Met je rug tegen de muur.
Heer, ik wil horen
Uw zachte stem
Laat and’re stemmen in mij zwijgen
Open mijn ogen Heer
Opdat ik het licht
Van Uw aangezicht zal zien.
Dit is het laatste couplet van nr. 245 uit de Opwekkingsbundel. Dit couplet kwam mij vanmorgen in gedachten.
Ik was bezig met de vraag hoe het toch komt dat mensen keer op keer eerst met hun rug tegen de muur terecht moeten komen alvorens ze begrijpen dat de weg waarop ze gaan niet de weg van God is, dat de plannen die ze uitvoeren niet Gods plannen zijn. Mensen die ervoor gebeden hebben, mensen die God geraadpleegd hebben, mensen die Hem gezocht hebben maar die Hem blijkbaar niet gehoord hebben. Mensen die dan weer opnieuw tot de conclusie komen dat ze (naar hun idee) “gefaald” hebben.
En terwijl ik met die gedachte bezig was realiseerde ik mij dat ik dit lied aan het zingen was. Juist dit coupletje. Ik heb het hele lied even opgezocht en als ik dan het eerste vers erbij haal dan zegt dat:
Hier in Uw heiligdom
Dicht bij de troon
Vraagt Uw aanwezigheid ons stil te zijn
Zo komen wij tot U
Met heilig ontzag
Als Uw Geest ons trekt tot U
In de aanwezigheid van de Here God kun je niet anders dan stil worden. Als we onszelf gereinigd hebben en écht in die intimiteit zo heel dicht bij Hem zijn, hebben we geen woorden meer, dan ben je stil, alleen maar stil.
Eerst die reiniging, die is nodig, er staat in Psalm 24:3-4a:Wie mag de berg des Heren beklimmen, wie mag staan in zijn heilige stede? Die rein is van handen en zuiver van hart.
Ja maar de Here Jezus is toch voor onze zonden gestorven, dan zijn we toch rein? Ja en nee. Het offer van de Here Jezus was een volmaakt offer en heeft ons gereinigd van zonde, maar dat neemt niet weg dat we nog steeds vuil kunnen worden, dat we dingen kunnen doen die ons hart en onze handen bezoedelen, en voordat we dan echt tot God kunnen naderen is het noodzakelijk dat we éérst opnieuw die dingen belijden en zo onszelf daarvan reinigen.
Ik denk dan altijd maar aan dat moment dat de Here Jezus daar aan dat kruis uitriep “Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten?”. Weet je, dat was niet echt een vraag, Hij wist waarom God Hem alleen liet op dat moment. De reden dat Hij dat uitriep, de reden dat het in de Bijbel vermeld staat is zodat het voor ons duidelijk zou worden dat God geen gemeenschap met zonde kán hebben. Dat Hij zélfs Zijn geliefde Zoon alleen moest laten op het moment dat de Here Jezus onze zonde op Zichzelf nam. Duidelijker dan dit kon Hij het niet maken.
Maar dit te weten is de sleutel tot intimiteit met de Here God. Dit zijn dingen die vaak niet duidelijk gemaakt worden, we zijn tegenwoordig veel te veel gewend aan het feit dat God een God van liefde is, dat Hij ons de dingen niet aanrekent, dat Hij alles wel in goede banen leidt. Daardoor hebben we er niet altijd erg in dat we zonder die specifieke reiniging, elke keer als we tot God willen naderen, niet eens dicht in Zijn buurt kunnen komen, dát is ook de reden dat mensen Zijn stem niet horen, dat ze Hem niet verstaan en uiteindelijk wéér met hun rug tegen de muur komen te staan.
Reiniging en heiliging, onze handen en harten schoon maken, léég maken van onze eigen wensen, onze eigen gedachten zodat de plannen en gedachten van de Here God die plaats in kunnen nemen.
Die ene regel in dat laatste couplet zegt: Heer ik wil horen Uw zachte stem, laat and”re stemmen in mij zwijgen. Dus óók de stem van onze eigen wensen, plannen en gedachten! Laat het stil binnen in ons zijn zodat we Zijn stem kunnen horen en verstaan, succes gegarandeerd!