Hij noemt mij vriend!
We zijn zo dezer dagen opnieuw op weg naar Pasen en dan denk je nog weer eens extra hierover na, ook over wat er gebeurde in de hof van Getsemané nadat de Here Jezus daar zó in gebed gestreden had. We hebben gisteren al goede vrijdag gehad, maar vandaag wil ik toch hier nog iets over zeggen.
Als de Here Jezus met Zijn discipelen die hof verlaat, komt daar een grote schare mensen aan met stokken en zwaarden, om Hem gevangen te nemen. Daaronder bevond zich ook Judas, de verrader die gezegd had tegen deze schare, let op, diegene die ik zal kussen díé is het die je gevangen moet nemen. En terwijl hij op Jezus toeloopt groet hij Hem en kust Hem. Maar wat de Here Jezus dan terugzegt vind ik zo wonderlijk, dan staat er in Matth.26:50a : Maar Jezus zeide tot hem: Vriend, waartoe zijt gij hier? Een overbodige vraag, want Jezus wist precies wat Judas kwam doen. Ik vond Judas altijd een verschrikkelijke man, iemand die al jaren meeloopt met de Here Jezus, die Zijn grootheid en Zijn goedheid van zeer nabij heeft mogen meemaken en die dan op zo’n manier, voor een handjevol geld, zijn Meester verraadt? Daar heb ik geen goed woord voor over…en Jezus wíst het en noemt deze verrader “vriend”?? Maar weet je, inmiddels heb ik ingezien dat ik geen haar beter ben dan deze Judas. Ook ik ben nu al jaren samen met deze Heiland, deze Here, Mijn Meester, ik heb Hem aardig leren kennen, ik wéét dat Hij voor mij, álles heeft gegeven en tóch….als ik kies voor dingen die ingaan tégen de dingen die de Here Jezus mij leert, dan ben ik nét zo’n verrader! En dan tóch zegt de Here Jezus “vriend” wát een oneindige liefde heeft Hij voor mij, voor ons. Géén veroordeling, alleen maar liefde.
Dan wordt de Here Jezus gegrepen, en dan staat er in Matth.26:51-52 : En zie, één van die bij Jezus waren, strekte zijn hand uit, trok zijn zwaard en hij trof de slaaf van de hogepriester en sloeg hem het oor af. Toen zeide Jezus tot hem: Breng uw zwaard weder op zijn plaats, want allen, die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen.
In de bijbel wordt verschillende malen het zwaard genoemd als het woord van God, o.a. in Efeze 6 en Hebreeën 4 kun je dat lezen. En in deze twee bijbelgedeelten worden wij, als Gods kinderen, juist aangemoedigd om het zwaard ter hand te nemen en te gebruiken, waarom zou Jezus hier dan deze uitspraak doen? Dat is toch tegenstrijdig, of toch niet? Ik denk dat wij zéker het woord van God als een zwaard, als een wapen, mogen gebruiken in de strijd die wij te strijden hebben. Zoals Jezus zelf ook deed toen Hij door de duivel verzocht werd, dan zegt Hij: Er staat geschreven: ” .. waarna Hij een passage uit Gods woord gebruikt. Wij mogen op dezelfde manier strijden, Gods woord als een wapen gebruiken tegen de aanvallen en de leugens van satan. Maar wat de Here Jezus bedoelt is, dat dikwijls het woord van God gebruikt wordt om ánderen mee terecht te wijzen, om anderen mee om de oren te slaan en dát is niet de bedoeling, want daar waar we bij anderen nog de fouten zien, zijn er bij onszelf nog veel meer te ontdekken en daarom zegt de Here Jezus dit.
Een andere, vergelijkende uitspraak doet Jezus in Matth.7:1-2: Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt; want met het oordeel. waarmede gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden, en met de maat, waarmede gij meet, zal u gemeten worden.
De Here Jezus noemde Judas “vriend” Hij veroordeelde niet, wij mogen daar een voorbeeld aan nemen in onze houding naar anderen toe, maar wij mogen hier ook een enorme bemoediging uit putten voor onszelf, we mogen weten dat ook al gaat het weleens fout, we tóch de vrienden van de Here Jezus mogen zijn. En dat zwaard mogen we gebruiken in onze strijd tegen de werkelijke vijand van God, en ook in ons eigen leven mogen we, door het woord van God, veranderingen tot stand brengen.“breng het zwaard weer op zijn plaats” zei de Here Jezus, maar wat is de plaats van het zwaard? het woord van God? Dat is dáár waar het optimaal zijn werk kan doen….in ons hart. (kan soms pijn doen hoor 🙂