Verlangend.
Wanneer ik ’s morgens vroeg wakker wordt is het al licht, een klein beetje zonneschijn probeert al door te komen en heel de natuur is al wakker. Hoe anders is dat in de winter. Dan is het donker en koud, alles heeft moeite met het ontwaken, en wanneer ik dan zelf op ben, verlangt alles in mij ernaar om weer tussen die warme dekens terug te kruipen, terwijl ik daar nu geen behoefte aan heb en zo dadelijk fijn aan mijn dag begin.
Het is wonderlijk hoe alles toch zo gemaakt is dat het naar het licht verlangt. Mens en dier, planten, bloemen en bomen. Alles richt zich naar het licht. Er zijn zelfs mensen die in de winter een soort kunstlicht nodig hebben waar zij dan in- of onder- gaan zitten omdat ze anders depressief worden. Vanaf de eerste dag was het de bedoeling dat de schepping in het licht zou leven. In Genesis al kun je lezen hoe de Here God als eerste dat licht schiep. Gen.1:2-5 ; De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. En God zeide: Er zij licht; en er was licht. En God zag, dat het licht goed was, en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag.
Op de eerste dag schiep God licht. Pas daarna werd al het andere geschapen, met uiteindelijk de mens als kroon op de schepping. Licht is heel belangrijk, door heel de Bijbel heen kun je dat lezen. Ook staat er dat God licht is, dat er in Hem geen enkele duisternis is. Wij zijn geroepen uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. De schepping, die in het licht gemaakt is, voor het licht bedoeld was, is in de duisternis terecht gekomen, maar zoals een bloemzaadje uiteindelijk door die aarde heen naar boven, naar het licht, groeit, zo mogen ook wij dwars door het donker heen dat licht opzoeken. Dat licht waarin we kunnen groeien en bloeien, dat licht waar we blij van worden en die elke depressiviteit doet verdwijnen, we hebben niets met duisternis te maken, wij zijn kinderen des lichts, zó was het bedoeld en zó mag het zijn.
Psalm 97:10-12: Gij die de Here liefhebt, haat het kwade; Hij, die de zielen van Zijn gunstgenoten bewaart, redt hen uit de goddelozen hand. Het licht is voor de rechtvaardige gezaaid, en vreugde voor de oprechte van hart. Gij rechtvaardigen, verheugt u in de Here en looft Zijn heilige naam.
Zoals het deze morgen fijn is om te luisteren naar de natuur, naar mooie muziek, een goed ontwaken zonder een terugverlangen naar mijn bed, zo mogen wij ook geestelijk ontwaken. Wakker worden en genieten van al wat God geeft en doet, zónder terug te verlangen naar de duisternis, naar een “geestelijk slapen”. Het is tijd om wakker te worden en te blijven, maar in het licht van God is dat niet moeilijk, dat geeft ons vreugde voor elke nieuwe dag.