Willekeurige bemoediging
  • 10 december 2006
    De Here kent de dagen der vromen, en hun erfdeel zal voor altoos bestaan; in boze tijd zullen zij niet …
Recente reacties
Archief

CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

Mopperkrent!

raisin[1]Mijn zoon heeft een poosje Tupperware verkocht en zo had hij destijds ook op een kerstmarkt in Veere gestaan, een Dickensmarkt waarvoor hij ook een Dickens kostuum had gehuurd. Op de laatste bijeenkomst van Tupperware dat jaar wilde hij graag iets leuks doen en hij had mij gevraagd of ik niets wist. In eerste instantie had ik geen idee maar toen van lieverlee kwamen er wat gekke dingen naar boven borrelen en toen heb ik één van de Tupperware kommen als inspiratie gebruikt. Een kom die mijn moeder al heel haar oliebollenbakkende leven gebruikt, een hele grote halfronde kom waar je alle ingrediënten voor de oliebollen in kunt doen, alleen maar hoeft te schudden, en dan hoeft te wachten tot het deeg gerezen is en je de oliebollen kunt bakken. (dit even ter verduidelijking zodat je het verhaal een beetje begrijpt.) Het is zomaar een lekker gek verhaal zo vlak voor het einde van het jaar. Veel plezier en succes bij het bakken van jullie eigen oliebollen:-)

——————————

Mopperkrent!

Het is 31 december en in de keuken van de familie Dickens is het een drukte van belang. De hele dag is er gekookt en gebakken. De dikke amandelkrans ligt welgemoed te glimmen terwijl de warme koekjes, vers uit de oven, liggen af te koelen. Op het aanrecht staan nog een paar kommen en schaaltjes te wachten tot er een hand komt om ze op te pakken. In het eerste schaaltje zitten de rozijntjes, ze zijn wat ongedurig. Ze wachten nu al de hele dag en er gebeurt niets. In de kom ernaast zit het meel, “joehoe”, roept een rozijntje naar het meel, “wacht jij ook al zo lang?” Het meel was wat ingedommeld en schrikt wakker, “Ja, ik ben er moe van”, roept het meel terug. Aan de andere kant van het meel staan de krentjes. De meeste krentjes zijn chagrijnig en de grootste chagrijn heet mopperkrent. Mopperkrent is berucht omdat hij altijd voor onrust zorgt en ook nu gaat hij flink tekeer. “Tjonge jonge” zegt hij, “zit je hier in een kom en inplaats van wat ruimte voor mezelf zitten we op elkaar geplakt, wat een ellende”.

Vader Dickens merkt niets van al het gemopper en gaat rustig zijn gang in de keuken. Hij weet het zelf niet maar hij zal voor wat opschudding gaan zorgen. Hij pakt een grote superkom en neemt het kommetje met rozijntjes van het aanrecht. Voor ze er erg in hebben glijden ze met zijn allen de kom in, sommige rozijntjes geven een gilletje van schrik. “Wat gebeurt er, wat gebeurt er?” roept mopperkrent. Maar voordat de rozijntjes antwoord kunnen geven worden ook de krentjes in de kom gegooid. Direct daarop volgt het meel dat met een grote vaart bovenop hen wordt gekwakt. “Ga van me af gek”, roept mopperkrent gesmoord. Hij stikt bijna onder het zware gewicht van het meel. “Doe niet zo flauw”, roept het meel, en alsof iemand hem gehoord heeft wordt er een hoopje zout bij de ruziemakers in de kom gegooid. Mopperkrent roept kwaad tegen het meel dat het nóú uit moet zijn. “Ik deed niks”, zegt het meel dat nu ook kwaad wordt. “Je hoeft niet zo op te stuiven hoor”, roept mopperkrent. Het meel is woest en roept naar de rozijntjes: “Hé, is er iemand die op die krent wil gaan zitten? dan hoor ik hem tenminste niet meer”. Ineens schrikt iedereen, vader Dickens giet een scheut melk in de kom. “Ik ben helemaal doorweekt”, roept mopperkrent, “daar word ik altijd zo gerimpeld van”. “Zo”, horen ze een stem boven zich praten, “nog even dit erbij en dan maar rijzen”. Vader Dickens gooit het gist in de kom bij de andere ingrediënten die inmiddels helemaal in rep en roer zijn. “We gaan op reis, we gaan op reis”, roepen de rozijntjes, “ja, zal wel”, roept mopperkrent, “naar de wintersport zeker, hahaha”, lacht hij zoetzuur. “Nee, we gaan vast naar een warm oord waar we lekker bruin kunnen bakken” juichen de rozijntjes. Vader Dickens doet het deksel op de kom en schudt hem flink heen en weer. “Au, au”, roept mopperkrent, “we zitten in een tunnel en we hebben een lekke band”. “Ah bah”, roept het meel, “ik plak aan alle kanten”. De rozijntjes giechelen een beetje, ze proberen zich los te wurmen maar het lijkt wel of ze een elastieken jasje aan hebben, ze komen er niet los van. Zo zitten ze met elkaar in de kom, op reis naar………? Na een half uurtje rijzen roept mopperkrent, “wwhhhwwhhkkzzzmmnn”, “wat”? roept het meel. Maar mopperkrent kan geen woord uitbrengen, hij zit klem tegen het deksel van de kom. Ach, nu krijgen de rozijntjes toch medelijden met mopperkrent. “Kom, we gaan helpen”, roepen ze, en met vereende krachten duwen ze net zolang tot het deksel met een plof van de kom schiet. Ze hebben het er warm van gekregen. “Pffoe” zucht mopperkrent, “hadden jullie dat niet een beetje eerder kunnen doen?” Als vader Dickens in de keuken terug komt kijkt hij tevreden in de kom, prima, mompelt hij. Hij pakt een mooie glimmende ijsschep, “zie je wel, wintersport” roept mopperkrent. De ijsschep schept mooie bollen van het deeg die vervolgens in de hete olie worden gedaan, “oei, ai, au”, klinkt het uit de pan, het deeg in de kom probeert over het randje te kijken en het is mopperkrent die het uiteindelijk lukt om er net bovenuit te komen. “Bah,bah,bah”, roept hij naar beneden, “volgens mij zitten we in Afrika, het is hier zo heet dat we in no time hartstikke bruin worden”. Als hij zelf aan de beurt is om in de hete olie gegooid te worden schrikt hij zich een hoedje maar houdt zich groot. De andere deegballen kermen en eentje roept heel hard: “haal me eruit, heeeeelp”. “Hou je mond, halve gare”, roept mopperkrent.

Oliebollen[1]Als al het deeg op is worden de mooie bruine bolletjes in een prachtige schaal gelegd en op de feestelijk versierde dis gezet. Ze staan samen met de dikke krans en de geurende koekjes te wachten tot het feest gaat beginnen. Vlak voor de gasten komen pakt vader Dickens de poedersuikermolen en begint hem vlak boven de bruine bolletjes te draaien. “Ben ik nou gek?” mompelt mopperkrent, Snééuw???? Ja, wat is het nou, wintersport of zonvakantie? zit hij te schelden. De rozijntjes en het meel lachen, zij vinden het allang prachtig, oudjaar en sneeuw, dat hoort bij elkaar als……..eh…..nou ja, als een oliebol en poedersuiker!

 

 

 

 

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail


6 + = 8