Willekeurige bemoediging
  • Ik heb de liefde lief.
    I Corinthiërs 13:1-8 (uit Het Boek) Als ik wel de talen van mensen en engelen zou spreken, maar geen liefde heb, klink …
Recente reacties
Archief

CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

Omzien.

Draagt elkanders lasten…. Gal.6:2a.

Dit is een opdracht die aan ons gegeven wordt een opdracht uit Gods Woord, maar waar dikwijls nog te weinig gehoor aan gegeven wordt. Ik wil hieronder een paar kleine verhaaltjes schrijven, waaruit verschillende opvattingen van dit woord naar voren komen.

Er zijn twee hoofdpersonen die we voor het gemak Piet en Coby zullen noemen.

Het is 10 uur in de morgen, Piet komt uit zijn huis naar buiten lopen. Hij snuift eens diep en geniet van de heerlijke frisse lucht. Wat ziet alles er toch weer mooi uit, de prachtige mooie bloemen en bomen, de kwetterende vogels die blij hun lied zingen. Hij zegt: “Oh dank U Heer, voor deze mooie dag, dank U dat ik blij mag zijn, dank U voor alle goede dingen die U mij elke dag weer geeft. Dank U Heer, dat ik me zo gelukkig mag voelen en als er mensen zijn die níét zo blij en gelukkig zijn, brengt U ze dan maar op mijn pad, dan kan ik ze misschien helpen of bemoedigen. Want ik wil graag dienstbaar voor U zijn hoor”. En zo loopt hij verder. Hé, wie komt daar aan? Dat lijkt Coby wel, nou nou, die ziet er ook weer lekker opgewekt uit zeg, ze loopt erbij alsof ze de ellende van de hele wereld moet torsen. Ik hoop maar dat ze me niet ziet, misschien kan ik nog ongezien … néé hè, te laat, kan ik zeker weer naar al dat gejammer luisteren, alsof ik dáár zin in heb. Piet doet gemaakt opgewekt en zegt: Hé hallo Coby, leuk je te zien, hoe gaat het met je? Wat een prachtige dag hè? Coby klaagt: nou, ik zou het niet weten hoor, voor mij is de ene dag nog ellendiger dan de andere, altijd maar problemen, altijd maar zorgen, er komt nooit een einde aan. Ik heb het zó zwaar…….zucht…..! Ach, zegt Piet, wat is dát erg voor je zeg, als ik kon zou ik het zó van je overnemen (en dan opgewekt..) maar ja, dát kan nou eenmaal niet hè? Maarre, weet je wat? Ik zal voor je bidden hoor, nou dag hè, het beste… en zo gaat hij.

Draagt elkanders lasten, Dit zijn Gods woorden, maar de praktijk?

Het is zondagmorgen, de dienst is net begonnen en Coby en Piet zijn er alletwee. De zangdienst is bezig, kijk Piet nou toch eens blij zijn vandaag, hij gaat er zelfs bij staan en klapt in zijn handen. “Ik verblijd mij zeer in de Heer”… kijk, hij steekt zelfs zijn handen omhoog, hij is zó blij. Coby zit er maar somber bij vandaag, ze zingt nauwelijks mee en denkt: ze zullen dat lied wel speciaal voor mij hebben opgezocht, poeh, ze moesten eens weten hoe moeilijk ik het heb, als zij het zó moeilijk zouden hebben, dan zongen ze het óók niet mee, en moet je die Piet zien, wát een uitslover zeg. Kijk, iedereen is blij, behalve ik. En maar praten over de liefde van God, nou ik merk er niks van. Het lijkt wel alsof iedereen gezegend wordt behalve ik en er is nou nooit eens iemand die echt belangstelling voor mij heeft. Oei, wat is dat? de preek al klaar? waar ging het over? Oh, we moeten gaan staan om de zegen te ontvangen, huh, ik ga altijd braaf staan maar een zégen ontvangen? no way! Grote grutjes, daar komt Piet, wat zou die nou weer willen? (Daar komt het masker) Hoi Piet, fijne dienst hè? Jazeker, geweldig, vindt Piet, ik heb écht een zegen ontvangen vanmorgen en Coby denkt, zie je wel, hij wel en ik weer niet! Piet zegt: ik vond je er wat somber bijzitten Coby, is er iets aan de hand, heb je problemen? Coby ontploft bijna, problemen? problémen? ja, dát kan je wel zeggen, ik baal er van, altijd die ellende. Maar Coby, je weet toch wel dat de Here je altijd wil helpen? zegt Piet. Ja, zegt Coby, dat kan jij gemakkelijk zeggen, jij zit er niet mee en als jij zegt dat de Here kan helpen dan wil ik dat weleens eerst zien en kom me niet met vrome praatjes aan. Piet stort zichtbaar in en zegt: ja, je hebt wel gelijk, wat een ellende allemaal en ik ben zelf óók maar een zwak mens, bah, wat vreselijk allemaal, nou tot ziens… en met gebogen schouders gaat Piet naar huis.

