Iemand anders zijn.
Verkleedkleren, ik denk dat het vooral op kinderen een enorme aantrekkingskracht heeft. Je kunt iemand anders zijn, je vóélt je dan ook anders, en het is leuk en onschuldig. Ik denk dat we het allemaal weleens gedaan hebben. Toch is het typisch dat in ieder mens wel eens een stukje verlangen zit om anders te zijn dan je bent. Iemand met krullen wil stijl haar en andersom, dikke mensen willen slank zijn en te dunne mensen willen liever wat dikker zijn, en arme mensen willen rijk zijn terwijl de rijken het vaak meer als een last ervaren. Kortom, er is best wel veel ontevredenheid. Het heeft niet eens zozeer met jaloezie te maken als wel met juist die ontevredenheid. Geen vrede hebben met wat, wie, hoe je bent en wat je hebt.
Eigenlijk ligt hieraan ten grondslag dat niemand zich ooit helemaal echt 100% tevreden voelt en er altijd nog iets te wensen overblijft. Dat kan ook haast niet anders want toen God de mensen maakte, waren zij volmaakt, echt helemaal zonder enig gebrek. Toen zij echter in zonde vielen, hebben zij iets verloren. Daar heeft de mens zijn glans verloren. De mens was niet meer 100% volmaakt en daardoor is er dat gevoel van gemis gekomen.
Als Adam en Eva elkaar bekeken zagen zij de glorie van God, maar op het moment dat zij zondigden zagen zij ineens dat ze naakt waren.
II Kor.5:1-4: Want wij weten, dat, indien de aardse tent, waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis.Want hierom zuchten wij: wij haken ernaar met onze woonstede uit de hemel overkleed te worden, als wij maar bekleed, en niet naakt, zullen bevonden worden. Want wij, die nog in een tent wonen, zuchten bezwaard, omdat wij niet ontkleed, doch overkleed willen worden, opdat het sterfelijke door het leven worde verslonden.
Adam en Eva werden óntkleed, zij verloren, door de zonde, de heerlijkheid waarmee God hen bekleed had én het vanzelfsprekende recht op eeuwig leven. Tóen kwam de Here Jezus, Hij betaalde de prijs voor de zonde opdat wij zouden leven en weer in de gelegenheid zijn om voor eeuwig bij de Here God te mogen leven in Zijn eeuwig huis. Blijft nog de vraag of wij naakt of bekleed bevonden zullen worden? In Openbaring wordt een brief geschreven aan de gemeente te Sardes, die zeker ook voor de gemeente van vandaag, voor ons persoonlijk, nog zeer actueel is en daar wil ik voor vandaag mee eindigen. Wellicht kunnen wij er ons voordeel mee doen?