Ik kijk terug en zie het spoor…
Ik kijk terug…
Ik kijk terug en zie het spoor
dat mij tot hiertoe heeft gebracht.
Heb ik de juiste weg genomen,
zou ik sowieso hier zijn gekomen?
of ben ik afgedwaald bij nacht?
—–
Ik kijk terug en zie de weg,
althans, zo ver mijn blik kan zien,
een weg met bochten en met kuilen
een weg van lachen en van huilen,
toch de verkeerde weg misschien?
—–
Ik kijk terug en mijn gedachten
gaan mee terug de diepte in.
Ze brengen mij langs al mijn dagen,
langs al mijn zorgen, al mijn vragen
tot ik terug ben bij’t begin.
—–
Daar aan’t begin is ook het eind
want verder terug kan ik niet meer,
en dan opnieuw blik ik naar voren
en is het of ik U kan horen,
U zegt: “Kind, twijfel toch niet zo zeer.
—–
De weg waarlangs je bent gekomen
was soms een moeilijk zwaar terrein,
er waren dagen zwart als nachten
waar je op ’t licht had willen wachten
maar je ging verder, stil en klein.
—–
Ik heb je gezien in al je worstelen,
In je verdriet en in je pijn,
Ik heb gehoord je stille klagen,
voelde de last die jij moest dragen
en kon alleen maar bij je zijn.
—–
Ik was dicht naast je elk moment
en slechts een fluist’ring uit jouw mond
deed Mij Mijn armen om je heen slaan
want echt, Ik liet je nooit alleen gaan,
kijk naar de sporen in de grond!”
—–
Mijn hart bloeit op bij deze woorden,
Ik voel een diepe, warme gloed,
Heer ‘k heb U lief met heel mijn wezen,
en dicht bij U nooit iets te vrezen,
bij U is het veilig, licht en goed!