Smaakmakers!
Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout zijn kracht verliest, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe dan om weggeworpen en door de mensen vertreden te worden. Gij zijt het licht der wereld. Een stad die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Ook steekt men geen lamp aan en zet haar onder de korenmaat, maar op de standaard, en zij schijnt voor allen die in het huis zijn. Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken. Matth.5:13-16.
De Here Jezus zegt hier tegen de discipelen en dus ook tegen ons, dat wij het zout der aarde zijn, wij zijn degenen die “smaak” moeten brengen aan en in deze wereld. Wij zijn degenen die “het verschil” moeten maken… maar dóén we dat ook? De Here Jezus zegt niet “bréng het zout, of spréék over het zout” nee, Hij zegt dat wij het zout moeten “zijn”. Het gaat om het principe, we kunnen niet tot een zegen zijn voor de mensen als we alleen maar vanaf de zijlijn onze goede adviezen roepen en niet bereidwillig zijn om onze handen vuil te maken. De Here Jezus kwam óók naar deze aarde, Hij wérd een mens om ons te kunnen helpen. Hij dook middenin de ellende en de vuiligheid en het geweld. Hij kwam er niet ongeschonden vanaf, Hij werd aan alle kanten miskend en mishandeld, maar Hij zorgde ervoor dat ieder mens de mógelijkheid heeft om zijn of haar Vader te mogen ontmoeten. En wat Hij hier als boodschap meegeeft is: doe het net als Ik, ga ervoor, beweeg je midden tússen de mensen en blijf er niet boven verheven. Ga oog in oog met ze, met andere woorden, kom op gelijke hoogte met je medemens.
Weet je, wij zijn zo gauw geneigd om te spreken over de Here Jezus, te vertellen wat Hij toch allemaal voor ons betekent, en met onze woorden proberen we een ander te overtuigen, en ook met ons gebed denken we goede zaken te kunnen doen. Nou is gebed een machtig wapen waar ik absoluut niets aan wil afdoen, maar het principe is: “bidden én werken”. Onze handen vuil maken door die ander te helpen dragen, dragen van pijn, van zorg, van moeite, helpen waar dat mogelijk is en waar het uiteraard ook binnen onze mogelijkheden valt, iets doen en niet alleen maar iets “zeggen”.
Als je vers 16 leest, dan staat daar dat wij óns licht moeten laten schijnen, er staat niet dat wij moeten vertellen over het licht dat de Here Jezus kan brengen.. weet je, dat is iets wat veelal niet begrepen wordt. Joh.8:12 : Wederom dan sprak Jezus tot hen en zeide: Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben. Dús… als wij dan óns licht willen laten schijnen, dan zullen we Hem, de Here Jezus, moeten volgen. Wij moeten dat zout zijn, wij moeten óns licht laten schijnen, en dan kan het niet verborgen blijven dat wij kinderen van de allerhoogste God zijn, het is de bedoeling dat we de Here Jezus tónen aan de wereld om ons heen door onze handel en wandel. Dat is de boodschap die de Here Jezus hier doorgeeft en door hier gehoorzaam aan te zijn, zullen de mensen door onze “wérken” ook onze Vader in de hemel gaan verheerlijken!