Tegen de storm in…
Tegen de storm in…
Soms heb je het idee
dat je haast niet vooruitkomt.
Je tornt tegen de wind
en wordt terug geblazen.
Je worstelt dapper verder
en duwt jezelf naar voren,
maar de storm lijkt steeds maar harder te gaan razen.
—
En dan sta je daar
met je rug tegen een muur,
je kunt geen kant meer op
en eventjes lijkt al je kracht verdwenen.
Maar hé vat nieuwe moed
want die muur die houdt je tegen
om nog verder achteruit te moeten benen.
—
Die muur is geen obstakel,
die muur is juist een zegen,
hij geeft steun en houdt je staande
op ‘t moment dat je de moed op wilde geven.
Dus recht je rug, hef op je hoofd
en richt je blik naar boven
naar waar de Vader is die waakt over jouw leven.
—
Die hand van boven,
die zachte stem, die warme liefde
die je ziet en hoort en voelt,
die júíst op die momenten zo diep raakt van binnen,
dat is Vaders hart,
en dat is Vaders hand
die jou wil helpen om nieuw te beginnen.
—
Hij zorgt voor rust
en in Zijn luwte
gaan je voeten stap voor stap
op de weg die al voor jou is uitgedacht.
Maar nooit hoef je alleen,
Hij zelf gaat met je mee
en geeft je voeten onvermoede kracht.
—
Aan Vaders hand is er geen storm
die jou nog weg kan blazen.
Hij houdt je vast en duwt je voort,
en al laat de storm je beven,
Zijn rust daalt neer
diep in je hart,
als je alle dingen in Zijn hand wilt geven.