog eens bij haar ging kijken en hoe ze daar lag, de traantjes nog op haar wangen, de vuistjes nog gebald, maar zo heerlijk in slaap. En daar raakte hij ontroerd door en zijn boosheid over haar gedrag was meteen als sneeuw voor de zon verdwenen. Hij maakte de associatie tussen dit voorval en de relatie tussen ons en de Here God. Wij doen ook zo dikwijls de dingen nog fout, maar als Vader God dan op ons neerkijkt is Zijn hart vertederd want Hij houdt van ons. En dan kunnen onze vuisten soms ook nog gebald zijn, of de tranen op onze wangen nog niet eens opgedroogd maar als Hij naar ons kijkt loopt Zijn hart over van liefde voor ons!
Op een zondagmorgen in onze samenkomst stond de leider van de zangdienst op het podium te zingen. Het was midden in de zangdienst, de mensen stonden mee te zingen en vanuit de zaal kwam er een kleine jongen aangelopen. Hij liep doelbewust tussen al die mensen door en betrad het podium om zich daar naast zijn vader (want dit was de zoon van de zangleider) te posteren. De vader legde even zijn hand op het hoofd van de kleine jongen en hij stond daar heel stil, zomaar te genieten. Het was zo’n mooi en ontroerend beeld en ik heb daar ’s middags een gedicht over gemaakt en daarin ook de brug gemaakt naar de Vader/kind relatie die wij met onze hemelse Vader mogen hebben. Wij mogen zomaar stil genietend bij Hem zijn en Hij legt dan Zijn hand op ons hoofd, Zijn arm om ons heen en dan loopt Zijn hart, maar óók het onze, over van liefde. Wat een voorrecht om zó’n Vader te mogen hebben!
Vader en kind.
Zo’n leuke kleine man,
hij wilde naar zijn vader
en doelbewust ging hij
aan iedereen voorbij.
Hij stelde zich heel dicht
aan zijn vaders zijde,
en stond daar, ontroerend klein
zijn vaders kind te zijn.
De vader keek vertederd
naar zijn kleine zoon,
en legde zijn hand, licht
op het hoofdje en ‘t gezicht.
Beschermend en vol liefde
was de vader voor zijn zoon,
ze hoorden bij elkaar,
ze vormden zo’n mooi paar.
Een vader en zijn kind,
stil stond ‘k ernaar te kijken,
en terwijl ik daar zo stond
kwam er een glimlach om mijn mond.
Mijn Vader kijkt naar mij,
vertederd en bewogen,
en als ik aan kom lopen
heeft Hij Zijn armen open.
Zijn hand ligt op mijn hoofd,
Zijn armen om mij heen,
beschermend voor gevaar
in zo’n liefdevol gebaar.
Een Vader en Zijn kind
Hij en ik zo samen,
er is niets zo fijn
als dicht bij Hem te zijn.