Draagt elkanders lasten, Gods woorden, ónze praktijk, je begint te dragen, maar laat je té snel meetrekken in de diepte van die ander…….

Het is avond geworden, Piet is bezig met zijn avondgebed. Hij bidt óók voor Coby omdat hij weet dat ze het moeilijk heeft en omdat hij zich toch schuldig voelt dat hij het eigenlijk te licht heeft opgenomen. Hij bidt om vergeving voor het feit dat hij in eerste instantie weerstand had gevoeld toen hij Coby eerder die week tegenkwam en hij bidt met heel zijn hart: “Ach Here, wilt U Coby zegenen en haar blij maken, wilt U Uw licht in haar leven laten schijnen zodat ze ook al het goede zal kunnen zien, alle fijne dingen, Uw grote liefde voor haar…” Op datzelfde moment zit Coby thuis en probeert zo goed en zo kwaad als mogelijk is om zelf óók te bidden, maar ze is wanhopig en ze róépt tot God: “Oh Here, ik kán niet meer verder, ik weet me geen raad meer, ik zie géén uitweg, wilt U toch iemand sturen die mij kan helpen, ik heb het al zó lang zélf allemaal geprobeerd, maar nu weet ik het écht niet meer, oh Heer, hélp alstublieft!” Piet is thuis nog steeds aan het bidden en opeens spreekt de Here tot zijn hart: “Piet, Ik wil dat je naar Coby toegaat, Ik wil dat je haar Mijn liefde toont. Ik wil dat je haar gaat helpen om alle problemen bij Mij te brengen, toe maar, ga maar”. Ja, maar Here, zegt Piet, de vorige keer heeft ze mij gezegd om niet met vrome praatjes aan te komen, en eigenlijk dúrf ik niet zo goed. Wees maar niet bang Piet, Ik ga met je mee en Ik zal je helpen”. En zo gaat Piet op stap…. Als hij bij Coby voor de deur staat, is hij nog wel wat zenuwachtig maar hij belt tóch aan. Coby is verbaasd maar óók heel blij als ze ziet wie er voor de deur staat en nog vóórdat Piet iets kan zeggen, begint ze zelf al te vertellen hoe ze heeft gebeden en hoe ze een noodkreet naar de Here heeft gedaan en ze vertelt al haar ellende aan Piet. Deze luistert aandachtig en is dankbaar dat hij gehoorzaam is geweest. Híér kan de Here hem gebruiken, híér is hij nodig. Als Coby is uitgesproken vertelt hij haar over de liefde van God, die altijd blijft, wát er ook gebeurt, hij vertelt haar dat hij door de Here naar haar toegestuurd is, en hij stelt haar voor om samen naar Hem toe te gaan en alles aan Zijn voeten neer te leggen. Samen brengen ze de dingen biddend bij de Here en de Here zegent hen beiden. Na het gebed voelt Coby zich alsof er een last van haar schouders is afgenomen. Haar problemen zijn nog niet opgelost, maar ze heeft ze bij de Heer kunnen brengen en dat maakt haar blij, want Hij zal er verder voor zorgen. Voordat Piet weer naar huis gaat zegt hij nog: ik zal voor je blijven bidden hoor, en voortaan kom ik wat vaker bij je langs. En áls er iets is, of ik kan je ergens mee helpen, bel me maar gerust, oké? En zo gaan ze uit elkaar, beiden met een blij en dankbaar hart.

Draagt elkanders lasten, Gods woorden, Gods manier…?

Een opdracht die God geeft,
elkanders lasten dragen,
niet altijd even licht,
tóch wil Hij ons dit vragen.
Zó omzien naar elkaar
ontferming kunnen geven,
dát is toch wel ten diepste
het doel waarnaar wij streven.


facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail


3 + = 4