Schoonheid tussen scherven…
Als ik van mijn huis naar de snelweg rijd dan is in een bocht van de afslag naar de snelweg een klein stukje waar een heel aantal klaprozen staan te bloeien. Met hun prachtige rode kleur staan ze te stralen midden tussen een laag gebroken stenen. Ze staan niet in het gras maar echt tussen de scherven van de stenen die daar in die bocht liggen en ze vormen zo’n prachtig teer schouwspel. Elke keer als ik er langs rijd wordt mijn blik erdoor getrokken en geniet ik van hun blije, kleurige schoonheid te midden van de grauwheid van het asfalt.
Sommige dingen kunnen me zo diep raken en weet je, ware schoonheid heeft geen stem nodig, echte schoonheid, in welke vorm dan ook, komt regelrecht je hart binnen en dat is met deze klaprozen ook zo.
In eerste instantie is het de kleur die mijn aandacht trekt, het springt boven de grauwheid uit en valt op. Dan, als je nauwkeuriger kijkt dan zie je daar hele fragiele stelen die, ondanks dat ze er kwetsbaar uitzien, de bloemen keurig rechtop houden, een heel eind boven de scherven uit. Ze zijn er letterlijk bovenuit gegroeid.
Een stukje schoonheid daar waar het eigenlijk niet thuis lijkt te horen maar toch staan ze daar aan de rand van de snelweg vlakbij de voorbijrazende auto’s. Ik werd ontroerd door dit beeld. Het deed me denken aan de wereld waarin wij leven, een gebroken wereld met zoveel gebroken mensen. Een wereld die steeds donkerder wordt, steeds grauwer en steeds ellendiger, een wereld waar iedereen elkaar voorbij lijkt te jakkeren. Een wereld vol scherven…
Te midden van al die scherven mogen wij groeien en bloeien, we mogen boven de scherven uitgroeien, onszelf onderscheiden zodat de mensen het zien. Zo fragiel als de stelen van de klaproos zijn, zo kunnen ook wij ons vaak voelen, te zwak, te klein…
Maar het mooie van dit alles vind ik het feit dat de klaproos weliswaar kwetsbaar oogt, maar zich toch prima staande houdt want ik bewonder haar schoonheid nu toch al een tijdje. De wortels van deze klaprozen hebben onder de scherven een bodem gevonden waarin zij zich verankerd hebben. Die verankering komt niet vanuit de grond maar vanuit de plant en dit maakt haar sterk.
Wij zijn bedoeld om te stralen, om ons te onderscheiden van deze wereld en dat kan. Als wij onszelf verankeren in Hem, als wij onze kracht ophalen bij Hem, dan kan het niet anders dan dat we opvallen en opgemerkt worden. Wij zijn bedoeld om Gods liefde uit te dragen, om mensen te raken met de schoonheid die de Here God in ons gelegd heeft.
Deze wereld is uiteengevallen in scherven, alles wat door de Here God eenmaal zo mooi gemaakt was is kapotgegaan, en wij mogen zijn als zo’n klaproos, in al onze zwakheid en kleinheid zijn we door de Here God in deze gebroken wereld geplaatst, ieder op ons eigen plekje, als een stukje schoonheid tussen de scherven…