Hij leeft!
Vandaag vieren wij het Paasfeest, en we gedenken de opstanding van de Here Jezus, en dat is iets om blij van te worden. De Here Jezus is niet dood gebleven, Hij is niet in het graf gebleven, Hij is waarlijk opgestaan! Hij leeft! En 1 keer per jaar gedenken we dat tijdens het Paasfeest maar voor mij is het iets waar ik elke dag opnieuw stil van word, waar ik elke dag opnieuw zó dankbaar voor ben!
Weet je wat ik zo mooi vind van het opstandingsverhaal? Als Maria van Magdala en de anders Maria daar ’s morgens in alle vroegte bij het graf komen dan staat er dat er een grote aardbeving kwam en dat er een engel uit de hemel neerdaalde en de steen, die voor het graf gerold was, wegwentelde. De bewakers vallen als dood neer van schrik en dan spreekt de engel tegen de twee Maria’s en zegt: Wees gij niet bevreesd; want ik weet dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde. Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, gelijk Hij gezegd heeft; komt, ziet de plaats, waar Hij gelegen heeft. Matth.28:5b-6.
Het mooie vind ik dan, dat het eigenlijk voor de Here Jezus helemaal niet nodig was dat die steen weggewenteld zou worden, Hij kon immers dwars door muren heen? Maar voor de mensen, om het zichtbaar te maken dat de Here Jezus écht weg was, is deze steen weggerold. Anders zou waarschijnlijk altijd de twijfel blijven of het wel echt waar was. Men heeft met eigen ogen kunnen zien dat het graf leeg was. Mooi beeld eigenlijk, een graf is een plaats, enkel en alleen bedoeld voor dode mensen, en de Here Jezus heeft daar dood gelegen, maar Hij is opgestaan, levend geworden, in nieuwheid des levens opgestaan. Zelfs zijn lichaam was nieuw, het was een verheerlijkt lichaam, waarmee Hij dus dwars door muren heen kon gaan. Zijn oude menselijke lichaam had Hij afgelegd, maar het was niet achtergebléven, het lag daar niet in het graf, het was weg. En dit vind ik zo’n mooi beeld, óók in verband met het dopen.
Je kunt hierover lezen in Romeinen 6:4 : Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen.
Met Hem begraven door de doop in de dood, ons oude leven afleggen en in nieuwheid des levens opstaan en wandelen. Hier wordt dus gerefereerd aan de opstanding van de Here Jezus, en óók in ons geval is het zo dat wij, als wij ons hebben laten dopen, dan zónder ons oude leven mee te hoeven slepen, mogen wandelen, ook óns oude leven is weg. We hebben het achtergelaten in het waterbad. Iemand stelde het ooit eens zo voor, hij haalde twee jongemannen naar voren en zette ze ruggelings tegen elkaar. Toen moesten ze hun armen in elkaar haken en de één moest voorover buigen en zo de ander op zijn rug meedragen. Dat ging wel eventjes goed, maar hij werd al snel moe en ging steeds verder gebukt onder deze last. En zo is het ook als wij weliswaar een kind van God zijn, maar we hebben ons nog niet laten dopen, dan slepen wij nog met ons oude leven op onze rug, wij kunnen daaronder gebukt gaan, het wordt een last. Iedere keer doet het zijn mond nog open en probeert ons te verleiden tot zonde. Terwijl, als wij ons laten dopen, dat oude weg is, begraven, dood, zó staat het er. We hebben dan een plaats en een datum om aan te refereren elke keer als wij in onze geest aangevallen worden. We hebben een daad gesteld, een daad in gehoorzaamheid aan Gods Woord.
Zoals ik zei is het graf een plaats voor doden, en van de week heb ik verteld dat de Here Jezus gezegd heeft dat Hij de sleutels van de dood en van het dodenrijk heeft, en hier is dat ook weer zo mooi, dat graf was leeg, er was niets “doods” meer te vinden, zelfs geen oud lichaam werd er meer gevonden. En als wij in nieuwheid des levens met Hem wandelen, dan wordt er óók van ons geen oud lichaam, geen oud leven meer gevonden, er blijft niets over voor de aanklager om aan te klagen en als er dingen zijn waar wij het moeilijk mee hebben, oude zonden, oude bitterheid, oude pijn, dan zijn wij in staat om samen met de Here Jezus, daar dwars doorheen te gaan, geen obstakel is in staat om Hem tegen te houden en als wij de dingen samen met Hem doen, ons dus ook niet. Misschien goed om eens over na te denken? Wij hebben een opgestane Heer, en wij mogen opgestane kinderen van God zijn.