De bijbel leert ons dat het woord van God een wapen is, o.a. in Efeze en in Hebreeën kunnen we daarover lezen. Het woord van God wordt vergeleken met een zwaard (Efeze) en in de Hebreeënbrief wordt zelfs gezegd dat het scherper is dan enig tweesnijdend zwaard. Het woord van God is ons wapen, wij mogen en we móéten zelfs, dit zwaard ter hand nemen en het daadwerkelijk gebruiken, toepassen op elke situatie waarin wij terecht komen.

Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten. Hebr.4:12

Bijzonder dat dat er zo staat geschreven, nl. dat het woord Gods overleggingen en gedachten des harten schift. Schiften betekent: Het goede afzonderen. Het woord van God is in staat om het goede in ons hart af te zonderen. Ik heb er weleens over nagedacht wat nou het verschil is tussen “gedachten” en “overleggingen” des harten. Gedachten zijn als het ware “ingevingen” ze komen ineens bij je op en daar kun je niets aan doen, ze zijn er gewoon. Maar overleggingen gaan een stapje verder, overleggingen zijn gedachten waar je mee aan de slag bent gegaan, je hebt ze in je hart toegelaten en je bent ze aan het bekijken en aan het uitspinnen en ze worden breder en breder. En nou kun je goede overleggingen hebben, maar ook heel gemakkelijk verkeerde overleggingen, en dan is het belangrijk om het woord van God te lezen en te gebruiken in ons leven om uit die gedachten en overleggingen het goede af te zonderen. Maar hoe leer je nu de kracht van Gods woord kennen? Door erin te lezen en de woorden die er geschreven zijn, diep in je te laten doordringen. Door ze ook een (prominente) plaats te geven in je hart. Een plekje waar het mag zijn en waar je het zó kunt pakken als je het nodig hebt, als je het wilt- en moet toepassen in je leven. Gods woord heeft zijn plaats nodig in ons hart, in ons leven. Het moet in ons een plaats “innemen”, maar om dat te kunnen is het zaak om er plaats voor vrij te maken.

In II Kor.10 kunnen we lezen hoe Paulus ons leert dat we verkeerde bedenksels krijgsgevangen moeten maken en ze brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus. Hier wordt gesproken over een strijd die we te voeren hebben. Die verkeerde gedachten mogen we niet toestaan om in ons hart te blijven, we moeten ze gevangen nemen, ze weghalen en daarvoor in de plaats mogen we het woord van God brengen.